Karma (Sanskriet: कर्म, karma, van kṛ “handeling” of “actie”) is de som van alle fysieke en mentale acties die gevolgen hebben voor het leven en/of volgende levens. Het is zowel een natuurwet als spirituele wetenschap die alles en iedereen onderwerpt aan het mechanisme van actie en reactie; er is geen ontkomen aan. Iedere gedachte, in- of uitademing, ieder woord en iedere daad is een uiting van karma en zal dan ook gevolgen uitwerken, of dat nu in dit leven, een volgend leven of meerdere (volgende) levens is. Wat voor gevolgen dat zullen zijn en in welk leven deze zullen uitwerken, weet niemand. Wel weten we, door talloze verhalen in de hindoegeschriften, dat de gevolgen afhankelijk zijn van verschillende factoren die op de karma betrekking hebben, zoals intentie, tijd, plaats en omstandigheden.

Dit maakt karma enerzijds tot een eenvoudig concept (actie en reactie, “wat je zaait, zul je oogsten”) en anderzijds een ingewikkeld systeem, want: hoe weten we nu wat voor verleden karma we met ons meedragen? (vorige levens tellen immers ook mee) Welke karma is goed en welke karma kunnen we beter niet verrichten? Wat voor karma is nu aan het uitwerken en welke zullen we in een volgend leven op ons pad krijgen? Het zijn vragen die veel mensen bezighouden, maar waar we – helaas – geen antwoord op zullen krijgen. Toch mogen we karma niet als iets fataals zien: we hebben geen invloed op het verleden en de gevolgen van onze karma, maar we hebben wel invloed op het hier en nu. We kunnen onze karma uit het verleden niet wegwissen, maar we kunnen wel zelf bouwen aan onze toekomst met de karma die wij nu en vanaf nu verrichten. Dat maakt karma een mooi fundament voor (spirituele) ontwikkeling.

Bij karma zien we steeds een bepaald proces terugkomen: denken, voelen, spreken, handelen en leven. Zo zien we dat juiste handelingen voortkomen uit de juiste gedachten. Onze gedachten komen voort uit onze ervaringen. Bewust of onbewust slaan we deze ervaringen op in onze geest en onze geest projecteert deze terug in de vorm van gedachten en gevoelens, waaruit weer activiteiten ontstaan. Karma begint dus als het ware in onze geest. Onze geest bepaalt dus als het ware hoe we ons voelen, hoe we denken en dus vooral, hoe we handelen. Zoals swami Vivekananda [svāmī Vivekānanda] zei: “We zijn wat onze gedachten ons hebben gemaakt. Dus let op wat je denkt. Woorden zijn een tweede zorg. Gedachten leven; ze reizen ver.”

Er zijn drie typen karma: sanchita karma, prarabdha karma en kriyamaana karma. Daarnaast kan karma worden ingedeeld in drie soorten: sukarma (Sanskriet: सुकर्म, sukarma, van su “goed” en karma “actie”), de ‘goede’ karma die gunstige gevolgen creëert; vikarma (Sanskriet: विकर्म, vikarma, van vi “slecht” en karma “actie”), de ‘slechte’ karma die ongunstige gevolgen creëert; en akarma (Sanskriet: अकर्म, akarma, van a “niet” en karma “actie”), de neutrale karma die geen gevolgen creëert. Voornamelijk de Smriti en Itihasa beschrijven welke karma we beter wel en beter niet kunnen verrichten. Daarbij is het natuurlijk het beste om sukarma te verrichten. Hoe meer sukarma we verrichten, hoe minder ongunstige gevolgen op ons pad zullen komen. Let wel: de gevolgen van onze karma zijn niet altijd in dit leven al merkbaar. Het kan ook dat de gevolgen van onze karma in dit leven pas in een volgend leven op ons pad komen.

Het concept van karma komt overigens niet alleen voor in het hindoeïsme, maar ook in andere Indiase religies, zoals het boeddhisme, jainisme en sikhisme.