Sommige hindoes vinden het het beste om één manier van verering te hanteren, zoals diverse stromingen slechts één manier van verering praktiseren, bijvoorbeeld puur een Gayatri yagya. Maar is dat wel zo ideaal?

De gehele schepping – van Satyaloka tot en met Paataala loka – is een ontvouwing van één goddelijk principe. Het Goddelijke en de rishi’s hebben ons een bibliotheek gegeven die vol staat met verschillende geschriften die o.a. de leer van het Goddelijke, de schepping en de verering van het Goddelijke uiteenzetten. “Genoeg moeten hebben aan het uitvoeren van bijvoorbeeld een Gayatri yagya” is naar mijn mening een beperking van de Hindoe Dharma, haar leer en grootheid. Het is ook niet praktisch, omdat we niet in één keer bepaalde kwaliteiten kunnen ontwikkelen. Ontwikkeling vindt geleidelijk plaats, in fasen. Zo is dat ook met bhakti, het principe waar Dharma uiteindelijk vooral om draait.

We kunnen niet in één keer een bepaald bewustzijnsniveau of bhakti-niveau bereiken. We doen dat in fasen, zoals alle ontwikkeling in fasen plaatsvindt. Een zaadje moet eerst water krijgen en gevoed worden om te bloeien. Zo is dat ook met de individuele ontwikkeling van de mens; het gaat niet in één keer. Dat is mijn inziens ook de reden waarom het Hindoeïsme zoveel geschriften, rituelen en tradities kent. Het Hindoeïsme schrijft geen absolute waarheid voor en bepaalt niet voor de mensen wat zij moeten doen. Nee, zij biedt hen de vrijheid om zelf hun weg te kiezen, zelf te kiezen welke middelen zij willen kiezen om hun pad af te leggen naar het doel dat zij wensen te bereiken.

We aanbidden Hanuman niet alleen voor kracht, Sarasvati niet alleen voor wijsheid m.b.t. onze studies. Dat is puur saakaam bhakti (baatzuchtige bhakti), geen zuivere, onvoorwaardelijke bhakti (nishkaam bhakti) zoals o.a. Rama beschrijft in de Ramayana en bhakta Prahlaad in de Shrimad Bhagavatam. Saakaam bhakti is mijn inziens niet wat ons wordt geleerd in de geschriften. Onbaatzuchtigheid, onvoorwaardelijke toewijding aan het Goddelijke in al haar gedaantes; dat is wat de rishi’s ons mijn inziens leren middels de geschriften.

Veel mensen zeggen dat de Veda’s niet gericht zijn op manifestaties van goddelijke gedaantes en dat puur de Purana’s deze beschrijven. Echter, in de Veda’s worden goddelijke gedaantes als Sarasvati, Shiva etc. ook beschreven door middel van mantra’s, waaronder ook het uiterlijk van de goddelijke gedaantes. Dus ook al gaan we puur uit van de Veda’s, dan hebben we ook te maken met verschillende aspecten van één en dezelfde God. We kunnen het Goddelijke niet bevatten in één gedaante of één hoedanigheid. Onze rishi’s van de Satyuga en zelfs Brahma, de Schepper van deze wereld, hebben het Goddelijke niet kunnen bevatten, laat staan wij mensen in kaliyuga die over het algemeen ver van de essentie van dharma en zuivere bhakti zijn verwijderd.

Onze geschriften staan vol talloze lila’s, leringen, verhalen en manieren van verering. Ik denk dat we nooit kunnen zeggen: “Dit is de grootste of belangrijkste manier van vereren.” Eenheid in diversiteit is mijn inziens het motto van onze geschriften. Dat zien we ook in de praktijk, en dat is in mijn optiek juist de grootheid en de pracht van onze Hindoe Dharma. Vele wegen leiden naar Satyaloka. We kunnen voor onszelf stellen dat een bepaalde verering ons meer voldoening geeft dan een andere, maar we kunnen eigenlijk nooit zeggen dat een bepaalde manier beter, krachtiger of effectiever is dan een andere manier. Waar het mijn inziens om gaat, is de essentie van ons handelen en de bhakti en intentie waarmee en waar vanuit we handelen.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *