Een chalisa (Sanskriet: चालीसा, cālīsā, van cālīsa “veertig”) is een devotionele lofzang van veertig verzen waarin de kwaliteiten, kenmerken en verhalen van een bepaalde goddelijke gedaante worden beschreven en de goddelijke gedaante tevens wordt verheerlijkt. Sommige goddelijke gedaantes hebben meerdere chalisa’s, omdat er soms meerdere toegewijden waren die een eigen chalisa voor die goddelijke gedaante hebben gecomponeerd. De ene dichter beschreef vooral de kwaliteiten van de goddelijke gedaante, terwijl de andere meer de nadruk legde op de verhalen van de goddelijke gedaante. Op die manier maken toegewijden kennis met de goddelijke persoonlijkheid en is men in staat toewijding richting hem of haar te ontwikkelen.