Jongeren worden vaak gezien als losbandige, ongehoorzame en ongelovige types. Ze luisteren niet naar hun ouders, vertikken het om dingen zomaar aan te nemen en zijn volgens veel ouderen “te kritisch” en “onrespectvol”. Is dat wel zo? En wat zit hierachter?

De meeste ouders en grootouders zijn opgevoed met rituelen, tradities en geloven die ze zomaar hebben overgenomen van hun familie en omgeving. Ieder deed z’n eigen ding, elke familie had haar eigen gebruiken. Aangezien niemand geïnteresseerd was in die tradities, rituelen en geloven, hoefden ze niets te verklaren. Ze zijn er als augurken in ingetrokken. De vraag waarom bleef onbeantwoord. Het was ook niet relevant, want niemand stelde die vraag. Als mensen vroeger aan hun ouders vroegen waarom iets zo was, dan konden ze het niet uitleggen, noch gaven pandits uitleg van de rituelen en tradities. Bovendien: als je vroeg waarom, dan was je meteen brutaal, dus men deed maar wat er werd gezegd en zijn er zo in ingetrokken.

Nu leven we in een multiculturele samenleving, een samenleving met mensen van verschillende culturen. De uiting van culturen neemt steeds meer toe en daarmee ook de belangstelling voor elkaars cultuur. Dat betekent dat de drempel naar buiten toe door de jaren heen steeds hoger is geworden, en het wordt steeds hoger. Thuis en in de mandir wordt vaak verwacht dat je alles klakkeloos aanneemt, terwijl de wereld daarbuiten ons vraagt om verklaringen. Dat wordt ons immers geleerd in deze maatschappij. Als jongere word je regelmatig geconfronteerd met dit feit. Je moet kunnen verklaren wat je denkt en gelooft, anders tel je niet of kom je niet vooruit in deze kritische en dynamische samenleving.

Ouders en ouderen hebben over het algemeen niet veel last van die drempel. Maar de huidige jongeren zijn actief, dynamisch, progressief en altijd op pad. Zij groeien op in deze kritische samenleving; op school en in de maatschappij wordt hun intellect enorm geprikkeld. Op elk gebied wordt ze geleerd dat ze hun verstand moeten gebruiken, en dat doen ze ook. Maar wanneer het aankomt op geloven, rituelen en tradities, dan wordt van ze verwacht dat ze hun intellect op slot zetten en klakkeloos aannemen wat er wordt gezegd, klakkeloos die dogma’s aannemen waarmee onze ouderen zijn opgevoed. Hierop zeggen de meeste jongeren dan: “Bekijk het dan maar met je dharma!”

Het is dan ook niet gek dat veel Hindoejongeren hun geloof niet kennen. Ze horen de verhalen wel en krijgen wel het één en ander mee, maar ze missen de (diepere) uitleg, wat hen niet motiveert tot verdieping in het geloof. Als iemand je zegt om een aardenlampje aan te maken en jij er het nut niet van inziet of een tekst te lezen in een taal die je helemaal niet begrijpt, dan denk je nu eenmaal al snel “whatever!” Jongeren kunnen zich niet vinden in vele zaken. Ze willen overal een verklaring voor en geloven dingen pas als ze er bewijs voor hebben. En doordat ze hun antwoorden niet krijgen, wordt het geloven niet aangemoedigd.

Jongeren gaan kritisch om met de Hindoe Dharma. Ze laten zich niets opleggen en gaan op zoek naar uitleg en verklaringen. Als ze (willen) zoeken, zoeken ze het liefst op plaatsen waar zij zich thuis voelen, zoals het internet of jonge geleerden die niet op een voetstuk zitten. Waar een kloof is tussen geestelijke en gelovige gaat kennis vergaren moeizaam. Bovendien is de jeugd van tegenwoordig niet gediend van hoogmoedige mensen, wijzende vingertjes en het slaafs opvolgen van hetgeen een zogenaamd hoger persoon zegt. Voor de meeste jongeren is respect niet hetzelfde als klakkeloos gehoorzamen. Zij zullen zich dan ook vaak zonder enige moeite verzetten van gebiedend gedrag, zeker als dit indruist tegen de principes die zij hebben ontwikkeld.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *