Ahimsa (अहिंसा, ahiṃsā, van a “geen” en hiṃsā “geweld”, ook wel bekend als "geweldloosheid") is het belangrijkste grondbeginsel van de vedische leer. Het is een spiritueel filosofisch concept van geweldloosheid en eerbied voor al het leven. Ahimsa leert ons dat wij niemand leed mogen toebrengen, welk wezen dan ook, inclusief onszelf en zowel in gedachte, woord als daad. Daarbij is iedereen gelijkwaardig, dus ook mens en dier. Verschillende hindoegeschriften beschrijven ahimsa als voorwaarde om moksha te kunnen bereiken. Ahimsa wordt in de Patanjali Yoga Sutra’s beschreven als één van de vijf yama’s.
Voorwaarde om moksha te bereiken
Verschillende hindoegeschriften, zoals de Anushasana Parva van de Mahabharata, beschrijven ahimsa en onthouding van bedwelmende middelen (alcohol, tabak, drugs e.d.) zelfs als voorwaarden om verbinding te kunnen maken met je ware zelf en moksha (verlossing) te kunnen bereiken. Om deze reden gebruiken veel hindoes geen vis, vlees en ei en gebruiken zij geen alcohol.

Vandaag de dag wordt dieren op vele manieren leed toegebracht; in slachthuizen, op boerderijen die slachthuizen helpen of steunen, in kippenhouderijen, in de zuivelindustrie, door middel van dierproeven op (non-)food producten & ingrediënten van producten en zelfs als hulpmiddelen om bepaalde producten te produceren. Hoewel dit al jarenlang gebeurt, beginnen veel hindoes zich sinds enkele jaren hiervan bewust te worden en gaan steeds meer hindoes langzaam maar zeker richting een veganistische leefwijze. Hierin gaat het niet alleen om voedsel dat zij gebruiken, maar om de gehele leefwijze, zoals het hindoeïsme dat ook voorschrijft.

Ahimsa leert ons dat wij bewust dienen om te gaan met alles en iedereen in deze wereld. Dat betekent bijvoorbeeld ook dat wij bewust met het milieu, natuur en grondstoffen dienen om te gaan.