De Bhagavad Gita (Sanskriet: भगवद्गीता, bhagavadgītā, van bhagavad “allerhoogste” en gīta “lied”) is een onderdeel van de Mahabharata en is een dialoog tussen Krishna en Arjuna. In dit dialoog moedigt Krishna Arjuna aan om de strijd van dharma aan te gaan tegen de Kaurava’s, de kwaadaardige neven van Arjuna.

Vlak voordat de strijd begint, ziet Arjuna namelijk zijn familieleden tegenover zich staan, tegen wie hij straks zal moeten vechten. De gedachte dat hij zijn familieleden zal moeten bevechten en zij hun leven zullen verliezen in de strijd, maakt Arjuna droevig en leidt tot een zwak moment, een moment waarop Arjuna weigert zijn plicht als koninklijke strijder na te komen en te vechten tegen de onrechtmatige macht die op zijn volk wordt uitgeoefend.

Vlak voordat de strijd begint, zal Arjuna dus eerst dharma weer helder moeten krijgen en dit in zichzelf naar boven moeten brengen. Krishna doet dit door de essentie van de shruti’s en smriti’s op toegankelijke wijze te vertellen. Hierbij komen filosofie en concepten als gehechtheid, plicht, illusie, kennis, lichaam, geest en atma (ziel) aan bod. De focus ligt met name op de thema’s yoga, ethisch gedrag en het doen van je plicht vanuit de vedische leer.