Ramanavami [Rāmanavamī] is de verschijningsdag van Rama [Rāma], de zevende avataara [avatāra] van Vishnu [Viṣṇu]. Net als de andere avataara’s verscheen Hij op aarde om adharma te bestrijden.

Tithi

Chaitra shukla navami [caitra śukla navamī]

Achtergrond

Koning Dasharatha [Daśaratha] had drie vrouwen. Hij had een troonopvolger nodig, maar kreeg maar geen kinderen met zijn drie vrouwen. Daarom besloot hij de putreshti yagya [putreṣṭi yajña] te verrichten. Dit is een yagya (offerritueel) om kinderen te krijgen, om het maar kort en simpel te omschrijven. Tijdens deze yagya gaf Agni Devata [Agni Devatā] de koning een kom chaaru [cāru] als zegen. Chaaru is een soort pap dat soms als aahuti [āhuti] wordt geofferd tijdens de havana. Deze chaaru werd verdeeld onder de drie koninginnen. Zij aten elk hun chaaru op en werden hierdoor zwanger. Kausalya [Kausalyā] kreeg Rama als zoon, Sumitra [Sumitrā] kreeg Lakshmana [Lakṣmaṇa] en Shatrughana [Śatrughana] en Kaikeyi [Kaikeyī] kreeg Bharata.

Rituelen

Op de dag van Ramanavami staat uiteraard de verering van Rama centraal. Dit vereren kan gepaard gaan met vasten. Vasten is een manier om onthechting en onthouding te beoefenen. We passen ons eetpatroon tijdelijk aan door ons te beperken tot voedsel dat reiner is en dus een gunstigere werking heeft op onze geest. Sommige mensen beperken zich zelfs tot puur water en fruit of eten zelfs helemaal niets.

We vereren Rama tezamen met zijn echtgenote Sita [Sītā] en zijn trouwe dienaar Hanuman [Hanumāna]. Hanuman had namelijk de zegen ontvangen dat men door zijn verering Rama kan bereiken. Als rituelen offeren de meeste mensen zuivere spijzen en bloemen. Bij het offeren reciteren we zijn mantra herhaaldelijk. De meest gebruikte mantra’s hierbij zijn “aum shri sitaaraamaaya namah” [ॐ śrī sītārāmāya namaḥ] en “aum shri ramaya namah” [ॐ śrī rāmāya namaḥ] voor Rama en “aum shri hanumate namah” [ॐ śrī hanumate namaḥ] voor Hanuman. Soms wordt ook de eigen japa mala [japa mālā] om of op het beeld geplaatst voordat we Hem vereren of raken we het beeld even aan met de japa mala nadat we Hem middels het beeld hebben vereerd. Vervolgens doen we mantra jaapa [mantra jāpa] met de mala met meestal de zojuist genoemde mantra.

In mandirs wordt het beeld van Rama vaak in een grote wieg geplaatst, waarbij zijn lof en verhalen worden bezongen, mensen bloemblaadjes, ongezouten popcorn en geld offeren in de wieg, zijn aarti doen en Hem wiegen. Vaak wordt ook paatha [pāṭha] gedaan uit de Ramayana [Rāmāyaṇa], om stil te staan bij de verhalen van Rama en dan met name zijn grootheid en kwaliteiten, waardoor we worden geïnspireerd en in staat worden gesteld om zijn leringen in ons leven te integreren. Verder wordt Hij vereerd middels rituelen, gebeden, lofzangen, offers en mantrarecitatie.