De afgelopen jaren worden de geschriften steeds toegankelijker gemaakt en komen we meer te weten over wat er werkelijk in de geschriften staat. Een onderwerp dat jarenlang onder vuur heeft gelegen, is het brahmanaschap.

In 2008 was er zelfs sprake van een ‘kastestrijd’ in Suriname, waarbij swami Raghavanand de janmavadische pandits in Suriname uitdaagde om in debat te gaan over het kastenstelsel. De janmavadische pandits beweren immers dat men als brahmana geboren wordt en brahmana’s religieus gezien meer rechten hebben dan anderen, terwijl swami Raghavanand aangeeft al sinds zijn zestiende vele geschriften te hebben bestudeerd en dit nergens te zijn tegengekomen in de Hindoegeschriften. De pandits kwamen echter niet opdagen om hun standpunt te verdedigen. De vers in dit artikel, uit de Shrimad Bhagavatam, is slechts één van de vele verzen die verklaart waarom: de janmavadische pandits kunnen hun standpunt niet staven met Hindoegeschriften, omdat de geschriften hun standpunt niet ondersteunen.

In verschillende geschriften wordt beschreven dat de vier varna’s (‘kastes’) een indeling van de maatschappij vormen op basis van aard. Niemand is hoger of lager; men heeft slechts eigen kwaliteiten die een aanvulling zijn voor de maatschappij. In de Purusha Sukta van de Rigveda wordt dit prachtig beschreven. Elk van de vier ‘kastes’ wordt hier beschreven als essentieel onderdeel van de samenleving. De Shudra’s vormen de voeten, de vaishya’s de dijen, de kshatriya’s de armen en de brahmana’s het hoofd. Zonder voeten kan Hij niet lopen, zonder armen kan Hij niet handelen, zonder romp kan Hij geen armen hebben en zonder hoofd kan hij niet denken of eten. Elke ‘kaste’ heeft dus een eigen, gelijkwaardige functie. En aan elke functie zijn bepaalde kenmerken en eigenschappen toegeschreven, die we in diverse geschriften tegenkomen, zoals de Bhagavad Gita en de Shrimad Bhagavatam.

Terwijl vele janmavadische pandits de Manusmriti aanwijzen als bewijs voor hun standpunt, beschrijft ook de Manusmriti dat de eigenschappen de kaste van een persoon bepalen. In Manusmriti vers 10.65 staat bijvoorbeeld dat een persoon die is geboren als kind van een brahmana zich kan ontwikkelen tot een shudra. Manusmriti vers 2.157 formuleert het wat stelliger: een persoon die niet geleerd is in de Veda’s is als een olifant van hout en dus slechts voor de naam. De Padma Purana beschrijft dat de vier varna’s in de kaliyuga verstoken zijn van kennis en moraal, en dat de brahmana’s in kaliyuga zeer lage handelingen verrichten. Tevens beschrijft de Padma Purana dat bhakta’s, van welke ‘kaste’ dan ook, in staat zijn de wereld te zuiveren. Op basis hiervan kunnen we stellen dat het kastenstelsel niet belangrijk is en bhakti het enige is dat telt. Dat verklaart waarom diverse stromingen het kastenstelsel hebben verworpen.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *