De kalasha puja [kalaśa pūjā] is een ritueel waarbij we alle elementen van brahmaand [brahmāṇḍa] (de kosmos) vereren als één geheel. Hierbij staan we stil bij de eenheid in diversiteit van de schepping. Dit doen we met behulp van een kalasha. Dit is een soort (metalen) pot, ook wel lota [loṭā], waarop we een svastika en trishul [triśūla] tekenen. Dit doen we met rode chandan [candana] of kumkum [kuṅkum]. De svastika en trishul zijn twee belangrijke symbolen in het hindoeïsme met veel symboliek over aspecten in de schepping.

Zo staat de svastika voor Purusha [Puruṣa] (het kosmisch bewustzijn) en Prakriti [Prakṛti] (het manifesterend principe). De armen van de svastika geven de evolutionaire dynamiek en voortgang aan, die Purusha en Prakriti samen teweegbrengen in het universum. Als de bovenste arm van de svastika naar links wijst, staat dit voor involutie of teruggang, wat we nivritti [nivṛtti] noemen. Wijst de bovenste arm van de svastika naar rechts, dan staat het voor de evolutionaire voortgang van het universum met al zijn wezens. Dit noemen we pravritti [pravṛtti]. De svastika wijst tevens naar alle vier windrichtingen, waarbij de armen elkaar op één punt kruisen. Daarom staat de svastika ook wel symbool voor standvastigheid. De trishul staat voor alle diverse drie-eenheden in het hindoeïsme, zoals de Trideva, Tridevi, triguna, tridosha, tririna en triloka. Met deze twee symbolen brengen we veel aspecten van de schepping terug in de kalasha.

1. Bhumi sparsha [bhūmi sparśa] (aarde/grond aanraken)
Alles speelt zich af in de schoot van Moeder Aarde. Al het leven, onze handelingen en dus ook onze puja [pūjā]. Daarom richten wij onze aandacht eerst aan haar. We raken de grond met beide handen aan en groeten Moeder Aarde eerbiedig terwijl we de volgende mantra reciteren.

ॐ भूरसि भूमिरस्यादितिरसि विश्वधाय विश्वस्य भुवनस्य धर्त्री।
पृथिवीं यच्छ पृथिवीं दृ ग्वं ह पृथिवीं माहि ग्वं सीः॥

ॐ bhūrasi bhūmi-rasyāditirasi viśvadhāya viśvasya bhuvanasya dhartrī.
pṛthivīṃ yaccha pṛthivīṃ dṛ gvaṃ ha pṛthivīṃ māhi gvaṃ sīḥ.

(U bent het object van zintuiglijke waarneming. U bent de vrouwelijke goddelijke gedaante die de vormen van de Aarde verdeelt. U bent de producent van het universum, de steun van alle levende wezens in het universum. Houd de Aarde in stand, houd de Aarde stevig vast en maak haar efficiënt in haar motie.)

2. Kalasha sthaapna [kalaśa sthāpanā] (kalasha plaatsen)
Voedsel is basaal voor de schepping: zonder voedsel kan niets en niemand leven, groeien of bloeien. De kalasha symboliseert de schepping en komt dus bovenop anna (voedsel) te staan. We plaatsen een hoop rijst aan de linkerzijde van de puja-plaats en reciteren daarbij de volgende mantra.

धान्यमसि धिनुहि देवान् प्राणाय त्वो दानाय त्वा व्यानाय त्वा।
दीर्घामनु प्रसितिमायुषे धां देवो वः सविता हिरण्यपाणिः प्रति गृभ्णात्वच्छिद्रेण पाणिना चक्षुषे त्वा महीनां पयोऽसि॥ – शुक्ल यजुर्वेद १.१.२०

ॐ dhānyamasi dhinuhi devān prāṇāya tvo dānāya tvā vyānāya tvā.
dhīrghāmanu prasitimāyuṣe dhāṇ devo vaḥ savitā hiraṇyapāṇiḥ prati gṛbhṇātvacchidreṇa pāṇinā cakṣuṣe tvā mahīnāṃ payo’si. – Śukla Yajurveda 1.1.20

(U bent het graan dat de Goddelijke gedaantes tevreden stelt en verblijdt. U bent de levensadem. U bent de uitgaande adem. U bent de gelijkmakende adem. Moge ik mijn leven verlengen. Moge de Zon, Hij met gouden handen, vlekkeloos zijn hand uitsteken om U te ontvangen. U bent levenssap voor het oog van de groten.)

Vervolgens reciteren we de volgende mantra, waarbij we de kalasha in het midden van de hoop rijst plaatsen.

ॐ आजिघ्र कलशं मह्या त्वा विशन्त्विन्दवः पुनरुर्जा सा नः।
सहस्त्रन् धुक्ष्वोरु धारा पयस्वती पुनर्म्मा विशताद्रयिः॥

ॐ ājighra kalaśaṃ mahyā tvā viśantvindavaḥ punarurjā sā naḥ.
sahastran dhukṣvoru dhārā payasvatī punarmmā viśatādrayiḥ.

(Veroorzaak het stralende vuur van perceptie rondom uw zeer geëerde container voor vernieuwde voeding. Blijf daar en laat het vermeerderen in duizenden, zodat er zuivere kracht uit kan komen tot ons.)

3. Jala (water in de kalasha schenken)
De schepping bestaat voor 70% uit water. De kalasha symboliseert de schepping en daarom vullen we deze voor 70% met water. Hierbij reciteren we de volgende mantra.

ॐ वरुणस्योत्तम्भनमसि वरुणस्य स्कम्भ सर्जनीस्थो।
वरुणस्य ऋत सदन्यसि वरुणस्य ऋत सदनमसि वरुणस्य ऋत सदनमासीद्॥

ॐ varuṇasyottam-bhanamasi varuṇasya skambha sarjanīstho.
varuṇasya rita sadanyasi varuṇasya rita sadanmasi varuṇasya rita sadanmāsīd.

(U bent verklaard als alle wateren die aanwezig zijn in de gehele schepping. U verbleef, verblijft en zal altijd verblijven in water als de eeuwige wet van waarheid.)

4. Gandha (geur)
Gandha staat voor onze reuk, de geur die we waarnemen. Het verspreiden van geur duidt aan dat het Goddelijke allesdoordringend is en dat Hij het gehele universum vult met zijn levende aanwezigheid. Daarom dienen we het Goddelijke in alles te zien. Geur symboliseert ook wel ons doorzettingsvermogen. Zoals geur alles doordringt, dienen wij ook ons doorzettingsvermogen als drijfveer te hebben. We vouwen onze handen, reciteren de mantra en offeren wat rooswater in de kalasha.

ॐ गन्धद्वारां दुराधर्षां नित्यपुष्टां करीषिणीं।
ईश्वरीं सर्वभूतानां तामिहोपह्वये श्रियम्॥

ॐ gandha-dvārāṃ durā-dharṣāṃ nitya-puṣṭāṃ karīṣiṇīṃ.
īśvarīṃ sarva-bhūtānāṃ tāmihopahvaye śriyam.

(Uw genade is te verkrijgen door het offeren van geurende zaken, U bent de schenker van overvloedig voedsel, heilige koeien en ander rijkdom. U bent de grote Godheid van alle wezens. O Eerwaarde, ik roep U aan.)

5. Durva [dūrva] (durva-gras)
Durva droogt nooit op en blijft groeien. Dit symboliseert de eeuwige liefde en zorg die wij dienen te hebben voor de schepping. We doen wat durva in de kalasha terwijl we de volgende mantra reciteren.

ॐ का्ण्डातकाण्डात् प्ररोहन्ती परुषः परुषस्परि।
एवानो दूर्वे प्रतनु सहस्त्रेण शतेन च॥

ॐ kāṇḍāt-kāṇḍāt prarohantī paruṣaḥ paruṣaspari.
evāno dūrva pratanu sahastreṇa śatena ca.

(O dūrva, U ontstaat uit uw elke spriet en elke knoop van U. Zo breidt U zich uit tot duizend en honderd.)

6. Pancha pallava [pañca pallava] (vijf soorten bladeren – baragada, gulara, peepal, ama en paakara [baragada, gūlara, pīpala, āma, pākaŗa] – of vijf mangobladeren)
De vijf bladeren staan symbool voor de vijf oerelementen (aarde, water, vuur, lucht en ruimte), waaruit de schepping is opgebouwd. We plaatsen deze in de mond van de kalasha en reciteren hierbij de volgende mantra.

ॐ अश्वत्थे वो निषदनं पर्णे वो वसतिस्कृता।
गोभाज इत्किलासथ यत्सनवथ पूरूषम्॥ – ऋग्वेद १०.९७.५

ॐ aśvatthe vo niṣadanaṃ parṇe vo vasatiskṛtā.
gobhāja itkilāsatha yatsanavatha pūrūṣam. – Ṛgveda 10.97.5

(De heilige vijgenboom is uw thuis, uw huis zijn de bladeren. U bent betrokken bij de zintuigen en zenuwen, die leiden tot realisatie van de Goddelijke Ziel.)

7. Dravya (goud of edel/halfedel metaal)
Dravya betekent letterlijk “goud”. Goud verwijst naar het basiselement ruimte akasha [ākāśa], waaruit de hele Aarde uiteindelijk is ontstaan. Dit verwijst naar het Goddelijke als Oerbron van de Aarde en haar schepsels. We offeren een stukje edel of halfedel metaal – dit mag ook een gewassen stuiver zijn – in de kalasha en reciteren hierbij de volgende mantra.

ॐ हिरण्यगर्भः समवर्त्तताग्रे भूतस्य जातः पतिरेक आसीत्।
स दाधार पृथिवीं द्यामुतेमाङ् कस्मै देवाय हविषा विधेम॥ – ऋग्वेद १०.१२१.१

ॐ hiraṇya-garbhaḥ samavartta-tāgre bhūtasya jātaḥ patireka āsīt.
sa dādhāra pṛthivīṃ dyāmutemāṅ-kasmai devāya haviṣā vidhema. – Ṛgveda 10.121.1

(O gouden baarmoeder, U bent het enige eeuwige bestaan waaruit alle wezens op Aarde worden geboren. U draagt de Aarde en dat wat erop leeft altijd. (Vertelt U ons,) aan welke Goddelijke gedaante zullen we onze kennis en aandacht schenken?)

8. Vastra (kleding, stuk watten – gekleurd met haldi en sindoor [sindūra] – om de hals van de kalasha binden met mauli [maulī])
We vervangen oude/vuile kleding altijd door nieuwe/schone kleding. Dit kunnen we symbolisch begrijpen als het achterlaten van het verleden en het vernieuwen van onszelf. Het verleden is er alleen om van te leren; we moeten er niet mee leven. In het heden kunnen we onze ervaringen en lessen uit het verleden toepassen. Op deze manier leren we van onze fouten, om ze vervolgens niet meer te maken en onszelf tot een goed en zuiver bestaan te leiden. Kleding staat tevens voor schaamte en bescheidenheid, waarmee we ons lichaam bedekken. We binden een stuk watten, dat we kleuren met haldi en sindoor, met mauli om de hals van de kalasha. Hierbij reciteren we de volgende mantra.

ॐ सर्वभूषादिके सौम्ये लोकलज्जानिवारणे।
मयोपपादिते तुभ्यं वाससी प्रतिगृह्यताम्॥

ॐ sarva-bhūṣādike saumye loka-lajjā-nivāraṇe.
mayo-papādite tubhyaṃ vāsasī pratigṛhyatām.

(O Vriendelijke, in alle soorten kleding verlost U ons van de wereld der schaamte. O Allerhoogste, ik schenk U fatsoenlijke kleding om te dragen.)

9. Purnapaatra [pūrṇapātra] (een hele kokosnoot op de kalasha plaatsen)
Met purnapaatra maken we de kalasha/kosmos compleet. De kalasha bestaat als het ware uit drie delen. Creatie, instandhouding en vernietiging (de Trideva) vormen het eerste deel. De lota en pancha pallava symboliseren de kosmos, waaronder de vijf oerelementen. Tenslotte staat de kokosnoot die we bovenopop de kalasha plaatsen voor voorspoed. We wikkelen de kokosnoot in een rode lap stof en plaatsen deze op de kalasha terwijl we de volgende mantra reciteren.

ॐ याः फलिनीर्या अफला अपुष्पा याश्च पुष्पिणीः।
वृहस्पति प्रसूतास्ता नो मुञ्चन्त्व ग्वं ह सः॥ – ऋग्वेद १०.९७.१५

ॐ yāḥ phalinīryā aphalā apuṣpā yāśca puṣpinīḥ.
bṛhaspati prasūtāstā no muñcantva gvaṃ ha saḥ. – ṚgVeda 10.97.15

(Dat wat vruchten draagt en dat wat geen vruchten draagt, dat zonder bloemen en dat met bloemen. Aan ons die bestaan doordat we geboren zijn uit de enorme Heer: bevrijd ons! Alles is het Goddelijke.)

Vardhini kalasha puja [vardhinī kalaśa pūjā] (verering van de vegetatieve elementen van de kosmos)

Nu verrichten we een korte puja voor de vegetatieve elementen van de kosmos. Deze bevorderen onze groei en nemen daarom een belangrijke plaats in in deze schepping.

1. Avahanam [āvāhanam] (aanroeping)
De vegetatieve elementen van de kosmos worden aangeroepen om te komen, zodat deze kunnen worden vereerd.

ॐ आगच्छ भगवन देव स्थानचात्रे स्थितो भव।
यावत पूजां करिष्यामि तावत्त्वम सन्निधो भव॥
ॐ वर्धिनी-वरुणाद्यावाहिता देवताभ्यो नमः। आवाहयामि।

ॐ āgaccha bhagavana deva sthānacātre sthito bhava.
yāvat pūjāṃ kariṣyāmi tāvattvam sannidho bhava.
ॐ vardhinī-varuṇadhyāvāhitā devatābhyo namaḥ. āvāhayāmi.

(O Allerhoogste, welkom! Kom en zetel U hier, waar ik me aan U overgeef. Wees alstublieft aanwezig tijdens alle rituelen van deze puja. Ik buig tot de vegetatieve kosmos die haar oorsprong in Varuna [Varuṇa] vindt en in Hem samenkomt. Ik roep U aan.)

2. Gandha (geur)
Gandha staat voor onze reuk, de geur die we waarnemen. Het verspreiden van geur duidt aan dat het Goddelijke allesdoordringend is en dat Hij het gehele universum vult met zijn levende aanwezigheid. Daarom dienen we het Goddelijke in alles te zien. Geur symboliseert ook wel ons doorzettingsvermogen. Zoals geur alles doordringt, dienen wij ook ons doorzettingsvermogen als drijfveer te hebben. We vouwen onze handen, reciteren de mantra en offeren wat rooswater voor de kalasha.

ॐ गन्धद्वारां दुराधर्षां नित्यपुष्टां करीषिणीं।
ईश्वरीं सर्वभूतानां तामिहोपह्वये श्रियम्॥
ॐ वर्धिनी-वरुणाद्यावाहिता देवताभ्यो नमः। गन्धं समर्पयामि।

ॐ gandha-dvārāṃ durā-dharṣāṃ nitya-puṣṭāṃ karīṣiṇīṃ.
īśvarīṃ sarva-bhūtānāṃ tāmihopahvaye śriyam.
ॐ vardhinī-varuṇadhyāvāhitā devatābhyo namaḥ. gandhaṃ samarpayāmi.

(Uw gratie is te verkrijgen door het offeren van geurende zaken, U bent de schenker van overvloedig voedsel, heilige koeien en andere rijkdom. U bent de Grote Godheid van alle wezens. O eerwaarde, ik roep U aan. Ik buig tot de vegetatieve kosmos die haar oorsprong in Varuna vindt en in Hem samenkomt. Accepteert U dit offer van geur.)

3. Puṣpam (bloem)
Bloemen symboliseren ons bewustzijn, hart en onze ziel. Ze zijn zacht en rustig van aard, en maken anderen blij. Daarmee symboliseren bloemen de vrijgevigheid en hartelijkheid die wij in ons innerlijk en in onze handelingen dienen te integreren. Tijdens deze handeling van bezinning staan we hierbij stil. We nemen een bloem in onze handen, vouwen onze handen, reciteren de mantra en plaatsen de bloem vervolgens voor de kalasha.

ॐ माल्यादीनि सुगन्धीनि मालित्यादीनि वै प्रभो।
मयानीतानि पुष्पाणि गृहाण परमेश्वर/परमेश्वरी॥
ॐ वर्धिनी-वरुणाद्यावाहिता देवताभ्यो नमः। पुष्पं समर्पयामि।

ॐ mālyādīni sugandhīni mālityādīni vai prabho.
mayā-nītāni puṣpāṇi gṛhāṇa parameśvara/parameśvarī.
ॐ vardhinī-varuṇadhyāvāhitā devatābhyo namaḥ. puṣpaṃ samarpayāmi.

(Bloemenkransen, geur en bloemenkronen sieren U, o Godheid! Accepteer deze bloemenoffers, o Allerhoogste. Ik buig tot de vegetatieve kosmos die haar oorsprong in Varuna vindt en in Hem samenkomt. Accepteer deze bloem.)

4. Dhupa [dhūpa] (wierook)
Ook dhupa staat voor onze reuk, de geur die we waarnemen. Het verspreiden van geur duidt aan dat het Goddelijke allesdoordringend is en dat Hij het gehele universum vult met zijn levende aanwezigheid. Daarom dienen we het Goddelijke in alles te zien. Geur symboliseert ook wel ons doorzettingsvermogen. Zoals geur alles doordringt, dienen wij ook ons doorzettingsvermogen als drijfveer te hebben. We reciteren de mantra en draaien met brandend wierook kloksgewijs voor de kalasha.

ॐ वनस्पतिरसोद्भूतो गन्धाढ्यो गन्धोऽत्तमः।
आघ्रेयः सर्वदेवानां धूपोयं प्रतिगृह्यताम्॥
ॐ वर्धिनी-वरुणाद्यावाहिता देवताभ्यो नमः। धूपं आघ्रापयामि।

ॐ vanaspati-rasod-bhūto gandhāḍhyo gandho’ttamaḥ.
āghreyaḥ sarva-devānāṃ dhūpoyaṃ pratigṛhyatām.
ॐ vardhinī-varuṇadhyāvāhitā devatābhyo namaḥ. dhūpaṃ āghrāpayāmi.

(O Allerhoogste, accepteer dit zuivere kruid dat gevuld is met geur en de hoogste geur bevat. Deze geur wordt besmeurd door alle Godheden. Ik buig tot de vegetatieve kosmos die haar oorsprong in Varuna vindt en in Hem samenkomt. Accepteer deze geur.)

5. Deepa [dīpa] (licht)
Het licht van de diya [diyā] symboliseert het Goddelijke en de verlichting van onze geest. Met licht zijn we in staat duister te verdrijven en zaken beter waar te nemen. Tijdens deze handeling werpen we licht op de kalasha als plaats waar alle elementen van de kosmos in samenkomen, waarbij elke attribuut een bepaalde boodschap heeft. Op deze manier herinneren we onszelf aan de leringen van het Goddelijke en zijn we in staat het Goddelijke beter waar te nemen. We reciteren de mantra en draaien met een brandende diya kloksgewijs voor de kalasha.

ॐ साज्यं च वर्तिसंयुक्तं वह्निना योजितं मया।
दीपं गृहाण देवेश त्रैलोक्य तिमिरापहम्॥
ॐ वर्धिनी-वरुणाद्यावाहिता देवताभ्यो नमः। दीपं दर्शयामि।

ॐ sājyaṃ ca varti-saṃyuktaṃ vahninā yojitaṃ mayā.
dīpaṃ gṛhāṇa deveśa trailokya timirāpaham.
ॐ vardhinī-varuṇadhyāvāhitā devatābhyo namaḥ. dīpaṃ darśayāmi.

(Dit aardenlampje gemaakt van geklaarde boter en watten is gezamenlijk genoemd naar vuur. O Goddelijke, accepteer dit licht en verdrijf het duister in alle drie werelden. Ik buig tot de vegetatieve kosmos die haar oorsprong in Varuna vindt en in Hem samenkomt. Accepteert U dit licht zodat mijn zicht van U wordt vergroot.)

6. Naivedyam (spijs/”prasaad” [prasāda])
Volgens de Ayurveda [Āyurveda] heeft voedsel altijd een bepaalde werking op ons lichaam en onze geest. Wanneer we zuiver voedsel tot ons nemen, heeft dat dus ook een helende werking op ons lichaam en onze geest. Daarom offeren we zuiver voedsel tot het Goddelijke. Dit voedsel is vrij van dierlijke stoffen, zout en pittige kruiden. We gebruiken alleen voedsel van de aard sattva. Door voedsel te laten inzegenen, voedt het niet alleen ons lichaam maar ook onze geest. We reciteren de mantra en raken met de schaal spijzen de kalasha aan. Doorgaans plaatsen we een beetje van de spijzen voor de kalasha.

ॐ शर्कराघृतसंयुक्तं मधुरं स्वादु चोत्तमं।
उपहारसमायुक्तं नैवेद्यं प्रतिगृह्यताम्॥
ॐ वर्धिनी-वरुणाद्यावाहिता देवताभ्यो नमः। नैवेद्यं निवेदयामि।

ॐ śarkarā-ghṛta-saṃyuktaṃ madhuraṃ svādu cottamaṃ.
upahāra-samāyuktaṃ naivedyaṃ pratigṛhyatām.
ॐ vardhinī-varuṇadhyāvāhitā devatābhyo namaḥ. naivedyaṃ nivedayāmi.

(Suiker, geklaarde boter en honing samen vormen een verrukkelijke en hoge smaak. Tezamen vormen ze een spijs die ik aan U presenteer. Accepteer dit offer. Ik buig tot de vegetatieve kosmos die haar oorsprong in Varuna vindt en in Hem samenkomt. Accepteert U deze spijs.)

7. Aachamani [ācamanī] (mond spoelen)
Nadat we hebben gegeten spoelen we onze mond, zodat het vuil los komt en vervolgens wordt uitgespuugd. Daarom bieden we het Goddelijke ook water aan na het offeren van de spijs. Het offeren van spijzen en water symboliseert het vasthouden en loslaten van materiële (en dus tijdelijke) zaken. Ook symboliseren deze handelingen samen dat onze spraak altijd zuiver hoort te zijn. We horen goede woorden te spreken, omdat we met onze spraak een invloed uitoefenen op anderen en daarmee karma verrichten. We reciteren de mantra en sprenkelen water op de kalasha.

ॐ सर्वतीर्थसमायुक्तं सुगन्धिं निर्मलंजलं।
आचम्यतां मयादत्तं प्रसीद परमेश्वर/परमेश्वरी॥
ॐ वर्धिनी-वरुणाद्यावाहिता देवताभ्यो नमः। मुखे आचमीयं जलं समर्पयामि।

ॐ sarva-tīrtha-samāyuktaṃ sugandhiṃ nirmalaṃ-jalaṃ.
ācam-yatāṃ mayā-dattaṃ prasīda parameśvara/parameśvarī.
ॐ vardhinī-varuṇadhyāvāhitā devatābhyo namaḥ. mukhe ācamanīyaṃ jalaṃ samarpayāmi.

(O Allerhoogste, alle heilige wateren zijn bij elkaar aanwezig in dit geurige water dat geen materiële verontreiniging bevat. Accepteer dit water dat ik U schenk om uw mond te wassen. Ik buig tot de vegetatieve kosmos die haar oorsprong in Varuna vindt en in Hem samenkomt. Accepteert U dit water om Uw mond te wassen.)

8. Sarvopachaaram [sarvopacāraṃ] (offer om alle ontbrekende rituele stappen aan te vullen)
Het Goddelijke is niet in woorden, daden of omvang uit te drukken. Het is eeuwig, oneindig en onvergankelijk. Zo is ook de verering van het Goddelijke eeuwig, oneindig en onvergankelijk. Daarom nemen we altijd een handeling op in onze puja om symbolisch al het ontbrekende aan te vullen. We gebruiken hiervoor ongebroken rijstkorrels (die van tevoren zijn gewassen), die deze drie kenmerken van het Goddelijke symboliseren en tevens erop duiden dat onze liefde voor de schepping universeel en ongebroken dient te zijn. Door de ongebroken rijstkorrels mengen we bloemblaadjes. Bloemblaadjes symboliseren ons bewustzijn, hart en onze ziel. Ze zijn zacht en rustig van aard, en maken anderen blij. Daarmee symboliseren bloemblaadjes de vrijgevigheid en hartelijkheid die wij in ons innerlijk en in onze handelingen dienen te integreren. Ook nemen we durva [dūrva] op in het mengsel. Durva droogt nooit op en blijft groeien. Dit symboliseert de eeuwige liefde en zorg die wij dienen te hebben voor de schepping. We nemen ongebroken rijstkorrels, bloemblaadjes en durva in onze handen, reciteren de mantra en plaatsen de inhoud van onze handen vervolgens voor de kalasha.

ॐ वर्धिनी-वरुणाद्यावाहिता देवताभ्यो नमः। सर्वोपचारम् समर्पयामि॥

ॐ vardhinī-varuṇadhyāvāhitā devatābhyo namaḥ. sarvopacāraṃ samarpayāmi.

(Ik buig tot de vegetatieve kosmos die haar oorsprong in Varuna vindt en in Hem samenkomt. Accepteer dit offer van alle rituele stappen.)