Santoshi chalisa

Tekst van de Santoshi chalisa

Jaya yuga-yuga ki adi shakti,
jag mein prachalit hai tava bhakti.

Adi madhya aur avasana,
teri gati vidhi koi na jana.

Nirmal shraddha mein khush hoti,
thode mein santusht ho jati.

Kali mein nama dharyo santoshi,
agni tulya pratyaksha vishhekhi.

Kala, gyan, bal, vidya datri,
tum sama saral sukhda nahi datri.

Sakala charachara tum se chalte,
bhuta preta yamduta simharte.

Dushta dalan samhara karini,
mata tuma brahmanda dharini.

Sarasvati Lakshmi aur Kali,
amita shakti ki khana nirali.

Tumhare sharana gahe jo koi,
manokamana purana hoi.

Tuma Ganesha ki ma kanya,
tumse dharti ho gai dhanya.

Riddhi siddhi hai tumhari mata,
mangalmaya varadana ke data.

Brahma Vishnu Mahesha trimaya,
uska bal tujhame hai samaya.

Sira par kanaka mukuta suhata,
sundar ratna-samuha dikhata.

Madhur manohar mukhara komala,
pushpamala aur shyamala kuntala.

Alankara sohita hai anga mein,
navya divya tana geru ranga mein.

Sundar vastra mein mala rakhti,
darshak ke mana vasha mein karti.

Padma trirekha dhare do hath,
chaturbhuji ko tekahu matha.

Sanmukh amrita bhari surahi,
sath kamadhenu manachahi.

Swarna kalasha rahata hai age,
bhakto ke saubhaga hai jage.

Tumhare bhaktibhava jo pave,
ajara amara jag mein ho jave.

Namo namo jag tarana hari,
dukha daridra taro mahatari.

Shukravara din ati anukula,
Santoshi vrata mangala mula.

Bahuvadha mata ki puja kara,
Santoshi ki katha shravana kara.

Gur aur chana prasada charhaye,
nirahara eka juna manave.

Savadhana usa din yaha rakhe,
bhula se khatta deve na chake.

Nahi to matu kupita ho jati,
vansha sahita santana nasati.

Shukravara solaha vrata rakhe,
udyapana utsaha manave.

Phir to iccha purana hoi,
matu kripa se der na hoi.

Adbhuta devi chamatkarini,
pala mein chinta pira harani.

Japara kripa matu ki hoi,
jeeta sake na usako koi.

Dhana viveka sukha shanti pradaini,
is yuga ki navaprana vidhaini.

Tuma sama devi kou nahi,
dekha liya mai tribhuvana mahi.

Dukha ati pai bahu becari,
pati viyoga ki vaha dukhyari.

Nariyala khopara pikara pani,
bhusa ki roti khai abhagini.

Santoshi ka vrata jo kiya,
pati sahita vaibhava pa liya.

Pira chinta katahu mata,
ashta siddhi nau nidhi ke data.

Santoshi upavasa kare jo,
sukha sampati ka bhoga kare vo.

Yaha waha saba thaura samai,
tumhari mahima kahi na jai.

Mana-vanchita var paavai kvari,
paye suhaga sadhava sannari.

Sukha dhana jana saba manokamana,
purna hogi satya janana.

Path sava sau karai jo koi,
mitai kashta sukha sampati hoi.

॥ Doha ॥

Santoshi sankata harana, he chamatkara ki murti,
graha badha ko dura kara, karo kamana purti.

Nederlandse vertaling

Glorie aan u, o primaire kracht van ieder tijdperk. In de wereld is uw toewijding een universeel verschijnsel.

U bent zonder begin, midden en eind; uw manier van doen en laten heeft niemand kunnen kennen.

Van zuivere overgave wordt u gelukkig. Met een beetje wordt u al tevreden.

In de kaliyuga wordt u Santoshi genoemd. Net als vuur bent u voor iedereen met het oog zichtbaar.

Jij bent de schenkster van kunst, kennis, kracht en wijsheid. Niemand geeft zo rechtstreeks vreugde als u, o Moeder Aarde.

Alles wat beweegt, beweegt dankzij jou. Alleen voor spoken, geesten en boodschappers van Yama ben jij een terreur.

Jij vermoordt en vernietigt slechteriken en onderhoudt het heelal.

Jij bent Sarasvati, Lakshmi en Kali, de unieke schat van onmetelijke kracht.

Wie zijn toevlucht tot jou zoekt, diens wensen zullen worden vervuld.

Jij bent de maagdelijke moeder van Ganesha. Dankzij jou is de aarde deugdzaam geworden.

Riddhi en Siddhi zijn jouw moeder. Zij zijn de schenkers van zegens van geluk.

De drievoudige kracht van Brahma, Vishnu en Shiva is in jou verzameld.

Op uw hoofd draagt u een gouden kroon bedekt met prachtige juwelen.

U heeft een gezicht zo zoet als honing, magisch en zacht/teder, tezamen met een krans van bloemen en zwart haar.

Uw lichaam is bedekt met sieraden. Uw jonge lichaam is gewikkeld in een aardrode kleur.

U draagt een mala op uw mooie kleding. U betovert de harten/geesten van iedereen die u aanschouwt.

U houdt een lotusbloem en een schelphoorn in twee handen. Ik buig mijn hoofd voor zij die vier armen heeft.

Voor u staat een pot vol nectar en naast u staat de meest begeerde Kamadhenu.

Voor u staat een gouden pot die voorspoed voor toegewijden ontwaakt.

Wie jouw gevoelens van toewijding ontvangt, zal eeuwig en onsterfelijk worden in de wereld.

Ik buig herhaaldelijk tot jou, o zij die alle moeilijkheden wegneemt en overwint. O grote vernietigster, vernietig alle verdriet en armoede.

Vrijdagen zijn zeer geschikt voor de Santoshi vrata, de wortel van alle voorspoed.

Verschillende mensen doen puja van moeder. Zij luisteren naar de verhalen van Santoshi.

Zij offeren rietsuiker en kikkererwten als prasad en vasten met slechts één maaltijd.

Op deze dag zijn zij aandachtig en letten zij erop dat zij geen zure of bittere zaken nuttigen, zelfs niet per ongeluk.

Anders wordt moeder boos. Zij zal met de bloedlijn ook de kinderen vernietigen.

Zij houden de solah shukravaara vrata en sluiten deze af op een feestelijke wijze.

Dan worden de wensen in vervulling gebracht en zal de genade van moeder niet ver zijn.

Met haar bovennatuurlijke krachten vernietigt de wonderbaarlijke godin in mum van tijd zorgen en leed.

Als iemand de genade van moeder heeft, zal niemand diegene kunnen overwinnen.

Jij bent de schenkster van rijkdom, wijsheid, vreugde en vrede. Jij bent degene die in dit tijdperk nieuwe levens brengt.

Geen devi is zoals jou, heb ik gezien in de drie grote werelden.

Een arme schoondochter was overstuur; zij was verdrietig omdat zij was beroofd van haar echtgenoot.

Ze dronk water uit de schil van een kokosnoot en de ongelukkige vrouw at roti (plat brood) gemaakt van schillen.

Toen zij de vrata van Santoshi had gedaan, kreeg zij tezamen met haar echtgenoot ook haar rijke voorspoed terug.

Zij is de moeder die leed en zorgen vernietigt, de schenkster van de acht siddhi’s en negen nidhi’s.

Wie de vrata van Santoshi doet, nuttigt het voedsel van vreugde en voorspoed.

Hier en daar zijn alle plaatsen verzameld waar overal uw lof wordt gezongen.

De maagd/ongehuwde vrouw ontvangt de zegen die haar hart verlangt en een echtgenoot die haar de status van een gehuwde vrouw zal geven.

Alle verlangens van vreugde en rijkdom die een mens heeft, worden in vervulling gebracht; weet deze waarheid.

Wie dit (deze hymne/chalisa) 125 keer reciteert, vernietigt leed en ontvangt vreugde en voorspoed.

॥ Doha ॥ (vers van 2 regels)

Santoshi is de vernietiger van moeilijkheden en het boegbeeld van wonderbaarlijkheid. Ze verlost ons van al dat ons vastgrijpt en brengt onze wensen in vervulling.

Devanagari

जय युग-युग की आदि शक्ति।
जग में प्रचलित है तव भक्ति॥

आदि मध्य और अवसाना।
तेरी गति विधि कोई न जाना॥

निर्मल श्रद्धा में खुश होती।
थोड़े में संतुष्ट हो जाती॥

कलि में नाम धार्यो सन्तोषी।
अग्नि तुल्य प्रत्यक्ष-विशेखी॥

कला ज्ञान बल विद्या दात्री।
तुम सम सरल सुखद नहिं धात्री॥

सकल चराचर तुम से चलते।
भूत प्रेत यमदूत सिंहरते॥

दुष्ट दलन संहार कारिणी।
माता तुम ब्रह्माण्ड धारिणी॥

सरस्वती लक्ष्मी और काली।
अमित शक्ति की खान निराली॥

तुम्हारे शरण गहे जो कोई।
मनोकामना पूरन होई॥

तुम गणेश की माँ कन्या।
तुमसे धरती हो गई धन्या॥

ऋद्धि सिद्धि है तुम्हारी माता।
मंगलमय वरदान के दाता॥

ब्रह्मा विष्णु महेश त्रिमाया।
उसका बल तुझमें है समाया॥

सिर पर कंचन मुकुट सुहाता।
सुन्दर रत्नसमूह दिखाता॥

मधुर मनोहर मुखड़ा कोमल।
पुष्पमाल और श्यामल कुन्तल॥

अलंकार सोहित हैं अंग में।
नव्य दिव्य तन गेरू रंग में॥

सुन्दर वस्त्र में माला रखती।
दर्शक के मन वश में करती॥

पद्म त्रिरेख धरे दो हाथ।
चतुर्भुजी को टेकहु माथ॥

सन्मुख अमृत भरी सुराही।
साथ कामधेनु मनचाही॥

स्वर्ण कलश रहता है आगे।
भक्त्तों के सौभाग हैं जागे॥

तुम्हारे भक्त्तिभाव जो पावे।
अजर अमर जग में हो जावे॥

नमो नमो जग तारन हारी।
दुख दारिद्र तारो महतारी॥

शुक्रवार दिन अति अनुकूला।
सन्तोषी व्रत मंगल मूला॥

बहुविध मात की पूजा कर।
सन्तोषी की कथा श्रवण कर॥

गुड़ और चना प्रसाद चढ़ावे।
निराहार एक जून मनावे॥

सावधान उस दिन यह राखे।
भूल से खट्टा देवे न चाखे॥

नहिं तो मातु कुपित हो जाती।
वंश सहित संतान नसाती॥

शुक्रवार सोलह व्रत राखे।
उद्यापन उत्साह मनावे॥

फिर तो इच्छा पूरन होई।
मातु कृपा से देर न होई॥

अद्भुत देवी चमत्कारिणी।
पल में चिन्ता पीड़ा हरणी॥

जापर कृपा मातु की होई।
जीत सके न उसको कोई॥

धन विवेक सुख शान्ति प्रदायिनी।
इस युग की नवप्राण विधायिनी॥

तुम सम देवी कोऊ नाहीं।
देख लिया मैं त्रिभुवन माहीं॥

दुख अति पाई बहु बेचारी।
पति वियोग की वह दुखियारी॥

नारियल खोपर पीकर पानी।
भूस की रोटी खाई अभागिनी॥

संतोषी का व्रत जो कीन्हा।
पति सहित वैभव पा लीन्हा॥

पीड़ा चिन्ता काटहु माता।
अष्ट सिद्धि नौ निधि के दाता॥

संतोषी उपवास करे जो।
सुख सम्पति का भोग करे वो॥

यहाँ वहाँ सब ठौर समाई।
तुम्हरी महिमा कही न जाई॥

मनवांछित वर पावै क्वारी।
पाये सुहाग सधवा सन्नारी॥

सुख धन जन सब मनोकामना।
पूर्ण होगी सत्य जानना॥

पाठ सवा सौ करै जो कोई।
मिटै कष्ट सुख सम्पति होई॥

॥ दोहा ॥

सन्तोषी संकट हरन, हे चमत्कार की मूर्ति।
ग्रह बाधा को दूर कर, करो कामना पूर्ति॥

IAST (fonetische transcriptie)

jaya yuga-yuga kī ādi śakti.
jaga me pracalita hai tava bhakti.

ādi madhya aura avasānā.
terī gati vidhi koī na jānā.

nirmala śraddhā me khuśa hotī.
thoŗe me saṃtuṣṭa ho jātī.

kali me nāma dhāryo santoṣī.
agni tulya pratyakṣa-viśekhī.

kalā jñāna bala vidyā dātrī.
tuma sama sarala sukhada nahi dhātrī.

sakala carācara tuma se calate.
bhūta preta yamadūta siṃharate.

duṣṭa dalana saṃhāra kāriṇī.
mātā tuma brahmāṇḍa dhāriṇī.

sarasvatī lakṣmī aura kālī.
amita śakti kī khāna nirālī.

tumhāre śaraṇa gahe jo koī.
manokāmanā pūrana hoī.

tuma gaṇeśa kī mā kanyā.
tumase dharatī ho gaī dhanyā.

ṛddhi siddhi hai tumhārī mātā.
maṃgalamaya varadāna ke dātā.

brahmā viṣṇu maheśa trimāyā.
usakā bala tujhame hai samāyā.

sira para kaṃcana mukuṭa suhātā.
sundara ratna-samūha dikhātā.

madhura manohara mukhaŗā komala.
puṣpamāla aura śyāmala kuntala.

alaṃkāra sohita hai aṃga me.
navya divya tana gerū raṃga me.

sundara vastra me mālā rakhatī.
darśaka ke mana vaśa me karatī.

padma trirekha dhare do hātha.
caturbhujī ko ṭekahu mātha.

sanmukha amṛta bharī surāhī.
sātha kāmadhenu manacāhī.

svarṇa kalaśa rahatā hai āge.
bhakto ke saubhāga hai jāge.

tumhāre bhaktibhāva jo pāve.
ajara amara jaga me ho jāve.

namo namo jaga tārana hārī.
dukha dāridra tāro mahatārī.

śukravāra dina ati anukūlā.
santoṣī vrata maṃgala mūlā.

bahuvidha māta kī pūjā kara.
santoṣī kī kathā śravaṇa kara.

guŗa aura canā prasāda caŗhāve.
nirāhāra eka jūna manāve.

sāvadhāna usa dina yaha rākhe.
bhūla se khaṭṭā deve na cākhe.

nahi to mātu kupita ho jātī.
vaṃśa sahita saṃtāna nasātī.

śukravāra solaha vrata rākhe.
udyāpana utsāha manāve.

phira to icchā pūrana hoī.
mātu kṛpā se dera na hoī.

adbhuta devī camatkāriṇī.
pala me cintā pīŗā haraṇī.

jāpara kṛpā mātu kī hoī.
jīta sake na usako koī.

dhana viveka sukha śānti pradāyinī.
isa yuga kī navaprāṇa vidhāyinī.

tuma sama devī koū nāhī.
dekha liyā mai tribhuvana māhī.

dukha ati pāī bahu becārī.
pati viyoga kī vaha dukhiyārī.

nāriyala khopara pīkara pānī.
bhūsa kī roṭī khāī abhāginī.

saṃtoṣī kā vrata jo kīnhā.
pati sahita vaibhava pā līnhā.

pīŗā cintā kāṭahu mātā.
aṣṭa siddhi nau nidhi ke dātā.

saṃtoṣī upavāsa kare jo.
sukha sampati kā bhoga kare vo.

yahā vahā saba ṭhaura samāī.
tumharī mahimā kahī na jāī.

mana-vāṃchita vara pāvai kvārī.
pāye suhāga sadhavā sannārī.

sukha dhana jana saba manokāmanā.
pūrṇa hogī satya jānanā.

pāṭha savā sau karai jo koī.
miṭai kaṣṭa sukha sampati hoī.

॥ Dohā ॥

saṃtoṣī saṅkāta haraṇa, he camatkāra kī mūrti.
graha-bādhā ko dura kara, karo kāmaṇā pūrti.