॥ दोहा ॥ (dohā)
जय जय श्री जगत पति, जगदाधार अनंत।
विश्वेश्वर अखिलेश अज, सर्वेश्वर भगवंत॥
jaya jaya śrī jagata pati, jagadādhāra anaṃta.
viśveśvara akhileśa aja, sarveśvara bhagavaṃta.
Glorie aan u, o Allerhoogste en Instandhouder van de wereld! U bent de allerhoogste van allen, de meest perfecte, de eeuwige, ongeborene en de God van het heelal.
॥ चौपाई ॥ (caupāī)
जय जय धरणीधर श्रुति सागर।
जयति गदाधर सद्गुण आगर॥
श्री वसुदेव देवकी नंदन।
वासुदेव नाशन भव फंदन॥
jaya jaya dharaṇīdhara śruti sāgara.
jayati gadādhara sadguṇa āgara.
śrī vasudeva devakī naṃdana.
vāsudeva nāśana bhava phaṃdana.
Glorie aan u, o Instandhouder/steun van de aarde en oceaan der vedische kennis! Glorie aan u, o drager van het universum, woonplaats van alle nobele waarden! U bent de geliefde zoon van Vasudeva en Devaki, en de vernietiger van de lus der geboorte en dood.
नमो नमो सचराचर स्वामी।
परंब्रह्म प्रभु नमो नमो नमामि॥
नमो नमो त्रिभुवन पति ईश।
कमलापति केशव योगीश॥
namo namo sacarācara svāmī.
paraṃ-brahma prabhu namo namo namāmī.
namo namo tribhuvana pati īśa.
kamalāpati keśava yogīśa.
Ik buig herhaaldelijk tot u, o heer die de gedaanten van alle schepsels kan aannemen. Ik betoon mijn eer aan u, o Allerhoogste, vormloze heer. Ik buig herhaaldelijk tot u, de heer van de drie werelden, de geliefde metgezel van Lakshmi en de allerhoogste yogi.
गरुड़ध्वज अज, भव भय हारी।
मुरलीधर हरि मदन मुरारी॥
नारायण श्रीपति पुरुषोत्तम।
पद्मनाभि नरहरि सर्वोत्तम॥
garuŗadhvaja aja, bhava bhaya hārī.
muralīdhara hari madana murārī.
nārāyaṇa śrīpati puruṣottama.
padmanābhi narahari sarvottama.
Uw vaandel is opgehemeld met het figuur van Garuda. U bent ongeboren, de verjager van al het stoffelijke, Krishna de fluitist en de vijand van Mura. U bent Narayana, de geliefde echtgenoot van Lakshmi, de beste van de mensen, Vishnu in de vorm van half leeuw en half man, en de meest perfecte van het heelal.
जय माधव मुकुंद वनमाली।
खल दल मर्दन, दमन कुचाली॥
जय अगणित इंद्रिय सारंगधर।
विश्व रूप वामन आनंद कर॥
jaya mādhava mukuṃda vanamālī.
khala dala mardana, damana kucālī.
jaya agaṇita iṃdriya sāraṃgadhara.
viśva rūpa vāmana ānaṃda kara.
Glorie aan u, o Madhava, Mukunda en Vanamali! U vernietigt het gemene en helpt de slachtoffers. Glorie aan u, de beheerser van de zinnen en de drager van de boog genaamd Saranga! U bent de gehele wereld, o Vishnu, en u schenkt gelukzaligheid.
जय जय लोकाध्यक्ष धनंजय।
सहस्रज्ञ जगन्नाथ जयति जय॥
जय मधुसूदन अनुपम आनन।
जयति वायुवाहन वज्र कानन॥
jaya jaya lokādhyakṣa dhanaṃjaya.
sahasrajña jagannātha jayati jaya.
jaya madhusūdana anupama ānana.
jayati vāyuvāhana vajra kānana.
Glorie, glorie aan u, o Dhananjaya (Vishnu), de heerser van de drie werelden. Glorie, glorie aan u, heer van de wereld met vele verschillende namen! Glorie aan u, o doder van de demon Madhu, wiens eigenschappen onmetelijk zijn, die de wind berijden en als de bliksemschicht zijn voor de bomen van het bos.
जय गोविंद जनार्दन देवा।
शुभ फल लहत गहत तव सेवा॥
श्याम सरोरुह सम तन सोहत।
दर्शन करत सुर नर मुनि मोहत॥
jaya goviṃda janārdana devā.
śubha phala lahata gahata tava sevā.
śyāma saroruha sama tana sohata.
darśana karata sura nara muni mohata.
Glorie aan u, o Krishna. Degene die zich op u richt, krijgt zoete vruchten van deze activiteit. Uw schoonheid is als die van een donkere lotusbloem en alle godheden, mensen en asceten zijn ervan onder de indruk.
भाल विशाल मुकुट सिर साजत।
उर वैजंती माल विराजत॥
तिरछी भृकुटि चाप जनु धारे।
तिन तर नैन कमल अरुनारे॥
bhāla viśāla mukuṭa sira sājata.
ura vaijaṃtī māla virājata.
tirachī bhṛkuṭi cāpa janu dhāre.
tina tara naina kamala arunāre.
Uw voorhoofd is breed en uw hoofd is bedekt met een schitterende kroon; op uw boezem ligt de beroemde krans genaamd Vaijanti; uw wenkbrauwen lijken op een getrokken boog en de ogen onder deze zijn als rode lotusbloemen.
नासा चिबुक कपोल मनोहर।
मृदु मुस्कान कुंज अधरन पर॥
जनु मणि पंक्ति दशन मन भावन।
बसन पीत तन परम सुहावन॥
nāsā cibuka kapola manohara.
mṛdu muskāna kuṃja adharana para.
janu maṇi paṃkti daśana mana bhāvana.
basana pīta tana parama suhāvana.
Uw neus, kin en wangen zijn zo mooi als de hoeken van uw lippen wanneer u lacht. Uw tanden zijn als een rij edelstenen, terwijl uw lichaam gekleed in het geel opperst indrukwekkend is.
रूप चतुर्भुज भूषित भूषण।
वरद हस्त, मोचन भव दूषण॥
कंजारुन सम करतल सुंदर।
सुख समुह गुण मधुर समुंदर॥
rūpa caturbhuja bhūṣita bhūṣaṇa.
varada hasta, mocana bhava dūṣaṇa.
kaṃjāruna sama karatala suṃdara.
sukha samuha guṇa madhura samuṃdara.
U heeft vier armen en ziet er prachtig uit, bedekt met ornamenten. De positie van uw handen lijkt alsof u de wereld zuivert. Uw handpalmen zijn zo rood als lotusbloemen en uw deugden zo diep en geweldig als de oceaan van tenderheid en schoonheid. U bent werkelijk de woonplaats van eeuwige zegen.
कर महं लसित शंख अति प्यारा।
सुभग शब्द जय देने हारा॥
रवि सम चक्र द्वितीय कर धारे।
खल दल दानव सैन्य संहारे॥
kara maha lasita śaṃkha ati pyārā.
subhaga śabda jaya dene hārā.
ravi sama cakra dvitīya kara dhāre.
khala dala dānava sainya saṃhāre.
Er is een schelphoorn in uw hand, helder en mooi, een instrument waarvan het muzikale geluid gunstig is om te horen en die overwinning verzekert. In uw tweede hand heeft u een discus die zo schitterend is als de zon en alle gemene demonen vernietigt.
तृतीय हस्त महं गदा प्रकाशन।
सदा ताप त्रय पाप विनाशन॥
पद्म चतुर्थ हाथ महं धारे।
चारि पदारथ देने हारे॥
tṛtīya hasta maha gadā prakāśana.
sadā tāpa traya pāpa vināśana.
padma caturtha hātha maha dhāre.
cāri padāratha dene hāre.
In uw derde hand heeft u een knots die alle fysieke, stoffelijke en bovennatuurlijke leed en kwaad vernietigt. Uw vierde hand bevat een lotusbloem die de vier zegens gunt (rijkdom, spiritueel verlangen, deugd en verlossing).
वाहन गरुड़ मनोगतिवाना।
तिहुं त्यागत जन हित भगवाना॥
पहुंचि तहां पत राखत स्वामी।
हो हरि सम भक्तन अनुरागी॥
vāhana garuŗa manogativānā.
tihu tyāgata jana hita bhagavānā.
pahuṃci tahā pata rākhata svāmī.
ho hari sama bhaktana anurāgī.
Uw rijdier is Garuda die zo vlug is als de geest en die u achterlaat voor het welzijn van uw toegewijden. Daar aankomend beschermt u hun eer, aangezien u perfect bent in het helpen van uw toegewijde, o heer.
धनि धनि महिमा अगम अनंता।
धन्य भक्तवत्सल भगवंता॥
जब जब सुरहिं असुर दुख दीन्हा।
तब तब प्रकटि कष्ट हरि लीन्हां॥
dhani dhani mahimā agama anaṃtā.
dhanya bhaktavatsala bhagavaṃtā.
jaba jaba surahi asura dukha dīnhā.
taba taba prakaṭi kaṣṭa hari līnhā.
Gezegend, gezegend is uw glorie, o heer, die onmetelijk groot is en oneindig is. En gezegend bent u, die uw devoten liefheeft als uw eigen kinderen. Wanneer demonen de hemelen aanvallen, verschijnt u om ze te verlossen.
सुर नर मुनि ब्रह्मादि महेशू।
सहि न सक्यो अति कठिन कलेशू॥
तब तहं धरि बहुरूप निरंतर।
मर्द्यो दल दानवहि भयंकर॥
sura nara muni brahmādi maheśū.
sahi na sakyo ati kaṭhina kaleśū.
taba taha dhari bahurūpa niraṃtara.
mardyo dala dānavahi bhayaṃkara.
Wanneer het gezelschap van Brahma en Mahesh (Shiva) en al het gezelschap van de kluizenaars in moeilijkheden zat, verscheen u in verschillende vormen om de horde demonen te vernietigen.
शय्या शेष, सिंधु बिच साजित।
संग लक्ष्मी सदा विराजित॥
पूरन शक्ति धान्य धन खानी।
आनंद भक्ति भरणी सुख दानी॥
śayyā śeṣa, siṃdhu bica sājita.
saṃga lakṣmī sadā virājita.
pūrana śakti dhānya dhana khānī.
ānaṃda bhakti bharaṇī sukha dānī.
De slang Shesha is uw troon, die zich bevindt in het midden van de oceaan. Lakshmi is altijd bij u. Zij is de kracht, de begunstiger en schenkster van rijkdom. Gezegend is zij, die geluk geeft, devotie in stand houdt en zegen geeft.
जासु विरद निगमागम गावत।
शारद शेष पार नहीं पावत॥
रमा राधिका सिय सुख धामा।
सोही विष्णु कृष्ण अरु रामा॥
jāsu virada nigamāgama gāvata.
śārada śeṣa pāra nahī pāvata.
ramā rādhikā siya sukha dhāmā.
sohī viṣṇu kṛṣṇa aru rāmā.
O Vishnu, in de Agama’s en Nigama’s wordt uw glorie gezongen. Zelfs Sarasvati en Sheshnag kunnen hun betekenis niet doorgronden. U bent de woonplaats van geluk en vreugde voor Lakshmi, Radha en Sita als Vishnu, Krishna en Rama.
अगणित रूप अनूप अपारा।
निर्गुण सगुन स्वरूप तुम्हारा॥
नहिं कछु भेद वेद अस भासत।
भक्तन से नहिं अंतर राखत॥
agaṇita rūpa anūpa apārā.
nirguṇa saguna svarūpa tumhārā.
nahi kachu bheda veda asa bhāsata.
bhaktana se nahi aṃtara rākhata.
Uw gedaantes zijn ontelbaar, onvergelijkbaar en oneindig. U bent zowel persoonlijk als vormloos. Voor de veda’s is er geen verschil tussen ze, noch is er een verschil tussen jou en jouw aanhangers.
श्री प्रयाग दुर्वासा धामा।
सुंदरदास तिवारी ग्रामा॥
जग हित लागि तुमहिं जगदीशा।
निज मति रच्यो विष्णु चालीसा॥
śrī prayāga durvāsā dhāmā.
suṃdaradāsa tivārī grāmā.
jaga hita lāgi tumahi jagadīśā.
nija mati racyo viṣṇu cālīsā.
O heer van het heelal, Sundardas heeft deze hymne, de Vishnu chalisa, zo goed als hij kon voor uw devoten gecomponeerd en aan u opgedragen. Dit deed hij tijdens zijn verblijf in Durvasa, in Allahabad.
जो चित्त दै नित पढ़त पढ़ावत।
पूरन भक्ति शक्ति सरसावत॥
अति सुख वसत, रूज ऋण नाशत।
वैभव विकासत, सुमति प्रकाशत॥
jo citta dai nita paŗhata paŗhāvata.
pūrana bhakti śakti sarasāvata.
ati sukha vasata, rūja ṛṇa nāśata.
vaibhava vikāsata, sumati prakāśata.
Wie deze chalisa leest of voorleest, bereikt het peil der bovenzinnelijke liefde en kracht. Diegene bereikt het hoogste geluk en overwint alle stoffelijke leed. De persoon wordt welvarend en zijn/haar verstand wordt met de dag scherper.
आवत सुख गावत श्रुति शारद।
भाषत व्यास-वचन ऋषि नारद॥
मिलत सुभग फल शोक नसावत।
अंत समय जन हरि पद पावत॥
āvata sukha gāvata śruti śārada.
bhāṣata vyāsa-vacana ṛṣi nārada.
milata subhaga phala śoka nasāvata.
aṃta samaya jana hari pada pāvata.
De vier veda’s, Sarasvati, Vyasa en de ziener Narada reciteren en verklaren allen dat zo’n recitatie van de Vishnu chalisa geluk brengt en alle heerlijke vruchten van het leven. Het vernietigt leed en helpt de hoogste staat te bereiken.
॥ दोहा ॥ (dohā)
प्रेम सहित गहि ध्यान महँ हृदय बीच जगदीश।
अर्पित शालिग्राम कहं करि तुलसी नित शीश॥
क्षणभंगुर तनु जानि करि अहंकार परिहार।
सार रूप ईश्वर लखै, तजि असार संसार॥
सत्य शोध करि उर गहै, एक ब्रह्म ओंकार।
आत्मबोध होवै तबै, मिलै मुक्ति के द्वार॥
शांति और सद्भाव कहं, जब उर फूलहिं फूल।
चालीसा फल लहहिं जहं, रहहिं ईश अनुकूल॥
एक पाठ जन नित करै, विष्णु देव चालीस।
चार पदारथ नवहुं निधि, देय द्वारिकाधीश॥
prema sahita gahi dhyāna maha hṛdaya bīca jagadīśa.
arpita śāligrāma kaha kari tulasī nita śīśa.
kṣaṇabhaṃgura tanu jāni kari ahaṃkāra parihāra.
sāra rūpa īśvara lakhai, taji asāra saṃsāra.
satya śodha kari ura gahai, eka brahma oṃkāra.
ātmabodha hovai tabai, milai mukti ke dvāra.
śāṃti aura sadbhāva kaha, jaba ura phūlahi phūla.
cālīsā phala lahahi jaha, rahahi īśa anukūla.
eka pāṭha jana nita karai, viṣṇu deva cālīsa.
cāra padāratha navahu nidhi, deya dvārikādīśa.
Moge de devoot de heer des werelden zetelen in het hart en met zuivere devotie hun geest op hem concentreren met gebogen hoofd. Moge zij zo tulsi-bladeren offeren middels Vishnu’s beeld. Moge zij hem zien als de Opperste en de Absolute Waarheid, en deze wereld als iets tijdelijks. De waarheid te hebben doorgrond, moge zij de mystieke klank ॐ in hun hart zetelen, die Brahma symboliseert. Dat zal leiden tot zelfrealisatie en verlossing. Wanneer de bloemen van vrede en welwillendheid bloeien in het hart, zijn de devoten gezegend met de vruchten van deze veertig verzen. Vishnu zal tevreden zijn met ze en ze begunstigen. Degene die dagelijks de Vishnu chalisa reciteert, zal van Vishnu de vier rijkdommen en negen goddelijke schatten ontvangen.
Goed om te weten
- Bij het zingen van devotionele liederen is het gebruikelijk dat we aan het einde (na het laatste couplet) het eerste couplet nog eens zingen. We beginnen en eindigen de aarti dan dus met hetzelfde couplet.
Disclaimer
Zoals bij elke aarti zijn er lichte variaties in de omloop. Daardoor kan de tekst hier en daar ietsje verschillen van wat je elders tegenkomt. Op HindoeDharma.nl houd ik de aarti-teksten aan zoals ik deze het meest ben tegengekomen in mijn jarenlange studie van het hindoeïsme.