De 24-jarige Ranjeev Gowri werkt al sinds het begin bij Global Human Rights Defence (GHRD). Al van jongs aan wordt hij geïnspireerd door zijn culturele en dharmische achtergrond. Dit heeft hem gemotiveerd om zich in te zetten voor de mensenrechten van minderheden.

Ranjeev, je werkt voor Global Human Rights Defence (GHRD). Kun je daar wat over vertellen?
GHRD is een mensenrechtenorganisatie. Haar missie is om mensenrechten, en vooral rechten van minderheden, actief te promoten en autoriteiten, organisaties en samenlevingen te informeren, te beïnvloeden en te bewegen om zich in te spannen om schending van mensenrechten te bevechten. We richten ons dus veel op bewustwording en draagvlakvergroting omtrent mensenrechten in Nederland. En als kernactiviteit zorgen we dat de slachtoffers van mensenrechtenschendingen op de hoogte zijn van hun rechten. Daar geven we ze educatie in.

Op dit moment richt GHRD zich voornamelijk op Zuid-Azië. Daarbij moet je vooral denken aan landen als India, Pakistan, Bangladesh en Nepal. Maar dit is slechts een begin. Ons doel is om wereldwijd te groeien. Dit zodat we ons op grotere schaal kunnen inzetten voor de mensenrechten.

Wat is jouw functie bij GHRD?
Ik ben penningmeester van GHRD, dus ik regel voornamelijk financiën. Maar daarnaast ben ik ook een soort allrounder hier. Ik heb overal mijn hand in, maar ben niet echt op 1 gebied gefocust. Dus ik houd me bezig op allerlei gebieden. Dat wil zeggen: het uitvoeren van bewustwordingsprojecten in Nederland, het bijstellen van projecten in het buitenland en het beheren van de gelden. Ik werk ook mee bij het opzetten van projecten. Projecten moeten soms helemaal worden herschreven, omdat het aan allerlei richtlijnen moet voldoen. Ik schrijf de projecten niet zelf, maar help wel veel mee aan het opzetten van projecten. Ook regel ik de voorzieningen die nodig zijn bij het realiseren van de projecten.

Bewustwordingsprojecten wil zeggen dat we – vooral door empowerment, coaching en inspiratie – jongeren een push geven om sociaal betrokken te zijn. We richten ons vooral op jongeren, omdat we ervan overtuigd zijn dat zij de toekomst zijn. Zij gaan een verschil maken.

Ik begrijp dat GHRD internationaal is. Werk je vanuit hier of reis je echt naar die Aziatische landen toe om de mensen te helpen?
Wij werken vanuit hier in Nederland en hoeven niet steeds naar die landen toe te gaan. We hebben partners die in de gebieden daar wonen en zij voeren de projecten in die omgeving uit. Ze zetten een project op en sturen het naar ons. Vervolgens controleren we of het project binnen ons traject past en stellen we het bij waar dat nodig is. En verder zorgen wij voor de voorzieningen. Dus onze partners zorgen voor de informatie en wij voor de kwaliteit en het geld. En uiteindelijk zorgen we dan samen voor de organisatie van de projecten.

Dat wil natuurlijk niet zeggen dat we die landen nooit zelf bezoeken. Natuurlijk gaan we weleens naar die landen toe. We moeten natuurlijk weten of het geld wel goed wordt besteed en hoe de projecten er verlopen. De volgende week is dat mijn beurt. Ik ga naar Pune, Mumbai, Calcutta en New Delhi. Waarschijnlijk ga ik ook een uitstapje maken naar Bangladesh en Nepal, maar dat wordt ter plekke besloten.

Zoals ik je al eerder zei, willen we ook groeien. Daarvoor zijn mensen en middelen natuurlijk heel belangrijk. En die vinden we niet als we hier in Nederland blijven zitten. We moeten echt naar die landen toe gaan om in de eerste instantie onze huidige partners te empoweren, en ten tweede om nieuwe partners te zoeken. Zo kunnen we ons werk uitbreiden. En dat is belangrijk, want we heten niet voor niets Global Human Rights Defence.

Hoe ben je bij GHRD terechtgekomen?
Ik kende dhr. Sital al lange tijd en toen hij bezig was met de conferentie vroeg hij: “Kan jij ons niet helpen?” Toen vroeg ik: “Ja, maar met wat?” Ik was pas 16 ofzo. Hij zei: “Met gasten begeleiden, zorgen voor faciliteiten (zoals koffie en thee) en zorgen dat de zaal in orde is.” Zo ben ik bij GHRD begonnen. Daarna ben ik steeds meer gaan helpen. Daardoor deed ik veel kennis op. Ook vooral omdat ik meeging naar conferenties en dergelijke. Zo begon ik dus steeds meer te leren over de issues in Zuid-Aziatische landen en over de landen zelf. Vooral door mijn grote interesse in die landen nam ik automatisch veel informatie op. Ik ben dus eigenlijk geleidelijk bij de organisatie betrokken geraakt.

Wat heeft je geïnspireerd om je in te zetten voor de mensenrechten in Azië?
Ik ben erg geïnteresseerd in de landen daar. Mijn roots bevinden zich immers in India en de cultuur van de landen in Zuid-Azië verschilt niet veel van de mijne. Daarnaast ben ik ook praktiserend Hindoe. Dat wil zeggen dat ik de Dharma niet zie en benader als een religie, maar echt als een levenswijze. Als Hindoe leren wij: “Dienst aan anderen is dienst aan jezelf.” Je welzijn vind je in het bevorderen van het welzijn van iedereen, en dus niet alleen die van jezelf. Seva, dienstbaarheid, is dus heel belangrijk. Meestal vertalen ze seva als onbaatzuchtige dienstbaarheid, maar of het wel zo onbaatzuchtig is, weet ik niet. Want je doet niet zomaar seva; het heeft altijd wel een reden of een doel.

Wat vind je aantrekkelijk aan het werk dat je doet?
Allereerst: het geeft mij voldoening. Dat is de reden achter mijn dienstbaarheid; ik doe dit werk omdat het mij voldoening geeft. Ik had ook een baan kunnen zoeken waarmee ik heel rijk kon worden, maar dat heb ik niet gedaan. Ik hoef niet rijk te worden, als ik me maar thuis voel in mijn werk. Daarnaast is het leuke van dit werk dat het internationaal is en zo kom ik direct in contact met heel veel mensen. Ik kom ook heel veel te weten over situaties waar niet normaal over gesproken wordt. Bijvoorbeeld als ik met vrienden ben, dan praat ik niet over mensenrechten. Het zijn zaken die niet dagelijks in jouw omgeving spelen.

Zijn er ook dingen die minder aantrekkelijk zijn?
Wat erg frustrerend is, is het verschil in werkcultuur. Als ik hier in Nederland zeg dat iets binnen een uur gedaan moet zijn, dan wordt het ook binnen een uur gedaan. Maar in die Zuid-Aziatische landen is de mentaliteit anders. Bij hun is alles gewoon “ja”, maar ze doen het niet. Als je hier “ja” zegt, gebeurt het ook. Maar daar is dat niet zo. Zij hebben zo iets van: “Het komt wel goed.” En dat kan erg frustrerend zijn. Je zegt a en zij doen b en c.

Hoe reageert de lokale bevolking in Zuid-Azië op het werk dat je doet?
De bevolking is heel blij dat er mensen zijn die aan haar denken, dat er hoop is. We hebben regelmatig contact met onze partners en als we de landen bezoeken, ontmoeten we ook de lokale bevolking. In 2007 ben ik er ook geweest en heb ik mensen van daar ontmoet, en ik heb gemerkt hoeveel hoop de projecten ze geven. Er zijn heel veel emoties van hen aan ons werk verbonden. Dat is voor ons een grote stimulans. Veel ouderen zeggen: “Ik weet dat je voor mij niks kan betekenen, maar alsjeblieft, doe wat voor onze kinderen.” Nu moet je niet denken dat het ongeleerde mensen zijn die dat zeggen. Nee, het zijn geen domme mensen. Er zitten zelfs artsen en advocaten tussen. Maar zij werden hun land uit gezet en in vluchtelingenkampen geplaatst. Voor zichzelf hebben ze de hoop wel opgegeven, maar we merken wel dat onze projecten ze hoop geven op een goede toekomst van hun kinderen. En die hoop geeft mij voldoening, want het geeft mij het gevoel dat ik iets voor die mensen kan betekenen. Al help ik maar twee of drie personen, ik ben al blij als ik één persoon help.

Wat voor invloed heeft de situatie in Zuid-Azië op je leven?
Ik ben veel bewuster gaan leven. Ik kijk om me heen en hoor mensen vaak klagen over het leven in Nederland: dat het duur is, dat de verzekeringen pruts zijn, dat er te lage lonen zijn. Maar dan heb ik zoiets van: “Waarom klaag je nou? Kijk eens naar die mensen daar. Zij hebben niet eens genoeg geld om te eten.” We mogen blij wezen dat we hier allerlei voorzieningen hebben. Het aantal voedsel dat wij hier weggooien is genoeg om duizenden magen te vullen. Daar kan ik soms echt boos om worden.

Hoe reageert je omgeving op jouw werk?
Ze reageren erg positief. Ze vinden het heel goed dat ik op jonge leeftijd al zoiets doe. Maar af en toe zijn er ook geluiden van: “Waarom doe je het? Het levert je toch niks op.” Veel ouders willen dat hun kind sociaaleconomisch goed in de maatschappij staat. Sociaalcultureel gebied is voor hen veel minder belangrijk. Maar gelukkig zijn er mensen die volledig achter me staan.

Hoe zie jij je toekomst?
Ik wil graag verdergaan met GHRD én met mensenrechten. Dus ik wil me volledig inzetten voor GHRD, zodat ze groeit. Maar ik wil ook meer betrokken zijn bij de mensenrechtenissues.

Heb je een boodschap voor mensen die zich in willen zetten voor goede doelen?
Als je verschil wilt brengen, wees dan zelf het verschil. Dus als je iets wilt veranderen, begin dan bij jezelf. En zoals Obama zegt: “Yes, we can!” We kunnen iets voor de mensen doen, als we maar in onszelf geloven.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *