Veel mensen vinden het moeilijk om de Hindoe Dharma te begrijpen. Zo zijn er verschillende goddelijke gedaantes, geschriften, richtlijnen, filosofieën en gewoonten. Dit kan heel verwarrend zijn. Ik denk dat we de Hindoe Dharma stap voor stap moeten begrijpen. Als we direct in het diepe springen, in al die verschillende filosofieën en richtlijnen, dan verdrinken we.

Ook oordelen vellen zonder erin te springen, kan heel verkeerd uitpakken. Laten we het stap voor stap aanpakken. Eerst het kikkerbadje, dan badje A, dan badje B en dan pas badje C.

Kikkerbadje. Laten we eens beginnen bij de verschillende goddelijke gedaantes die we hebben. Er zitten miljoenen goddelijke gedaantes ergens in de hemelen. In principe kiest een Hindoe één of een paar goddelijke gedaantes als representatie van Brahman, de Allerhoogste, Onpersoonlijke. Alle goddelijke gedaantes hebben zo hun eigen karakter, dus de persoon kiest er één of enkele die bij hem/haar passen.

Hier begint de hele verwarring. De miljoenen goddelijke gedaantes bestaan, en dat brengt verschillende filosofieën, rituelen, gebeden, verhalen, richtlijnen, geschriften, incarnaties, feestdagen en dergelijke met zich mee. De meeste mensen op dit niveau streven naar een voorspoedig leven (saakaam bhakti). Dus ze kiezen een (of meerdere) goddelijke gedaante en vereren die. Op dit niveau realiseren de meeste mensen het principe van Brahman nog niet. De persoonlijke God is de enige toevlucht. Concrete voorbeelden hiervan zijn stromingen als het Shaivisme, Vaishnavisme en Shaktisme. Dit terwijl de Veda’s, Upanishads en Bhagavad Gita ons constant eraan herinneren dat we verder moeten denken dan de materie en moeten overgaan tot zelfrealisatie. Slechts weinig mensen zetten de stap naar het badje A.

Badje A. Tijd voor overpeinzing. Sommigen belanden in dit niveau door God te onderzoeken, en anderen om het zelf te onderzoeken.

Hier weet de persoon dat God en hij/zij één zijn, dus gaat hij/zij verder op onderzoek. Mensen in dit stadium lezen geschriften, wonen lezingen bij en proberen antwoorden te vinden. Het is moeilijk om Brahman te begrijpen en in te zien dat er maar één realiteit is, die je niet zal helpen in het vergaren van rijkdom e.d. Mensen wankelen dus vaak heen en weer tussen niveau 1 en niveau 2.

Badje B. Alleen Brahman bestaat. Deze wereld, dit bestaan, dit lichaam, alles is Brahman.

Hier gaan de meeste mensen over op yoga en meditatie. Er zijn ook mensen die één Godsgedaante kiezen en zich daarop concentreren. Het is een stadium van standvastigheid in bewustzijn, waarin men steeds dieper gaat in zijn/haar realisatie. Ze realiseren dat Brahman alles is en worden hier steeds bewuster van. Toch zijn er ook sommige mensen in dit niveau die Brahman nog niet helemaal realiseren als het enige bestaan.

Badje C. Er is slechts één, Brahman, de Allerhoogste, Onpersoonlijke, Vormloze.

Hebben we dit doorlopen, dan hebben we ons HindoeDharma-zwem-ABC! Dat betekent eenwording met Brahman, en daarmee onsterfelijkheid. Met dit diploma is geen water te diep en kan geen golf ons doen zinken!

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *