Het tantrisme is een bijzondere stroming van Godsbeleving uit het hindoeïsme waarbij de mentale ervaring en uiteindelijk zelfrealisatie centraal staat.

Tantrisme
In het Westen wordt tantra vaak in verband gebracht met seks of lust, maar dit zegt iets over de Westerse bril waardoor zij naar het tantrisme pogen te “kijken”. Tantra heeft niets te maken met materiële geneugten of gehechtheden; sterker nog: tantra heeft te maken met Godsrealisatie. Een beoefenaar van tantra probeert “het goddelijke” overal in te ervaren en vanuit die staat van realisatie daar naar te handelen. Om het goddelijke overal in te ervaren, zul je confrontaties moeten aangaan met binaire opposities. We kunnen God bijvoorbeeld niet “groot of klein” of “goed of slecht” noemen. Als we immers een grote God hebben moet er immers ook een kleine God zijn; dat is niet het geval. Binnen het tantrisme kijken we dus op een andere manier naar de werkelijkheid.

Algemene betekenis
Tantra is een woord uit het Sanskriet dat letterlijk vertaald kan worden als “(draad)weefsel”. De symboliek ervan is continuïteit, expansie en ontwikkeling. Volgens de Vedische etymologie (Nirukta) wordt het woord “tantra” gevormd door:

“Tanyate vistāryate jñānam iti tantraḥ” – Dat wat onze kennis vergroot en uitbreidt is tantra.

Net zoals het eindproduct “kleding” tot stand komt door weefsel te gebruiken en met elkaar te verbinden, zo vormt tantra de diepste essentie van kennis zoals die kennis (uiteindelijk) overal in is verweven.

Esoterisch
Het tantrisme wordt ook esoterisch genoemd. Alleen ingewijden kunnen de materie doorgronden. Het tantrisme gaat over rituelen die de meeste mensen met een normatieve opvatting zullen kwalificeren als anti-normatief. Het is bijvoorbeeld anti-normatief om de goddelijke gedaantes alcohol of vlees te offeren. Ook is het anti-normatief om op een lijk te mediteren. Toch zijn dat praktijken die het tantrisme kenmerken.

Binnen het tantrisme gaat men uit van “advaita” (non-dualisme). De meeste mensen zien en ervaren de wereld vanuit een duale visie met binaire opposities (tegenstellingen). Iemand is arm of rijk, gelovig of niet-gelovig, jong of oud, wijs of dom, mooi of lelijk. Veel woorden in de wereld dragen echter inherent een duale visie. De woorden in onze wereld zijn sociale constructies en labellen per definitie. Als iets wit is, is het immers dus niet zwart. Door iets te definiëren sluit je het tegengestelde dus impliciet uit. Binnen de advaita-filosofie en ook binnen het tantrisme wordt niets uitgesloten. God is immers overal aanwezig en doordrongen in alles wat is en alles wat niet is.

Vanuit de bril van “advaita” kijkt men vooral met een eenheidsgedachte naar de materiële wereld. Waar het werkelijk om gaat, is realisatie. Realisatie dat alle vormen van onderscheid en tegenstellingen uiteindelijk niet bestaan! Zij zijn slechts een projectie van Maya [Māyā] (illusie). Wij mensen zijn immers gecultiveerd met woorden die tegenstellingen uitdrukken. Door die woorden is ons denken immers gevormd. We kunnen niet denken zonder die binaire opposities of tegenstellingen. Vanuit een normatief standpunt vinden we dat als iemand geen vriend is, diegene dus een vijand is. Of als iemand niet goed doet, iemand fout is. Maar is zo’n menselijke definitie de absolute waarheid?

De waarheid die we kennen is relatief en niet absoluut
Vraag jezelf eens af wat groot is of klein is. Je komt er al snel achter dat de waarde van elk woord afhankelijk is van de context. Als je iets groot noemt, zul je dat plaatsen in verhouding tot iets anders wat klein is. De steling “een vrachtwagen is een groot voertuig”, hoeft niet per definitie waar te zijn. Als je de vrachtwagen vergelijkt met een auto, is de vrachtwagen inderdaad te kwalificeren als “groot”. Maar wanneer je de vrachtwagen vergelijkt met een vliegtuig, is een vrachtwagen bij benadering “ineens” niet meer “groot”.

Een glas dat tot de helft gevuld is met water, kun je halfvol noemen. Je kunt ook zeggen dat het glas halfleeg is. Het is maar net hoe je naar de zaak kijkt. Je kunt dus minimaal twee waarheden hebben over één en dezelfde object. Dat betekent dat de waarheid relatief is en afhankelijk is van hoe je ernaar kijkt (sociale context) en waar je iets mee vergelijkt.

Mensen hebben echter altijd de natuurlijke neiging om hun meningen en stellingen absoluut te formuleren. Zo zeggen velen vanuit een normatief kader: “stelen is slecht” of “liegen is slecht”. Ook wetenschappers pogen met statistische onderzoeken iets te zeggen over het geheel/absolute. Dit zijn echter voorbeelden van relatieve waarheden.

Is stelen ook slecht als je eten steelt om de hongerige magen van kinderen mee te voeden? Is liegen (of een onwaarheid verkondigen) ook slecht als je leven er vanaf hangt? Is ahimsa [ahiṃsā] (geweldloosheid) ook een absolute plicht voor een kshatriya [kṣatriya] (beschermende klasse, soldaten)? Het is maar net hoe je naar dingen kijkt en natuurlijk “wat” jijzelf als waarheid ziet. Uit bovenstaande voorbeelden valt op te maken dat je niet eenduidig over “de waarheid” kan spreken. Alles is afhankelijk van de sociale context (plaats, situatie, tijd).

Binnen het tantrisme zijn rituelen die anti-normatief zijn daarom zeer gebruikelijk. Tantristen geven de mensen met maatschappelijke normatieve opvattingen een spiegel. Vanuit een normatief standpunt vinden we het verwerpelijk dat iemand op een lijk mediteert of zelfs mensenvlees eet. Aghori’s geloven echter juist dat er geen wezenlijk verschil is tussen het mediteren op een kleed of een lijk en praktiseren de advaita-filosofie in uiterst extreme vorm. Zij willen af van de relatieve waarheden en proberen Godsbeleving absoluut te integreren in hun leven. Het tantrisme is daarom slechts voor een zeer kleine groep mensen weggelegd. Het gaat niet om het uitvoeren van anti-normatieve rituelen, maar om je mentale realisatie (state of mind) achter die tenuitvoerlegging.

Het offeren van alcohol en vlees
Veel mensen trachten in naam van tantrisme ritualistiek te beoefenen, waarbij zij geen zaken die sattoguna [sattoguṇa] zijn (normatief) maar tamoguna [tamoguṇa] (anti-normatief) offeren, zoals vlees en alcohol. Men gelooft dat goden als Kali [Kālī] blij zullen zijn en vervolgens zegens en vooral tantrische krachten zal schenken.

Er zijn mensen die denken dat ze daar voordelen uit kunnen halen. Die mensen hebben het helaas mis. De tenuitvoerlegging van ritualistiek zonder realisatie is immers als een vis op het droge. Iemand die vanuit de advaita-filosofie een diepe staat van realisatie heeft bereikt m.b.t. de gelijkheid van alle objecten, zal de objecten ook niet proberen te onderscheiden of binair te benoemen. Alles is dan werkelijk één. Vanuit die gedachte werd het tantrisme beoefend. Hedendaags proberen mensen zonder kennis en zonder realisatie kale rituelen en mantra-recitaties uit te voeren, in de hoop dat de goden hen rijkdom, hoge posities en geluk zullen schenken. Een offer in tamoguna levert echter ook vruchten in tamoguna en is daarom niet aan te raden. Het uitvoeren van kale rituelen is tijdverspilling. De mensen van tegenwoordig missen realisatie.

Het tantrisme is daarom niet (meer) van deze tijd. De rituelen die uitgevoerd worden zijn vooral gericht op het behalen van materiële individuele doelen en niet op het verkrijgen van Hogere kennis en uiteindelijk zelfrealisatie. Een tantrische saadhak [sādhaka] (uitvoerder) voerde een meditatie uit op een lijk om met de angst van de dood geconfronteerd te worden en deze angst uiteindelijk te overwinnen. Door het overwinnen van die angst, hoefde je ook niet meer bang te zijn voor de dood. Alles waar mensen ongewenste gedachten over hebben, is in het tantrisme uiterst gangbaar. Het tantrisme gaat over het overwinnen van jezelf en het materiële. Het doel is realisatie, niet persoonlijke genoegdoening.

Geheime leer
Tantra of tantrisme wordt daarom vaak gekwalificeerd als “gupttattva” of “rahasya vidya [vidyā]”: geheime leer. Iemand beleidt geen tantrisme door boeken over tantrisme te lezen en vervolgens rituelen te verrichten en te hopen dat zij een uitwerking zullen hebben. Het tantrisme triggert mensen om te zoeken naar een hogere verborgen waarheid dan de vele relatieve waarheden, die veel mensen helaas als absolute waarheid zien.

Tot realisatie komen en mentaal sterker worden zijn de uiteindelijke doelen. Zo zegt de Brihadaaranyaka Upanishad [Bṛhadāraṇyaka Upaniṣad] 4.2.2.: “Parokṣa priyā iva hi devāḥ pratyakṣa dviśaḥ”, vrij vertaald: “De goden hebben een voorkeur voor dat wat geheim is en houden niet van dat wat duidelijk (bekend) is.” Dat wat iedereen kent vanuit een normatief standpunt is niet nieuw. Er is echter een hogere essentie die we kunnen kennen en realiseren. Door het verrichten van anti-normatieve rituelen verlaat je mentaal de “binaire opposities”. Door een bad te nemen van urine of een tilak te dragen van uitwerpselen, verlaat men de afschuw voor urine of uitwerpselen. Die mentale ervaring – weliswaar zeer extreem – kan ertoe leiden dat men anders omgaat met begrippen als “rein” en “onrein”.

Tantra Rahasya legt “tantra” uit als: “Tanyate vistāryate jñānam anemna iti tantram.” Vrij vertaald: “Tantra is de heilige doctrine die het licht van spirituele kennis verspreidt”. Licht is pas zichtbaar als iemand duisternis heeft gekend. De staat van rijkdom is pas optimaal te ervaren als men ook armoede heeft gekend. Dat we hebben geleerd (ervaren) dat bepaalde zaken vies of onrein zijn (bijv. urine en uitwerpselen), die visie verdwijnt pas als men ooit de confrontatie met die zaken is aangegaan met die zaken. Hiermee bedoel ik niet dat mensen zich met urine of uitwerpselen zouden moeten insmeren. Hiermee leg ik uit dat men vanuit de advaita-filosofie binaire opposities (en dus Maya) mentaal ontstijgt. We willen de wereld of de mensen niet meer zien als rein of onrein. Die woorden zijn immers sociale contructies (verzinsels) van mensen. Als iemand dat realiseert, zal die mentale ontstijging ervoor zorgen dat we onbevooroordeeld en ongelabeld naar de wereld (en andere mensen) kijken. Voor veel mensen is en blijft dit echter moeilijke materie.

Mantra’s binnen het tantrisme en de Indrajaala
Het lijkt een modetrend dat mensen boeken als de Indrajaal [Indrajāla] gebruiken om rituelen uit te lichten en vervolgens uit te voeren. De Indrajaala staat in de gemeenschap bekend als een boek van “zwarte magie”.

Binnen het tantrisme zijn er verschillende soorten van (typen) rituelen met bijbehorende mantra’s. Zo onderscheiden we:

  1. Vashikarana [Vaśikarana]: een ander in je macht krijgen
  2. Mohana: een ander misleiden
  3. Stambhana: een ander de mond of het verstand op slot zetten
  4. Vidveshana [Vidveṣana]: tussen anderen onenigheid of ruzie veroorzaken
  5. Uchaatana [Ucchātana]: bij een ander gedachten implementeren
  6. Maarana [Mārana]: een ander vermoorden

Een veeltal van boeken zoals de Indrajaala behandelen deze onderwerpen uitvoerig. De Indrajaala geeft uitleg over de tenuitvoerlegging van rituelen met de specifieke doelen. Mensen proberen macht uit te oefenen op anderen en zijn daarom bezig met dit soort hobbies. Die mensen houden zich echter bezig met persoonlijke materiële genoegdoening en niet met zelfrealisatie. Bij veel mensen gaat het uiteindelijk mis. Hun negatieve mentale intenties in de rituelen leiden uiteindelijk tot negatieve vruchten voor hen zelf. Geloof de mensen die naar eigen zeggen zulke rituelen succesvol uitvoeren niet. Voor je het weet zit je vast in een mentaal web en door gebrek aan realisatie kun je daar niet of moeilijk meer uitkomen.

Uitvoerders van rituelen zullen nimmer tot realisatie komen, omdat er volgens de advaita-filosofie geen wezenlijk verschil bestaat “dood of leven” of “macht of onmacht”. Slechts mensen in de geaardheid van tamoguna voeren deze rituelen uit. Zij komen echter niet tot hogere kennis.

1 antwoord

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *