Soms vraag ik vraag me af waar ik nou eigenlijk thuis hoor. Mijn geboorteland is Nederland. Mijn ouders zijn in Suriname geboren. Mijn stamouders komen uit India. Ik spreek Nederlands, Engels, Frans, Duits, Sarnami en Hindi, woon in Nederland, ga op vakantie naar Frankrijk en Duitsland, en mijn interesses liggen vooral in de Hindoestaanse cultuur.

Waar hoor ik nu eigenlijk thuis? Wat is mijn ware identiteit?

Echt klem zit ik niet, maar toch begin ik erbij stil te staan wanneer men mij die vraag stelt: ‘Ranjita, wat ben jij in de eerste plaats: Nederlander, Surinamer of Hindoestaan?’ Ja, dan zit ik wel even klem, tussen maar liefst drie culturen! Natuurlijk ben ik niet de enige die met z’n culturele identiteit worstelt. Er zijn honderden, misschien wel duizenden, andere jongeren die met ditzelfde vraagstuk zitten. Ware innerlijke rust op dit gebied vinden we pas als we vrede vinden met onze situatie. De een zit in een groter dilemma dan de ander. Daarnaast zijn er natuurlijk ook mensen die nooit met dit vraagstuk hebben gezeten. Zij hebben nooit echt problemen gehad met het welbevinden in deze multiculturele samenleving.

Wanneer deze levensvragen mij bezighielden, heb ik levensbeschouwelijke boeken geraadpleegd. Deze hebben mij geholpen met het antwoord vinden op vragen als: ‘Wie ben ik?’ ‘Ben ik een Nederlandse, allochtoon, Surinaamse, Hindoestaanse of hindoe?’ ‘Wat betekent het geloof voor mij?’ ‘Wat mag ik als jonge Hindoe(staanse) voor mezelf bepalen?’ ‘Hoe sta ik in de maatschappij?’ ‘Ben ik volgzaam aan de eisen van mijn familie en omgeving of ben ik een zelfbewust meisje dat in staat is om zelf keuzes te maken?’ Ook las ik boeken met migratieverhalen en over jongeren die klem zitten tussen twee culturen. De boeken hebben mij enorm geholpen. Dit kwam vooral doordat ik mezelf terugzag in deze verhalen.

Ik las een verhaal, Het Dagboek van Munshi Rahman Khan, over een man die in Uttar Pradesh was geboren en op 24-jarige leeftijd als gastarbeider naar Paramaribo vertrok. Ondanks het gesmeek van zijn verwanten, besloot hij in Suriname te blijven wonen. Hij hertrouwde en kreeg vijf zoons en twee dochters. Na verloop van zijn contract kocht hij land en vestigde hij zich als landbouwer. Daarnaast verrichte hij ook andere werkzaamheden. Zijn kinderen groeiden natuurlijk op als kinderen van een Indiase contractarbeider, in Suriname, net als mijn ouders en grootouders eigenlijk. Zij groeiden op in Suriname als het nageslacht van Indiase contractarbeiders. Het gezin van mijn grootouders migreerde naar Nederland, waar mijn ouders ook deels zijn opgegroeid. Ik groei op in Nederland, wat op welke wijze dan ook daarmee in verband te brengen is.

Bij mijn vraagstuk hebben deze boeken en verhalen mij geholpen. Dat kan ik uitleggen. In deze boeken en verhalen zag ik namelijk mezelf terug. Ik zag dezelfde soort cultuur, dezelfde soort mensen en dezelfde soort gewoonten… Het zag er allemaal zo bekend uit, alsof ik de persoon uit het boek was.

Ook films hebben mij geholpen, onder andere ‘The Namesake’, een film over twee Indiërs die van Calcutta naar New York verhuizen. Daar krijgen ze twee kinderen die zich sterk afzetten tegen hun Indiase achtergrond, die echte Amerikanen willen worden. Dit komt vooral naar voren bij de zoon van het gezin. Hij zet zich steeds meer af tegen zijn Indiase achtergrond. Na het overlijden van zijn vader begint zijn ‘Amerikaanse’ identiteit af te brokkelen. Ik herken hier het leven van vele bekenden in. Het leven in Nederland, klem zitten tussen twee culturen, aanpassen aan Nederlandse gewoonten terwijl je je eigenlijk ook een klein beetje aan de Hindoestaanse cultuur wilt vasthouden… Dit herken ik heel goed. Ik zie het bij vele Hindoestanen. Maar mezelf herkende ik eigenlijk niet in de film. Ik heb lang nagedacht over de film, of ik mezelf misschien ergens herkende. Maar nee, ik zag mezelf er nergens in.

Toen kwam ik erachter dat ik eigenlijk toch meer Hindoestaans ben. Ik ben opgevoed met de Nederlandse taal, maar heb nooit echt Nederlandse gebruiken en gewoonten overgenomen. Sinds kleinsaf luister ik nauwelijks naar Westerse muziek, ik ben nooit echt meegegaan met de mode, optutten heb ik nooit gedaan, het uitgaansleven trekt mij absoluut niet, ik drink geen alcohol… Als ik zo naar de Nederlandse meiden van mijn leeftijd kijk, heb ik eigenlijk maar heel weinig met ze gemeen. Wat gewoonten en gebruiken betreft ben ik echt typisch een Hindoestaanse hindoe.

Dankzij het lezen van boeken en verhalen, en het kijken naar films waarin de personen tussen twee culturen leven, ben ik mezelf beter gaan begrijpen. Uiteindelijk heb ik ook mijn antwoord gevonden: Ik ben een Hindoestaanse hindoe met Surinaamse ouders, grootouders en overgrootouders, en Indiase voorouders. Daarnaast ben ik in Nederland geboren en opgegroeid. Phir bhi dil hai 100% Hindustani!

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *