Narada jayanti [Nārada jayantī] is de geboortedag van de wijze Narada, die een groot toegewijde en de boodschapper van Vishnu [Viṣṇu] is en tussen de drie werelden reist om de boodschap van het Goddelijke te verspreiden.
Tithi
Vaishaakha krishna pratipad [vaiśākha kṛṣṇa pratipad]
Achtergrond
Over de oorsprong van Narada vertellen de geschriften twee verschillende verhalen. Één is dat Narada uit de geestelijke energie van Brahma [Brahmā] zou zijn ontstaan en sommige Puraana’s [Purāṇa], zoals de Vishnu Puraana, beschrijven dat Narada de zoon van de wijze Kashyapa [Kaśyapa] is.
In de Shrimad Bhaagavatam [Śrīmad Bhāgavatam] vertelt Narada aan zijn leerling Vyaasa [Vyāsa] dat hij in zijn vorige leven de zoon was van een arme vrouw die vlakbij een school werkte waar men les kreeg in de Vedische leer. Tijdens de chaaturmaasa [cāturmāsa]* verbleven er enkele wijze toegewijden in de school. Narada’s moeder zag dit als mogelijkheid om ze te dienen en deed dit dan ook. Elke keer als zij naar de toegewijden ging, ging Narada mee. Hij ontving dan prasad [prasāda]. Door de aanwezigheid van de wijze toegewijden begon hij veranderingen te merken in zichzelf. Hij voelde zich steeds meer getrokken tot het Godelijke. Daarom besloot hij de toegewijden ook zelf te dienen en vroeg hij meer prasad. De toegewijden waren verheugd om te zien dat de jonge Narada toegewijd werd en vlak voordat ze vertrokken, schonken ze hem zelfs kennis van het Goddelijke.
Door zijn dienst aan de toegewijden en de kennis en prasad die hij van hen had ontvangen kon Narada nu ware toewijding beoefenen. Na een korte tijd verloor Narada zijn moeder doordat zij was gebeten door een slang. Toen besloot hij te mediteren op het Goddelijke. Door zijn zuivere toewijding was hij in zijn meditatie in staat het Goddelijke te aanschouwen en daardoor ging hij op in het spirituele, waardoor hij werd herboren als de wijze boodschapper en toegewijde van Vishnu, die in staat was overal aanwezig te zijn waar hij wou. Hij staat erom bekend dat hij al zijn activiteiten begint met de naam van het Goddelijke. Daarom zegt hij “Narayana Narayana” [Nārāyaṇa] voor elke handeling. Narayana betekent “de woonplaats van de mens” of “de weg van de mens”. Dit verhaal van Narada leert ons hoe omgang met zuivere toegewijden ons kan leiden tot het Goddelijke.
*Een regenseizoen van vier maanden waarin rondtrekkende toegewijden op een zuivere plaats stoppen om daar te verblijven tijdens deze periode.
Rituelen
Op de dag van Narada jayanti staan we stil bij de verhalen uit de geschriften waarin hij een rol speelt. Hoewel Narada vaak als roddelaar wordt gezien, maakt hij de mensen eigenlijk heel alert op veel zaken die het leven beïnvloeden. Middels zijn verhalen brengt hij mooie boodschappen tot de mens.
Ook staan we op deze dag stil bij het belang van satsanga [satsaṅga], bhakti en kennis van het Goddelijke.
In de meeste mandirs wordt Narada jayanti niet gevierd.