Het hindoeïsme is een verzameling van alle levensbeschouwingen, filosofieën, godsdiensten en tradities die door de eeuwen heen in India zijn ontstaan. De kern van al deze verschillende wegen is dharma, wat we vrij kunnen vertalen als het geheel van ethiek & moraal.
De kern van het hindoeïsme is ‘betekenisvol leven’
Het hindoeïsme (oorspronkelijk: dharma) is een manier van leven waarin mensen op zoek gaan naar betekenisvolle verbindingen binnen en buiten zichzelf. Dit doen zij op basis van de rijke vedische traditie. Deze vedische traditie is eigenlijk een verzameling van alle levensbeschouwingen, filosofieën, godsdiensten en tradities die door de eeuwen heen in India zijn ontstaan.
Hoewel al deze wegen uiteindelijk gebaseerd zijn op de veda’s en de grondbeginselen hetzelfde zijn, zien we grote verschillen in de benadering van het hindoeïsme. De een ziet het als godsdienst, de ander als bewuste leefwijze, weer een ander als cultuur… Zo heeft het hindoeïsme (een verzamelnaam door westerlingen gegeven voor religies die in India zijn ontstaan) voor ieder wat wils. “Ekam sat vipraa bahudhaa vadanti,” zoals de Rigveda dit beschrijft. Er is één waarheid; wijzen noemen het bij verschillende namen. Dat maakt het hindoeïsme een heel universele levensleer.
In het hindoeïsme mag iedereen op zoek gaan naar de waarheid. Die waarheid hoeft niet voor iedereen hetzelfde te zijn. Het hindoeïsme kent namelijk geen absolute waarheid. De waarheid is maar net hoe wij die zelf waarnemen of wíllen waarnemen. Daarbij passen wij allemaal een beetje dezelfde trucjes toe. Wij zijn opgevoed op een bepaalde manier, hebben op school dingen meegekregen, zijn opgegroeid in een bepaalde omgeving of maatschappij, zijn dingen gaan geloven en zijn er allerlei conclusies aan gaan verbinden die voor ons de basis vormen voor ons leven.
Wat waar is en wat waar wordt gevonden, hangt dus af van ons eigen referentiekader en onze eigen ideeënwereld. Op die manier ziet die ene waarheid er voor iedereen anders uit. Het is maar net wat voor vorm, invulling en betekenis wij eraan geven. Dat geeft ook helemaal niet, want uiteindelijk gaat het erom of iets helpt bij wat we willen bereiken, of iets bruikbaar is en of iets ergens toe dient. En dat bepalen we zelf. De waarheid en het omgaan met die waarheid kunnen dus ook voor iedereen anders zijn.
Voor iedereen een waarheid
Oorsprong en aard van het hindoeïsme
Het hindoeïsme kent niet één leer of één stichter die we moeten volgen. Het kent talloze wijzen, schrijvers en boeken die ons talloze wegen voorleggen, waarbij wij zelf kunnen kiezen wat voor ons het meest bruikbaar is en waar wij ons aan willen verbinden. Eigenlijk kunnen we dus ook niet spreken van “het hindoeïsme”, want strikt genomen heeft het hindoeïsme helemaal geen vorm en eigenschappen; die geven hindoes er zelf aan. Tijd, plaats en omstandigheden spelen daarbij een heel belangrijke rol. Deze vormen immers de kaders waarin mensen kunnen leven en handelen.
Ook tijdens het leven kunnen de vorm en eigenschappen van het hindoeïsme voor dezelfde persoon veranderen. Waarschijnlijk is dat ook de reden dat zoveel mensen door de eeuwen heen zoveel ervaringen hebben opgeschreven om met de mensheid te delen. Uiteindelijk volgen al deze mensen hetzelfde vedische fundament. Wetenschappers geloven dat het hindoeïsme uiteindelijk is ontstaan door veel beoefening, miljoenen ervaringen en tradities van een hoogontwikkelde beschaving die meer dan 5000 jaar geleden rond de Indusvallei leefde, de Ariërs. De vedische leer bestaat al veel langer, maar wellicht is de term “hindoeïsme” met haar definitie toen pas ontstaan, vanuit het westen gegeven. De term hindoe komt in enkele minder bekende geschriften van vedische leermeesters voor en wordt vertaald als zij die leed vernietigen, uit het Sanskriet van de stam “hin” (geweld/leed) en “du” (doden/vernietigen).
Deze benadering kenmerkt ook het godsbeeld van het hindoeïsme. Volgens het hindoeïsme is er niet één God en er zijn ook niet meerdere goden. Er is simpelweg één waarheid, die bij verschillende namen, vormen en eigenschappen wordt gekend. Dus of je nu wel of niet in een God gelooft, of wel of niet religieus bent; dat maakt niet uit. Wij kunnen zelf bepalen wat voor vorm, invulling en betekenis wij aan die ene waarheid geven. Dat kan voor iedereen anders zijn. Zo zijn er hindoes die deze ene waarheid als een vormloze God zien, maar er zijn ook hindoes die dit als een bepaalde gedaante zien, zoals Ganesha, Durga, Krishna of Shiva.
Er zijn ook hindoes die een bepaalde wijze als die ene waarheid zien, zoals Sai Baba of een bepaalde guru. Hoe hindoes “God” (die ene waarheid) zien, kan dus verschillen per persoon en daarmee verschilt ook hun benadering en/of verering van “God”. God kan dus gezien worden als zowel één als veel, zowel vorm als vormloos, zowel uiterlijk als innerlijk… Één macht manifesteert alles en die manifestatie kan voor iedereen anders zijn.
Godsbeeld van het hindoeïsme
Scheppingsverhaal van het hindoeïsme
Ook het scheppingsverhaal kenmerkt zich door hetzelfde principe. Volgens het hindoeïsme is het heelal niet geschapen, maar is die ene waarheid zelf de wereld geworden door een evolutionair proces waarin het zichzelf heeft vermeerderd. Alle verschijningen in deze wereld zijn dus manifestaties van één en dezelfde oerbron; de gehele schepping is een ontvouwing van die ene waarheid. De Rigveda kent verschillende mystieke beschrijvingen over dit evolutionaire proces en de ‘schepping’ van het universum.
Vooral de Purusha Suktam, Naashadiya Suktam en Hiranyagarbha Suktam staan hier bekend om. In verschillende teksten wordt die ene waarheid Brahman genoemd, die zich manifesteert in twee energieën, gyaanamaya shakti en gunamaya shakti. Er komt als het ware een scheiding tussen bewustzijn en de drager van bewustzijn. Gyaanamaya shakti resulteert in Purusha (kosmisch bewustzijn) en gunamaya shakti in Prakriti (materie). Deze worden ook wel Shiva en Shakti genoemd, vergelijkbaar met het principe van Yin en Yang in de Chinese filosofie.
Hoewel bij de oerbron sprake is van eenheid (advaita), leidt het evolutionaire proces tot steeds meer dualiteit (dvaita). Zo komt er een tweedeling in materie en bewustzijn, mannelijke en vrouwelijke energie, goed en kwaad, zuiver en onzuiver, deugden en zonden… Zo zijn uiteindelijk ook de verschillende denkrichtingen, gewoontes, godsdiensten, tradities etc. ontstaan. Daarbij zijn er natuurlijk ook voorkeuren en afkeuren. Men is zich gaan identificeren met eigen denkwijzen, omgevingsfactoren en opvattingen.
Zo zijn wij steeds verder van de oerbron verwijderd en tegelijkertijd toch nog steeds in contact met de oerbron. De oerbron doordringt immers de gehele schepping; wij zijn alleen de verbinding verloren. De vedische leer geeft ons, middels talloze ervaringen, methoden en hulpmiddelen, handvatten om die verbinding te herstellen en zo weer in verbondenheid te leven. Eigenlijk brengt de vedische leer spiritualiteit, gevoelens, gedachten en attitudes bij elkaar die bijdragen aan onze zoektocht naar de zin van het leven, een bodem om op te leven. Dharma, zoals de vedische geschriften dat noemen.
Dvaita en advaita: dualiteit en eenheid
Dharma: het fundament waarop we leven
Dharma is hét centrale begrip waar het om draait in het hindoeïsme. Het is de essentie van het leven en de basis van ieder individu. Dharma is de bodem waarop wij leven en de eigenschappen die wij dragen. Het is onze pure aard, de grond van onze identiteit en daarmee ook de fundering van ons bestaan. Simpelweg kunnen we het onze essentiële waarden noemen waarmee wij ooit zijn geboren. Deze brengen ons in balans en harmonie met onszelf en de wereld om ons heen. Daarom is het belangrijk om ons met onze dharma te verbinden en daarmee verbinding te leggen met ons ware zelf en dus ook die ene waarheid die de oerbron van het universum is, onze diepste kern. Alles wat ons belemmert om die verbinding te maken, noemen wij adharma.
Dharma is een bepaalde fundering die is gelegd op basis van karma die wij in vorige levens hebben opgebouwd. Vervolgens is het aan ons om verder te bouwen op deze fundering. Daarbij is het belangrijk dat alles wat wij bouwen (alle karma die wij verrichten), past op deze fundering. Wij hebben de vrijheid om er alles op te bouwen wat we maar willen, maar de vedische leer raadt ons aan dit zorgvuldig te doen. Elke actie heeft namelijk een reactie. Elke oorzaak heeft een gevolg. Daarom geeft de vedische leer ons richtlijnen over wat we beter wel en beter niet kunnen bouwen, welke karma we beter wel en beter niet kunnen verrichten. Dit wordt gedaan door middel van talloze verzen in een bibliotheek aan geschriften.
Deel dit stuk