De zesde dag na de geboorte wordt “chatti” [chattī] genoemd. Het is een feest dat alleen onder vrouwen wordt gevierd. Het geloof hierachter is dat Bhavani [Bhavānī] (schenkster van het leven, een aspect van Durga [Durgā]) op deze dag komt om de lalaata rekha [lalāta rekhā] (de lijn van het lot) op het voorhoofd van het kind te schrijven.

Traditioneel is het zo dat mannen de ruimte waarin de moeder en het kind verblijven, niet mogen betreden. Tegenwoordig wordt hier nauwelijks meer waarde aan gehecht en betreden mannen gewoon de ruimte waarin moeder en kind verblijven. In principe is het zo dat de pandit [paṇḍita] bekijkt wanneer de vader en anderen het kind mogen zien, in verband met ganda mula.

Op de dag van de chatti komt de nau (“priestershulpje”) om het huis schoon te maken. Het huis wordt afgestoft, de vloeren worden gestofzuigd en gedweild. Dan knipt de nau de nagels van de moeder, waarop zij vervolgens een bad neemt.

Moeder en kind krijgen nieuwe kleding van de moeders ouders. Als er geen ouders zijn, neemt de broer deze taak over. En anders een neef van de moeders vaders kant of een zus van de moeder. ‘s Middags worden er zeven sattvische gerechten (gerechten met zuivere ingrediënten) klaargemaakt. Na zes uur ‘s avonds maakt de nani [nānī] (de moeder van de moeder) van het kind een diya [diyā] aan, met de bijbehorende mantra:

ॐ अग्निर्ज्योतिर्ज्योतिरग्निः स्वाहा। सूर्यो ज्योतिर्ज्योतिः सूर्यः स्वाहा।
अग्निर्वर्चो ज्योतिर्वर्चः स्वाहा। सूर्यो वर्चो ज्योतिर्वर्चः स्वाहा।
ज्योतिः सूर्यः सूर्यो ज्योतिः स्वाहा।

ॐ agnirjyotirjyotiragniḥ svāhā. sūryo jyotirjyotiḥ sūryaḥ svāhā.
agnirvarco jyotirvarcaḥ svāhā. sūryo varco jyotirvarcaḥ svāhā.
jyotiḥ sūryaḥ sūryo jyotiḥ svāhā.

(Agni is licht, licht is Agni. Ik geef me eraan over. De Zon is licht, licht is de Zon. Ik geef me eraan over. Agni is schitterend, licht is schitterend. Ik geef me eraan over. De Zon is schitterend, licht is schitterend. Ik geef me eraan over. Ik geef me over aan het licht van de Zon en de Zon van het licht.)

Dan zit de moeder met het kind op haar schoot (op de grond). Op een bord wordt van alle zeven gerechten wat geschept. Dat bord legt de nani of een andere aanwezige vrouw vervolgens voor de moeder neer. Dan maakt een andere aanwezige vrouw zeven diya’s achter elkaar aan. Ook dit gebeurt voor de moeder. Tijdens het aanmaken houdt de moeder haar handen voor de ogen van het kind, om zichtsproblemen te voorkomen. De eerste diya wordt direct na het aansteken uitgeblazen.

De ouders van de moeder hebben gezorgd voor mithaai [miṭhāī] (zoete lekkernijen), die aan Bhagavaan [Bhagavān] zijn geofferd in de vorm van naivedya. Nu is de mithaai dus prasaada [prasāda], dat onder iedereen wordt verdeeld. Een zus van de vader van het kind zorgt voor kaajal kājala. Deze brengt ze dan aan op moeder en kind. Dit doet ze op de ruimte tussen de wenkbrauwen. Deze ruimte is de zesde chakra [cakra] en staat bekend als het derde oog of de plaats van verborgen wijsheid. Daarom wordt deze als zeer gunstig ervaren.

Tijdens het zetten van de stip kaajal, reciteert ze een krachtige mantra. Een voorbeeld van zo’n mantra is de maha mrityunjaya mantra [mahā mṛtyuñjaya mantra]:

ॐ त्र्यम्बकं यजामहे सुगन्धिं पुष्टिवर्धनम्।
उर्वारुकमिव बन्धनान् मृत्योर्मुक्षीय मामृतात्॥

ॐ tryambakaṃ yajāmahe sugandhiṃ puṣṭi-vardhanam;
urvā-rukamiva bandhanān mṛtyor-mokṣīya māmṛtāt.

(We concentreren ons op de verzorger van de wereld, Shiva [Śiva], die drie ogen heeft, de wereld geurt en ons allen verzorgt. O Shiva, bescherm ons van moeilijkheden en de dood, en verlos ons van onze begoocheling.)

Vibhuti (havana-as) kan in principe ook worden gebruikt. In dat geval wordt wat vibhuti in de linkerhand genomen en doet de persoon sparsha [sparśa] met haar rechterringvinger. Dat betekent dat ze met haar rechterringvinger bepaalde lichaamsdelen aanstipt met het as.

ॐ त्र्यायुषं जमदग्नेः।        (ललाटे)
ॐ कश्यपस्य त्र्यायुषम्।     (ग्रीवायाम्)
ॐ यद्देवेषु त्र्यायुषम्।        (दक्षिण बाहुमू्ले)
ॐ तन्नोऽस्तु त्र्यायुषम्॥    (हृदये)

  1. Voorhoofd: ॐ tryāyuṣam jamadagneḥ.
  2. Nek: ॐ kaśyapasya tryāyuṣam.
  3. Rechterschouder: ॐ yaddeveṣu tryāyuṣam.
  4. Hart: ॐ tanno’stu tryāyuṣam.

Vervolgens wordt een stip vibhuti op het voorhoofd (tussen de wenkbrauwen) gezet. Hierbij wordt wederom de maha mrityunjaya mantra gereciteerd. Als er geen vibhuti is, kan er water worden genomen, waarbij vervolgens “Jalamiti bhasma” wordt gezegd. Vervolgens wordt sparsha gedaan zoals hierboven is beschreven. Na het aanbrengen van kaajal of vibhuti wordt er een beschermkoord gebonden om de rechterpols van de baby. In sommige families krijgt de baby ook een tabeeja tabīja om, die hij voor de rest van het leven draagt voor bescherming.

Na deze “beschermrituelen” geven de aanwezige vrouwen hun goede wensen aan moeder en kind. Voor de moeder wordt een thaali [thāli] geplaatst. Naast de plaats waar de vrouwen één voor één gaan zitten om hun goede wensen/zegen uit te spreken, ligt een teil met gewassen hele korrels rijst met durva-gras [dūrva] erdoorheen. De vrouwen gaan één voor één voor de moeder zitten en nemen wat rijst met durva in hun handen. Vervolgens draaien ze kloksgewijs ermee om het gezicht van de moeder en boven het kind, terwijl ze hun goede wensen/zegen uitspreken. Een voorbeeld van zo’n wens/zegen is: “Moge de schoot van de moeder nooit leeg zijn en het kind een goede toekomst krijgen.” Vervolgens laten ze de inhoud van hun handen in de thaali vallen.

In sommige families wordt als afsluitend ritueel een pluk haar van de moeder in melk gewassen, als teken van voorspoed en met de zegen dat ze altijd vruchtbaar mag blijven.

Hierna begint het vrouwenfeest pas echt. Er is vaak een vrouwenmuziekbandje en er worden allerlei liederen gezongen. Dit feest duurt soms tot diep in de nacht. Als het bedtijd is voor het kindje, wordt het kindje in sommige families in slaap gewiegd door de aanwezige vrouwen, onder begeleiding van sohars (bepaalde soort liederen), net als Bala Gopala [Bāla Gopāla] (baby Krishna [Kṛṣṇa]).

De volgende ochtend aanschouwen moeder en kind de zon. En in principe mag de vader nu pas het kind zien, tenzij de pandit iets anders heeft geconstateerd in de geboortehoroscoop van de baby.