Of het verrichten van een havana gezond is of niet hangt af van een aantal factoren. Bij een havana is het de bedoeling dat er fijne, witte rook vrijkomt. Deze rook is gezond en zorgt voor een positieve energie. Komt er echter zwarte of donkergrijze rook vrij, dan is dit ongezond en kunnen we ademhalingsproblemen en/of longklachten oplopen, zeker wanneer we vaker havana verrichten. Daarom behandel ik graag een paar aandachtspunten die belangrijk zijn wanneer je een havana verricht.

Hout dat je voor de havana gebruikt

Het hout dat je gebruikt, wordt tijdens de havana verbrand en veroorzaakt dus ook de meeste rook. Daarom is het belangrijk om goed hout te gebruiken en ook niet teveel*. Het beste is om natuurlijk hout te gebruiken, zoals takken van bomen, aanmaakhout of mangohout. In religieuze winkels wordt vaak “dhoop ke lakhri” (aromatisch hout, vaak vertaald als sandelhout) verkocht, maar dit blijkt in de praktijk vaak gewoon brandhout te zijn. Echt sandelhout is erg schaars en moeilijk te importeren in Nederland. Ik heb zelfs begrepen dat het in Europa als beschermde soort wordt gezien en hier daarom verboden is.

*Maak dunnere latjes van het hout, begin met drie latjes, vet het hout voor en tijdens de havana goed in met mosterdolie (vooral op de zwarte plekken) en voeg pas een nieuw latje toe als het hout bijna is opgebrand.

Samagri die je voor de havana gebruikt

Ook samagri verbranden we volop tijdens de havana. Daarom is het belangrijk dat ook de samagri zo gezond mogelijk is. Het beste is om de samagri zelf vers te maken. Dit kun je doen door de volgende ingrediënten fijn te maken en vervolgens te mengen:

  • Graansoorten: navdhanya, ongepelde rijst (dhaan)
  • Ayurvedische kruiden: kurkuma (hardi/haldi, liefst vers en gedroogd), kruidnagels, nootmuskaat, groene kardemom, saffraan
  • Gedroogd fruit: dadels, rozijnen, kokosnoot
  • Zaden: sesamzaad, lotuszaden
  • Bladeren: rozenbladeren, hennabladeren (allemaal liefst gedroogd)
  • Aromatische elementen: guggul, loban en/of andere korrelwierook, sandel (chandan)
  • Brandstof: kamfer, plantaardige natuurlijke ghee of olie (sesamolie of mosterdolie)
  • Overig: rietsuiker

Qua verhouding houd ik meestal aan dat ik van alles evenveel gebruik, dus bijvoorbeeld een eetlepel van alles. Je hebt ook niet veel havana samagri nodig. Vaak zie je dat mensen een hand vol samagri nemen per ahuti (vuuroffer), terwijl een half koffielepeltje al voldoende is.

Kant-en-klare samagri uit de pujawinkel bestaat vaak hoofdzakelijk uit houtsnippers en dat is niet gezond, noch is het de manier waarop samagri hoort te zijn. Goede samagri herken je door de aromatische en natuurlijke geur van ayurvedische kruiden.

Ghee/olie die je voor de havana gebruikt

Sommige ghee bevat veel vocht en daardoor knettert het vaak tijdens de havana. Ik raad aan om zelf veganistische ghee te maken of olie te maken van sesamzaad of mosterdzaad of om pure sesamolie of mosterdolie te kopen en gebruiken voor de havana. Gekochte ghee bevat namelijk vaak ook toevoegingen en is dan dus niet puur, naast het feit dat veel koeien worden uitgebuit in de zuivelindustrie en plantaardige ghee palmolie bevat, waarvoor vele bossen worden gekapt en (het welzijn van) de fauna en flora wordt bedreigd.

Luchttoevoer tijdens de havana

Als je havana doet, is het belangrijk dat er voldoende luchttoevoer is. Zet voldoende ramen en deuren open om de rook te verspreiden en af te voeren. Heb je een afzuigsysteem in je huis; zet deze dan aan. Zorg ook dat de ruimte waar je havana doet niet te vol is. Vaak nodigen we veel mensen uit bij havana’s en is de ruimte erg vol met mensen, meubels en spullen/materialen. Dat komt onze gezondheid niet ten goede; er moet voldoende luchttoevoer zijn. Het liefst doe je de havana in de open lucht, zoals in de tuin of op het balkon. Zo zorg je voor voldoende luchttoevoer en voorkom je eventuele rookschade in huis.

Om goed te kunnen begrijpen wat de toegevoegde waarde van rituele regels is, is het belangrijk om stil te staan bij wat rituelen eigenlijk zijn en waarvoor ze dienen.

Rituelen zijn eigenlijk gewoon symbolen en handelingen die een bepaalde betekenis hebben. Van oorsprong zijn rituelen bedoeld om bewustzijn te ontwikkelen. Ze helpen ons om een bewuste leefstijl te ontwikkelen en aan geestelijke en spirituele zuivering te werken. Rituelen zijn dus hulpmiddelen om te bezinnen en geen doel op zichzelf.

Om dat proces van bezinnen goed te begeleiden, kennen rituelen bepaalde (leef)regels. Deze (leef)regels zetten de rituelen kracht bij. Dit effect is het beste te merken wanneer je de rituelen bewust, onbaatzuchtig, met de juiste intenties en op de juiste tijd, plaats en omstandigheden verricht. Dit heeft onder andere te maken met onze leefstijl en de stand van de hemellichamen. Onze leefstijl bepaalt de puurheid van onze eigen spirituele energie en de hemellichamen hebben een enorme invloed op het aardse leven en daarmee dus ook ieder individu op deze aarde.

Vandaag de dag is de kennis van de rituelen erg verwaterd. De focus ligt meer op het uiterlijk verrichten van de handelingen dan het bewustzijn waarmee we de rituelen verrichten. Veel hindoes staan met het ene been in rituelen en met het andere been in een leefstijl die niet op de rituelen rijmt*. Op deze manier is het helaas moeilijk om de effecten van de rituelen te merken en verder te komen op het pad van spirituele ontwikkeling. Om dit pad wèl op een juiste manier te bewandelen, zijn er verschillende wegen beschreven in de hindoegeschriften.

Één van de meest toegankelijke wegen is de ashtanga yoga, die onder andere in de Bhagavad Gita en Patanjali Yoga Sutra’s in heldere taal wordt uiteengezet.

*Een eenvoudig voorbeeld:

Tijdens rituelen bidden veel hindoes voor hun eigen welzijn en dat van hun dierbaren, de natuur en de schepping in het algemeen. Toch zijn er veel hindoes die niet bewust eten en drinken (niet bevorderlijk voor de gezondheid), dieronvriendelijk leven (niet veganistisch), het milieu belasten (consumerend, plastic, niet veganistisch etc.), roddelen, schelden, discrimineren en andere negatieve karma verrichten.

Je kunt de meest uitgebreide rituelen verrichten, maar rituelen zijn en blijven hulpmiddelen. Rituelen op zichzelf maken jou geen beter mens; je zult de betekenis van de rituelen in je dagelijkse leven moeten integreren als je werkelijk jezelf wilt ontwikkelen, je leven wilt beteren, zuivering wilt bereiken en dichterbij het goddelijke en/of moksha wilt komen.

Vandaag de dag worden zaken als melk, yoghurt, ghee en honing meestal niet meer op een harmonieuze of zuivere manier verkregen en gemaakt. Vaak zitten er toevoegingen in en is het verkregen middels dierleed, waardoor het ongeschikt is om tijdens puja’s te gebruiken. Immers, ahimsa paramo dharmah (geweldloosheid is de hoogste dharma) en offers horen zo zuiver, natuurlijk, onbewerkt, ethisch en (dier)leedvrij mogelijk te zijn.

In dit artikel beschrijf ik plantaardige alternatieven die je kunt gebruiken voor melk, yoghurt, ghee en honing.

Melk: huisgemaakte plantaardige melk

Amandelmelk

Om amandelmelk te maken, heb je 250 gram biologische ongebrande en ongezouten amandelen en 1 liter water nodig. Het enige wat je hoeft te doen, is de amandelen 1 of 2 nachtjes laten weken in een laag water, de amandelen afgieten, schoonspoelen en ze vervolgens met 1 liter water in een blender mixen. Hoe minder water je gebruikt, hoe romiger de amandelmelk wordt. Daarna zeef je de amandelpulp uit het water en knijp je deze uit met een kaasdoek of een heel fijne zeef met stamper (of gewoon een stevige lepel).

Havermelk

Je kunt ook eenvoudig plantaardige melk maken door havermout te gebruiken in plaats van amandelen. Havermout is goedkoper en hoef je niet te laten weken, wat tijd scheelt. Echter zijn er verschillende meningen over of je wel of geen graansoorten zou mogen gebruiken in puja’s. Zelf ben ik hier niets duidelijks over tegengekomen in de geschriften. Mijns inziens zou het mogelijk zijn om havermout te gebruiken, aangezien het gebruik van graansoorten in meerdere geschriften voorkomt. Over specifiek havermout kan ik me echter geen schriftuurlijke vers herinneren. Ik ben er dus niet 100% zeker van of je havermelk zou mogen gebruiken. Al zie ik er op zich ook geen kwaad in, zolang het maar biologisch en onbewerkt is. Het is in ieder geval ethischer dan koemelk.

Rijstmelk

Een andere optie is rijstmelk. Onze voorouders gebruikten dit vroeger in India en Suriname al wanneer een baby of kind bijvoorbeeld een koemelkallergie had of wanneer ze geen melkkoeien hadden of koemelk onverkrijgbaar of te duur was. Wat je hiervoor doet, is 50 gram rijst een nacht laten weken in een laag water. Daarna spoel je de rijst schoon in een zeef en kook je deze helemaal zacht in een pan met 1 tot 1,5 liter water. Daarna laat je de rijst afkoelen (in het kookwater laten!) en dan maal je het fijn in de blender.

Yoghurt: huisgemaakte plantaardige yoghurt

Voor yoghurt maak je eigenlijk een dikkere variant van amandelmelk, havermelk of rijstmelk (je gebruikt dus een recept zoals hierboven is beschreven, maar dan met minder water) en deze laat je dan twee uur lang in de oven staan tot 40 graden. Daarna doe je de oven uit en laat je de yoghurt nog vier uur in de oven staan. Laat de oven de hele tijd dicht! Daarna haal je de yoghurt uit de oven en laat je ze het liefst nog de hele nacht staan, zodat het goed fermenteert. Eventueel zou je wat vegan probiotica door de plantaardige melk kunnen roeren voor een beter fermenteereffect. Persoonlijk vind ik dit duur en onnodig. Persoonlijk zou ik voor de yoghurt geen havermelk gebruiken, omdat mijn ervaring is dat havermelk bij verhitting enorm indikt, wat resulteert in smurrie.

Ghee: plantaardig, op basis van kokosolie

Ook ghee is plantaardig te maken, zonder bewerkte plantaardige boter. Hiervoor heb je 250 ml biologische kokosolie, 2-3 guavebladeren (liefst zo vers mogelijk), 3-4 currybladeren (liefst zo vers mogelijk), een snufje kurkuma (hardi) en een snufje asafoetida (hing) nodig. Eerst verhit je de kokosolie op middelhoog vuur, dan voeg je de guave- en currybladeren toe en roer je eventjes. Dan voeg je een snufje kurkuma en een snufje hing toe, waarna je weer roert en vervolgens het geheel 5 minuten laat staan. Ondertussen roer je, zodat het niet aanbrandt. Dan doe je het vuur uit, laat je het afkoelen (tot het punt waarop de kokosolie nog niet “vast” wordt) en zeef je het door een fijne zeef in een glazen pot.

Je kunt ook pure sesamolie of mosterdolie gebruiken. Deze zijn met name verkrijgbaar bij Indiase toko’s.

Honing: pure agavesiroop or ahornsiroop

In plaats van honing kun je biologische, pure agavesiroop of ahornsiroop gebruiken. Deze kun je zo kopen, in de supermarkt. Ahornsiroop vind ik best prijzig, dus gebruik ik biologische, pure agavesiroop van de Aldi.

Vaak wordt bij overlijdens gezegd dat met name de broers, zoons en kleinzoons van de overledene zich moeten kaalscheren wanneer een persoon is overleden. Dit is een traditioneel gebruik en vanuit de geschriften niet verplicht.

Het kaalscheren van het hoofd staat in het hindoeïsme symbool voor onthechting, met name onthechting van het materiële leven en het volgen van waarden als minimalisme en leven volgens pure dharma. Dit zijn tevens de normen en waarden die bij overlijdens worden gevolgd. In vroegere tijden was het kaalgeschoren hoofd een teken van rouw waardoor voor anderen duidelijk was dat er (tijdelijk) bepaalde regels werden gevolgd met betrekking tot reinheid, eenvoud en rituelen. De buren en gemeenschap konden daar dan rekening mee houden en eventueel ondersteuning bieden met koken, boodschappen doen e.d.

Ik weet dat vaak wordt gezegd dat het verplicht is dat naaste mannelijke familieleden hun hoofd kaalscheren wanneer iemand is overleden. Echter heb ik hier in de geschriften geen aanwijzing voor gevonden. Als je kijkt naar de verhalen over voorbeeldfiguren als het om dharma gaat, zoals de Mahabharata en Ramayana, dan zien we dat zelfs de vrome Pandava’s en goddelijke gedaante Shri Rama en zijn broers hun hoofd niet kaalschoren wanneer hun dierbaren overleden. De Pandava’s verloren vele naaste familieleden tijdens de slag van Kurukshetra en Shri Rama en zijn broers verloren hun geliefde vader, koning Dasharatha. Desondanks lees je nergens dat zij hun hoofd hebben kaalgeschoren. In de vele verhalen over voorbeeldfiguren lees je eerder over lange haren dan over kaalgeschoren hoofden. Dit zien we ook terug in de afbeeldingen die op basis van beschrijvingen uit de geschriften zijn gemaakt.

We kunnen erover van gedachten wisselen en discussiëren dat dit wellicht was omdat zij koninklijke figuren waren en kaalscheren niet paste bij hun functie. Echter kunnen we dat uiteraard ook zeggen over onszelf in de huidige maatschappij, waarin een kaalgeschoren hoofd vaak als niet representatief wordt beschouwd. Bovendien is het belangrijk om kennis altijd met logica te benaderen en hoofdzaken van bijzaken te onderscheiden. De rode draad is het rouwproces en dat men zich houdt aan de richtlijnen van een sattvisch (zo rein mogelijk) leven. Een sattvisch leven ondersteunt namelijk het rouwproces en helpt de persoon met zijn gevoelens en emoties om te gaan en deze niet de overhand te laten nemen. Op deze manier kan de persoon op een gezonde manier rouwen. Hierbij gaat het om gezonde en zuivere voeding, aandacht in het hier & nu en concentreren op de zaken die ècht belangrijk zijn. Dat kun je doen door minimalisme en eenvoudig leven. Het hoofd kaalscheren hoeft hier niet per se onderdeel van te zijn.

Als je kijkt naar de basisbeginselen van de Hindoe Dharma en de diepere betekenis van de vivaah sanskaar, dan is het vanuit de rituele voorschriften niet toegestaan dat twee mensen van hetzelfde geslacht de traditionele vivaah sanskaar ondergaan.

In de hindoegeschriften staat niets over relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht. Daarom wordt er niet gesproken over een huwelijk tussen twee mensen van hetzelfde geslacht.

De geschriften praten alleen over een huwelijk tussen een man en een vrouw, omdat het huwelijk in het hindoeïsme wordt gezien als een manier om spirituele verlossing te bereiken, door de samensmelting van Shiva en Shakti (mannelijke en vrouwelijke energie).

Het huwelijk, genaamd “vivaah sanskaar,” is de overgang van de celibataire fase (brahmacharya ashram) naar het gezinsleven (grihasta ashram), waarin de rollen verdeeld zijn tussen een “vara” (bruidegom) en “vadhu” (bruid), man en vrouw. Volgens de hindoeleer is het huwelijk niet alleen een sociale overeenkomst, maar heeft het ook een diepe spirituele betekenis, gerelateerd aan het bereiken van spirituele verlichting door de aanvullendheid van mannelijke en vrouwelijke energieën.

Hoewel de geschriften alleen spreken over een verbintenis tussen man en vrouw, is het belangrijk om niemand te discrimineren. Iedereen bepaalt immers zelf zijn/haar eigen leven. Als iemand van hetzelfde geslacht een relatie wil aangaan, mogen we dat niet veroordelen. Het hindoeïsme kent geen vaste regels. Echter, volgens de traditionele rituelen van de vivaah sanskaar is het niet mogelijk om een homohuwelijk te sluiten.

Om homoseksuele stellen niet volledig uit te sluiten van huwelijksrituelen, hebben sommige pandits alternatieve rituelen ontwikkeld waarin het goddelijke wordt gevraagd het stel te zegenen.

Dat geldt overigens niet alleen voor homoseksuelen, maar voor iedereen die niet volgens de Hindoe Dharma leeft en niet bewust omgaat met rituelen en tradities.

Vanuit de geschriften zijn er acht vormen van vivaah. De vivaah sanskaar zoals vandaag de dag meestal wordt uitgevoerd, is eigenlijk alleen voor mensen die heel bewust volgens dharma leven en echt de chaar ashram en basisbeginselen van het hindoeïsme in hun leven praktiseren.

Voor elke vorm van huwelijk waarin de liefde, genegenheid, romantiek, verlangens e.d. van twee individuen centraal staan en niet de Hindoe Dharma of spirituele ontwikkeling, schrijven de geschriften de Gandharva Vivaah voor. Dit is een huwelijk waarin verschillende elementen van verschillende huwelijksvormen worden gecombineerd en afgestemd op de overtuigingen en wensen van het stel, zonder tegen de rituele voorschriften in te gaan.