Krishna aarti

Aarti van Kunjabihari (Krishna), de verheven Krishna die de bergheffer is en Mura heeft vernietigd. x4

Om zijn nek draagt hij een Vajanti-mala, hij speelt de fluit, een zoete melodie.
In zijn oren schitteren oorbellen, de vreugde van Nanda, Nandalala.
Zijn huid heeft de kleur van de donkere lucht, terwijl Radha straalt naast hem.
Balmali (Krishna) staat rechtop, met haarlokken als een bij, een symbool van musk op zijn voorhoofd,
Zijn gelaat glanst als de maan, de charmante schoonheid van Shyama is geliefd.
De verheven Krishna, de bergheffer en degene die Mura heeft vernietigd.
Aarti van Kunjabihari, de verheven Krishna die de bergheffer is en Mura heeft vernietigd. x2

Op zijn hoofd schittert een gouden pauwenkroon, goden verlangen naar zijn darshan.
Uit de hemel regent het bloesemregen; de murachang klinkt, de zoete mridang,
In gezelschap van de herderinnen; de onvergelijkbare liefde van de jonge gopi’s.
De verheven Krishna, de bergheffer en degene die Mura heeft vernietigd.
Aarti van Kunjabihari, de verheven Krishna die de bergheffer is en Mura heeft vernietigd. x2

Van waaruit de Ganga tevoorschijn kwam, de zuiverende rivier die de zonden van Kaliyuga wegneemt.
Door het herinneren aan haar, wordt de illusie verbroken; ze rust op het hoofd van Shiva, tussen zijn haarlokken,
Ze verwijdert het vuil van zonden; de schoonheid van de voeten van Shri Banwari.
De verheven Krishna, de bergheffer en degene die Mura heeft vernietigd.
Aarti van Kunjabihari, de verheven Krishna die de bergheffer is en Mura heeft vernietigd. x2

De stralende witte stof schittert, terwijl de fluit van Vrindavan weerklinkt.
Overal zijn gopi’s, herders en koeien; zachte glimlachen onder het maanlicht,
Het levensnet wordt doorgesneden; door het horen van de smeekbeden van de behoeftigen.
De verheven Krishna, de bergheffer en degene die Mura heeft vernietigd.
Aarti van Kunjabihari, de verheven Krishna die de bergheffer is en Mura heeft vernietigd. x2