Hindoeïsme: een naam van buitenaf én binnenuit
De term “hindoeïsme” is relatief jong en wordt vooral door buitenstaanders gebruikt. Het woord komt van “Hindu”, dat oorspronkelijk verwees naar de bewoners van het gebied rond de rivier de Indus. Het was dus in eerste instantie een geografische aanduiding: wie in het land van de Indus woonde, werd een Hindu genoemd.
Al in het vedisch tijdperk werd de term Hindu gebruikt, mogelijk zelfs nog eerder. Perzen spraken van Hidu, Grieken van Indoi, in de Hebreeuwse Bijbel vind je Hodu en Chinese schrijvers spraken van Hien-tu (nu Yintu). Ook in Arabische en pre-islamitische teksten komen Hind en Hindu voor, soms met tevens een spirituele betekenis: India als land van goddelijke kennis.
Ook in Sanskriet-bronnen duikt de term op. In werken zoals de Meru Tantra, Shabda Kalpadruma, Brihaspati Agama, Parijat Haran Natak, Madhava Digvijaya en Vriddha Smriti wordt een Hindu beschreven als iemand die het lage en oneervolle verwerpt, de Veda’s respecteert, de koe eert, het kwaad afwijst en een moreel en spiritueel leven leidt. Ook andere geschriften – zoals de Kalika Purana, Bhavishya Purana, Adbhut Kosha, Medini Kosha en Rama Kosha – gebruiken de term in die context. Zelfs de dichter Kalidasa noemt een afgeleide vorm: Haindava.
Deze vermeldingen laten zien dat Hindu niet alleen een geografische aanduiding was, maar ook een culturele en spirituele identiteit die eeuwenlang binnen India werd herkend.
Tegenwoordig gebruiken westerlingen het woord hindoeïsme als verzamelnaam voor de enorme diversiteit aan filosofieën, rituelen en levenswijzen uit India. Het achtervoegsel “-isme” suggereert een doctrine, maar het tegendeel is waar: het hindoeïsme is een levende, vloeiende traditie die zich steeds heeft aangepast aan tijd en plaats. Wat alle uitingen verbindt, is de zoektocht naar harmonie met jezelf, anderen en het grotere geheel.
Sanatana Dharma: de tijdloze levensleer
Veel hindoes, vooral in India, spreken over Sanatana Dharma, wat “de eeuwige plicht” of “de tijdloze wet” betekent. Waar het woord “hindoeïsme” voor een belangrijk deel van buitenaf is ontstaan, verwijst Sanatana Dharma naar de kern van de traditie zelf. Het gaat om een levenswijze die al duizenden jaren wordt gevolgd en universele orde, ethiek en spirituele principes omvat.
In de Veda’s, Upanishads en Bhagavad Gita wordt dharma beschreven als leidraad voor juist handelen, het ontwikkelen van innerlijke kracht en wijsheid, en het vinden van de juiste balans tussen individuele vrijheid en sociale verantwoordelijkheid. De term “Sanatana Dharma” benadrukt het universele aspect van dharma. Het gaat verder dan rituelen of culturele verschillen en draait om leven in overeenstemming met waarheid, rechtvaardigheid en mededogen. Het nodigt uit om bewust te leven, persoonlijke groei te verbinden met het welzijn van anderen, en ego en illusie te overwinnen.
Hindoe Dharma: de orde van geweldloosheid
De term Hindoe betekent letterlijk “vernietiger van lijden” (van de Sanskrietstam han, vernietigen, en du, gekweld worden). Hindoes streven ernaar alles uit te bannen wat tegen de morele principes van Sanatana Dharma ingaat. Het is een levenshouding die aandacht vraagt voor mens, dier en milieu, en erop gericht is negatieve invloed op de wereld te beperken.
In Hindoe Dharma staan medeleven, vrede en persoonlijke groei centraal. Spiritualiteit speelt een belangrijke rol: leven vanuit je ware zelf, je intuïtie gebruiken en keuzes maken die leiden tot een bewust en ethisch bestaan. Hindoes voelen verantwoordelijkheid om Sanatana Dharma te volgen en te belichamen. Dat betekent zoveel mogelijk bewust, leedvrij en in harmonie leven, met de wet van karma als leidraad: iedere gedachte, ieder woord en iedere daad heeft gevolgen.
Hoewel Hindoe Dharma vaak wordt geassocieerd met rituelen, gaat het vooral om moraliteit, filosofie en duurzaamheid. Moraliteit omvat normen en waarden; filosofie is de zoektocht naar kennis en wijsheid; duurzaamheid betekent leven in balans met mens, dier, milieu en economie.
Vaidik Dharma: het pad van de Veda’s
Sommige tradities spreken over Vaidik Dharma, het pad dat voortkomt uit de Veda’s, de oudste geschriften van India. Waar Sanatana Dharma de universele principes belicht, legt Vaidik Dharma de nadruk op het toepassen van deze principes zoals ze in de Veda’s zijn vastgelegd.
De Veda’s bevatten kennis over kosmische orde, natuurwetten, juist handelen en de ontwikkeling van het innerlijke zelf. Vaidik Dharma benadrukt dat het naleven van dharma geen verplichting is, maar een manier om in harmonie te leven met het universum. Het gaat om de samenhang tussen persoonlijke, sociale en kosmische lagen van het bestaan en om het ontwikkelen van een leven dat zuiver, bewust en in overeenstemming is met deze orde.
In de praktijk betekent dit streven naar innerlijke reinheid, respect voor alle vormen van leven en een leven dat past bij natuurlijke en spirituele orde. Rituelen, offers, mantra’s en meditatie worden gebruikt om bewustzijn en inzicht te verdiepen. Niet als verplichting, maar als hulpmiddelen om universele waarheid te realiseren.
Arya Dharma: het pad van de nobelen
Met de opkomst van de Arya Samaj spreekt men soms over Arya Dharma, letterlijk “het pad van de edelen” of “het nobele pad”. Waar Sanatana Dharma universele principes belicht, Hindoe Dharma morele normen en Vaidik Dharma ritueel en vedische kennis, legt Arya Dharma de focus op ethische en morele plichten die leiden tot een waardig en rechtvaardig leven.
Arya Dharma verbindt persoonlijke integriteit met maatschappelijke verantwoordelijkheid en kosmische orde. Het richt zich op deugdzaamheid, eerlijkheid, mededogen, zelfdiscipline en respect voor alle levende wezens. Het nodigt uit tot innerlijke zuiverheid, maatschappelijke harmonie en spirituele groei. Het gaat erom hoe je dagelijks keuzes maakt die zuiver, rechtvaardig en constructief zijn, en die jezelf en de wereld om je heen verrijken.