We komen allemaal weleens terecht in een situatie met veel tegenslagen. Financiële problemen, familieconflicten, gezondheidskwalen, verlies binnen de familie- en vriendenkring… In zulke tijden klagen we vaak: “Wat heb ik toch een pech!” of “God helpt me niet.”

Tegenslagen maakt iedereen wel mee in het leven, maar soms kunnen ze ons zo zwaar worden, dat we als het ware gevangen raken in een donkere kamer waarin we geen uitweg zien. We blijven bidden, maar er lijkt geen oplossing te komen.

Volgens een oud verhaal was er eens een diepgelovige man, ergens in een boerderijtje in Zeeland. Op een noodlottige dag brak de dijk door. Het water liep het land in en de reddingstroepen haalden zo snel ze konden de mensen in het bedreigde gebied op bij hun huizen.

Toen de reddingsdienst bij de boer aankwam en hem maande onmiddellijk mee te gaan, zei de boer: “Ik heb niets te vrezen. God zal mij redden,” en hij bleef waar hij was.

Later toen het water zijn woonkamer had overspoeld, zag de boer vanuit het raam op de zolder een boot aanvaren. “Stap snel in,” riep de schipper, “het water zal nog stijgen.” Maar de boer antwoordde weer: “Ik blijf hier. God zal mij redden.”

Uiteindelijk vluchtte de man het dak van zijn boerderij op. Het water bleef stijgen en stond al tot zijn knieën toen er een helikopter aan kwam vliegen. De piloot gooide een touwladder naar de man en riep: “Pak de ladder, het is je laatste kans.” Maar de boer riep weer: “Ik hoef niets te doen, God zal mij redden.”

Maar het water bleef stijgen en de man verdronk. Kort daarna stond hij voor de hemelpoort en God deed open. Verbaasd vroeg de boer aan God: “God, waarom heb je me niet gered?”
“Tja,” zuchtte God. “Ik heb je een auto gestuurd en een boot en ten slotte een helikopter, maar je weigerde mijn hulp, wat meer had ik nog kunnen doen?”

Vanuit ons onderbewustzijn klinkt een stem die zegt dat we hulp nodig hebben. Het geeft ons bepaalde signalen, legt ons opties voor waar we diep van binnen behoefte aan hebben, zoals praten over onze gevoelens en emoties, de overweging om een hulpverlener te benaderen, de gedachte om buiten dat wereldje van narigheid te willen stappen… Toch negeren we zulke signalen vaak. We weten dat we bepaalde dingen willen om positieve veranderingen te brengen in ons leven. Maar om de een of andere reden houden we onszelf daarin tegen.

Soms omdat het voor ons onbekende wegen zijn, omdat we bang zijn dat er weer iets naars uit komt, soms omdat we de signalen niet als hulp zien, soms omdat we bang zijn voor teleurstellingen. Iets in ons blijft roepen om hulp, maar we geven geen gehoor aan die stem. We lijken niet te beseffen dat we moeten ingrijpen, terwijl het water er blijft en zelfs hoger wordt. Ons onderbewustzijn en andere mensen kunnen zoveel zeggen, zoveel signalen geven, wegen laten zien, maar uiteindelijk zullen we de wegen wel moeten herkennen als hulp of oplossingen, zelf de beslissing moeten nemen en zelf de stap moeten zetten om uit die bedreigende omgeving te stappen.

De vrome boer in het verhaal besloot de hulp van buitenaf niet te accepteren en koos ervoor om in de bedreigende omgeving te blijven. Hij herkende de reddingstroepen niet als hulp van het Goddelijke, nam deze hulp niet aan en verdronk uiteindelijk. Hij besefte zich niet dat hij moest ingrijpen, dat het noodlot had toegeslagen en het Goddelijke hem probeerde te helpen. Zo beseffen wij vaak ook niet dat het Goddelijke ons probeert te helpen, omdat wij die hulp niet herkennen.

Het Goddelijke is onze vader, moeder en vriend. Hij waakt de hele tijd over hen die zich tot Hem wenden, tot hen die Hem lief zijn. Hij blijft zich over ons ontfermen, geeft ons wat wij nodig hebben. Maar we herkennen het vaak niet. Eigenlijk is het dus een kwestie van perspectief. Swami Vivekananda sloeg de spijker op zijn kop: “We houden onze handen voor onze ogen en klagen dat het donker is.” Het klinkt hard, maar als je erover nadenkt, is dat eigenlijk wel zo. Onze angsten en verleden ervaringen beïnvloeden ons perspectief zo erg, dat we blind worden voor oplossingen en geen stap durven te zetten, bang zijn dat we zullen vallen.

Als we onze gevoelens negeren, worden ze alleen maar sterker. Ze beïnvloeden wat we zeggen, hoe we dingen zien, hoe we reageren en wat we dromen. Op deze manier kan ons onderbewustzijn ons op verschillende manieren aan het probleem herinneren of ons hulp aanreiken. Maar als we blijven weigeren, kan ons onderbewustzijn ook prominenter op de voorgrond treden door ons te belemmeren in ons functioneren, zodat we niet meer verder kunnen en op een punt komen waar we nog harder hulp nodig hebben.

Negeer de stem van je onderbewustzijn dus niet. Stap in die boot of klim in die helikopter. Laat je naar een betere plaats brengen. Laat de persoon los die jij niet bent. Het enige probleem zijn je eigen angsten. Verdrink niet in al die opgekropte gevoelens en emoties. Misschien zul je even moeten tobben, maar uiteindelijk kom je wel ergens waar het droog en veilig is.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *