Of je nu in God gelooft of niet; ik denk dat iedereen zich weleens heeft afgevraagd hoe de wereld eigenlijk is ontstaan. De wetenschap omschrijft het als een chemische reactie, abrahamische religies als Gods creatie en het hindoeïsme als ontvouwing van het Goddelijke zelf.

Ik denk dat geen van deze theorieën is na te gaan. We waren er niet bij en kunnen het dus niet weten. Ja, er zijn vele theorieën die in zekere mate zijn onderbouwd, maar we zullen het nooit écht zeker weten. De bovenstaande vers uit de Naasadiya Sukta beschrijft dit in mijn optiek ook. De schepping is iets mystieks. En wat mij betreft mag het ook een mysterie blijven. Hoe meer we het mysterie proberen te ontrafelen, hoe meer we in het mysterie zelf terechtkomen. Dat maakt het zo mooi, bijzonder en ook wel spannend. Dat zelfs onze rishi’s, Devi’s en Deva’s de Oerbron niet waarlijk kennen, maakt het alleen maar nog spannender. Toch zijn ze best ver gekomen in het mysterie, want de hindoegeschriften beschrijven vele theorieën die toch wel wat gemeen hebben: het Goddelijke heeft zich ontvouwen in deze gehele schepping. Het vormloze kreeg vorm, het eigenschaploze kreeg eigenschappen. En zo heeft het universum zich gevormd.

In de Veda’s staat de ziel van de belichaamde wezens beschreven als het Hoogste Bewustzijn of een volmaakt atoom van Purusha, het Kosmisch Wezen. Wij zijn aardse schepsels die uiteindelijk zijn ontstaan uit ‘dat wat niets is en iets wilde worden’. De Deva’s en Devi’s zijn goddelijke gedaantes die ook zijn ontstaan middels manifestatie van Brahman (‘niets’), maar zij bevinden zich qua bewustzijn en kwaliteiten dichterbij hun ware oorsprong, op een hoger niveau. Zo interpreteer ik de kennis uit de geschriften. Pas door zelfrealisatie zullen we deze mystieke info enigszins begrijpen, denk ik. Bovenstaande vers geeft in mijn optiek aan hoe complex en intens dat pad van zelfrealisatie is, aangezien zelfs onze Devi’s en Deva’s er niet volledig in zijn geslaagd tot de oorsprong van de schepping te komen. Dat klinkt raar, omdat wij Hindoes ze over het algemeen vereren als soort poort tot dat ene Goddelijke Principe.

Het blijven manifestaties van het ene Goddelijke Beginsel en elke manifestatie van dat Goddelijke wordt als het ware beperkt in aard en eigenschappen, doordat het stoffelijke nooit gelijk kan zijn aan het onstoffelijke. Wanneer manifestatie of personificatie plaatsvindt, is het Goddelijke eigenlijk in een andere hoedanigheid en op een ander (lager) bewustzijnsniveau aanwezig. Daardoor kennen zelfs de Deva’s en Devi’s hun uiteindelijke oorsprong niet. Er zijn verhalen in de geschriften dat zelfs Brahma (de Scheppende energie van de Trideva), die uit de navel van Vishnu was ontstaan, zijn oorsprong niet kende en op zoek ging naar zijn oorsprong. Maar dan komen we weer op het complexe vraagstuk van dvaita (dualiteit) en advaita (non-dualiteit) uit, want zei Krishna niet in de Bhagavad Gita dat alles in de wereld verband houdt met Hem? Zo zien we maar hoe diep de kennis van de Veda’s gaat. Heel inspirerend en interessant om over na te denken.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *