Shivratri [Śivarātri] betekent “de nacht van Shiva [Śiva]”. Het is een nacht die als zeer gunstig wordt beschouwd voor het vereren van Shiva. Er zijn twee soorten Shivratri: Maha Shivratri [Mahā Śivarātri] en Maasa Shivratri[Māsa Śivarātri].

Maasa Shivratri wordt ook wel Pradosha Vrata [pradoṣa vrata] genoemd. Maha Shivratri vindt één keer per jaar plaats en Maasa Shivratri elke Hindoemaand. Een raatri duurt volgens de Hindoetelling van 18.00 tot 6.00 uur.

Tithi

Maha Shivratri: phaalguna krishna chaturdashi [phālguna kṛṣṇa caturdaśī]
Maasa Shivratri/Pradosha Vrata: krishna trayodashi [kṛṣṇa trayodaśī]

Noot: Hoewel de tithi van Shivratri volgens de geschriften in de maand phaalguna valt, wordt in de praktijk de maand maagha [māgha] aangehouden. Dit is omdat wordt uitgegaan van het purnimaanta-systeem [pūrṇimānta].

Achtergrond

Bepaalde tithi’s zijn gewijd aan bepaalde goddelijke gedaantes omdat deze in de Hindoegeschriften zijn verklaard als zeer gunstige dagen om deze goddelijke gedaantes te vereren. Zo is Maasa Shivratrizeer gunstig voor het vereren van Shiva. Maha Shivratriheeft verschillende achtergronden:

Shiva manifesteerde zich in een Shivalinga [Śivaliṅga]

In de Kurma Puraana [Kūrma Purāṇa] staat een verhaal beschreven waarin Brahma [Brahmā] en Vishnu [Viṣṇu] een felle discussie hebben over elkaars bekwaamheid. Daarom vroegen de andere goddelijke gedaantes Shiva om hulp. Shiva verscheen tussen Hen in de vorm van een enorme linga [liṅga] en daagde Ze uit door Ze te vragen waar het begin en eind van deze zit. Brahma nam de gedaante van een zwaan en Vishnu die van een beer. Beide gingen op zoek naar de uiterste punten van de linga. Ze gingen duizenden yojana’s (1 yojana is ongeveer 12,87 kilometer) ver, maar konden deze niet vinden. Tijdens zijn reis kwam Brahma een ketaka-bloem tegen en liet deze liegen dat Hij het uiterste punt had gezien. De ketaka-bloem zou hier getuige van zijn, omdat deze zich daar eerst bevond. Nu liet Shiva zichzelf zien in zijn ware gedaante, Sadashiva [Sadāśiva]. Brahma en Vishnu waren overdonderd en bogen in eerbied voor Hem. Shiva legde uit dat Brahma en Vishnu uit Hem waren ontstaan. Toch was Shiva boos dat Brahma had gelogen, Hij hakte zijn vijfde hoofd af en vervloekte Hem dat Hij nooit zou worden vereerd. (Kshetrapaala [Kṣetrapāla], een vorm van Bhairava Baba [Bhairava Bābā] en boodschapper van Shiva, ving dit hoofd op. Daarom wordt Hij vaak afgebeeld met een hoofd in zijn hand.)

Shiva huwde Parvati

Sati [Satī] is een milde vorm van Durga [Durgā]. Zij was een dochter van Daksha [Dakṣa] die verliefd was op Shiva en met Hem wilde trouwen. Daksha was het hier niet mee eens. Iedereen roddelde namelijk over Shiva. Maar Sati was verliefd op Shiva en wilde met Hem trouwen. Haar innerlijke behoefte om die wens waar te maken, was zo sterk, dat ze dat ook deed: Ze huwde Shiva. Na haar huwelijk hoorde Ze zoveel negatieve verhalen over haar echtgenoot, dat ze uit protest zichzelf offerde in het vuur van de yagya [yajña] die haar vader had georganiseerd. (Een ander verhaal is dat Shiva een dag in diepe meditatie was en Sati dacht dat Hij dood was, waarop Ze zich in het vuur offerde. Daar is de hedendaagse weduweverbranding uiteindelijk op gebaseerd.)

Shiva had veel verdriet om Sati’s dood en ging in trance. Hij tilde het ontzielde lichaam van Sati op en begon de taandava [tāṇḍava] (dans van vernietiging) te dansen. Vishnu zag dit gebeuren en om de wereld te redden en Shiva te stoppen, sneed Hij Sati’s lichaam in 52 stukken. De 52 plaatsen in India en andere delen van het subcontinent waar de stukken van Sati’s lichaam vielen, zijn grote tantrische bedevaartgebieden, de Shaktipeetha’s [Śaktipīṭha], die regelmatig door Hindoes worden bezocht. Sati is de belichaming van de vrouwelijke toewijding naar mannelijke suprematie en Zij wordt net als Sita [Sītā] als een voorbeeld van de ideale vrouw gezien. Na de taandava ging Shiva in diepe ascese. Daarom houden veel mandirs grote rituelen tijdens Shivratridie vaak de hele nacht duren.

Sati werd herboren als Parvati [Pārvatī], de dochter van Himaavana [Himāvana], de Heer van de Himalaya’s, en Mena [Menā]. Ze wordt ook wel naar haar moeder genoemd, Menakshi [Menākṣi]. Net als in haar leven als Sati had Zij een diepe innerlijke behoefte om met Shiva te trouwen. Daarom besloot Ze grote ascese te beoefenen, waarmee Ze Shiva’s hart won. Tijdens de ascese verworf Ze een gouden huid en daarom wordt ze ook wel Uma [Umā] (licht/schoonheid) genoemd.

Gif pot uit de melkoceaan

Tijdens het karnen van de melkoceaan kwam er een pot gif uit de melkoceaan. De goddelijke gedaantes waren bang dat het alles zou vernietigen en gingen naar Shiva om zijn hulp te vragen. Om de wereld te redden, ving Shiva het gif op in zijn mond. Om te voorkomen dat het gif zijn maag zou bereiken, kneep Parvati zijn keel dicht. Sindsdien wordt Hij ook wel Neelakantha [Nīlakaṇṭha] (Hij met de blauwe keel) genoemd.

Het verhaal van de jager

Op de dag van Maha Shivratri kon een jager maar geen dieren vinden om te doden in het bos (als voedsel). Hij zocht de hele dag, maar vond geen enkel dier. Uiteindelijk bedacht hij zich het water waar dieren vaak kwamen drinken in de avond. Daarom besloot hij ze op te wachten. Maar hiervoor mocht hij natuurlijk niet opvallen; dat zou de dieren afschrikken. Dus hij klom in een bilva-boom en wachtte daar.

Hij trok wat bladeren los en gooide deze op de grond, in de hoop dat een dier erop af zou komen. Een dier kwam erop af en zei tegen de jager dat zijn familie bezorgd zou zijn als het niet zou terugkomen. De jager was genadig en liet het dier in leven. Hij bleef de hele avond en nacht door bladeren op de grond gooien, wachtend op een ander dier. Maar er kwam geen dier. Uiteindelijk klom hij uit de boom en zag hij dat er een Shivalinga was onder de boom. Alle bladeren die hij naar beneden gooide, kwamen dus op de Shivalinga terecht. Shiva was hier erg tevreden mee, aangezien het bilvabladeren waren, die Hem zeer geliefd zijn. Daarom zegende Hij de jager met wijsheid. Sindsdien at de jager geen vlees meer, jaagde hij niet meer en verrichtte hij alleen maar deugden.

Rituelen

Op de dag van Maha Shivratri staat de verering van Shiva centraal. Omdat Shiva op deze dag in de vorm van een Shivalinga verscheen, wordt Shiva vereerd in de vorm van een Shivalinga. We kunnen Hem op verschillende manieren vereren. Dit vereren kan gepaard gaan met vasten. Vasten is een manier om onthechting en onthouding te beoefenen. We passen ons eetpatroon tijdelijk aan door ons te beperken tot voedsel dat reiner is en dus een gunstigere werking heeft op onze geest. Sommige mensen beperken zich zelfs tot puur water en fruit of eten zelfs helemaal niets. Als rituelen offeren de meeste mensen bilvabladeren, bloemen en baden van de panchaamrita [pañcāmṛta] (vijf nectars) op de Shivalinga terwijl ze zijn mantra herhaaldelijk reciteren. Dit noemen we abhisheka [abhiṣeka]. De meest gebruikte mantra’s hierbij zijn “aum namah shivaaya” [ॐ namaḥ śivāya] en de maha mrityunjaya mantra [mahā mṛtyuñjaya mantra].

Vaak wordt ook de eigen japa mala [japa mālā] om of op de Shivalinga geplaatst voordat de Shivalinga wordt vereerd of raken we de Shivalinga even aan met de japa mala nadat we de Shivalinga hebben vereerd. Dit doen we om onze mala in te laten zegenen door Shiva. Vervolgens doen we mantra jaapa [mantra jāpa] met de mala met meestal één van de zojuist genoemde mantra’s. Naast de Shivalinga puja [pūjā] kan ook de maha mrityunjaya havana worden verricht. Tevens wordt er vaak yoga en meditatie beoefend, omdat Shiva bekend staat als mahayogi [mahāyogī] (iemand die diep verbonden is met het bovenzinnelijke) en om zijn diepe meditatie. De meeste mandirs houden een groot havana-ritueel en/of een jaagrana [jāgrana] (nachtwake). Tijdens de jaagrana, maar ook tijdens de dienst overdag, bezingen zij Shiva’s lof en vereren ze Hem middels rituelen, gebeden, lofzangen, offers en mantrarecitatie.