Vandaag is Navratri begonnen. Het is een periode van negen dagen die twee keer per jaar voorkomt, in de maand Chaitra (april-mei) en in de maand Ashvina (september-oktober). De Navratri in Chaitra wordt ook wel Rama Navratri genoemd en de Navratri in Ashvina Durga Navratri.

Tijdens Navratri wordt Devi Mata, ook wel Durga of Shakti, negen nachten lang vereerd (Nav raatri). De negen nachten verwijzen naar de negen glorieuze aspecten van Devi Mata. Ook zijn deze nachten onderverdeeld in drie periodes van elk drie dagen. Deze drie periodes zijn elk gewijd aan een hoofdgedaante die uit Devi Mata voortkomt. De eerste drie dagen zijn gewijd aan Maha Kali Mata, de tweede drie dagen aan Maha Lakshmi Mata en de derde drie dagen aan Maha Sarasvati Mata.

De negen dagen symboliseren daarmee ook de drie fases die de mens passeert op het spirituele pad. In de eerste periode wordt Mata vereerd in Haar krachtige, vernietigende vorm. Veel mensen die aan hun spirituele pad beginnen, hebben een intense angst voor God. Daarom symboliseert deze eerste periode de eerste fase, de fase van onwetendheid. In deze fase bidt de devoot tot Mata om vernietiging van zijn onwetendheid. Onwetendheid is de laagste guna (geaardheid der stoffelijke natuur) en wordt vertegenwoordigt door Maha Kali Mata.

De tweede periode symboliseert de tweede fase, de fase van hartstocht, de tweede guna. Deze guna wordt vertegenwoordigt door Maha Lakshmi Mata, Mata in Haar onderhoudende vorm. In deze tweede fase is de mens in staat om een spirituele persoonlijkheid te ontwikkelen. Het is de periode waarin de negatieve persoonlijkheid wordt vervangen door een positieve persoonlijkheid. Nadat de persoon zijn angst voor God heeft overwonnen, bidt hij voor materieel welzijn. Hoewel Maha Lakshmi’s welzijn geen materiële, maar spirituele welzijn betekent, denken veel mensen dat dat wel zo is. Spirituele welzijn wil zeggen: kalmte, vrede, gelijkheid, liefde voor een ieder…

Tijdens de drie laatste dagen wordt Maha Sarasvati vereerd, de Schenkster van ware wijsheid. Na de 2e fase voltooid te hebben is de persoon klaar om het ware licht der kennis te ontvangen. Deze laatste fase staat in het teken van de hoogste guna, goedheid.

Tijdens Navratri vereren we dus eigenlijk Shakti Mata, de bron van alle energie. Door Haar te vereren, bidden we dat Ze onze levens zuivert en ons gezondheid, vreugde, vrede en welzijn brengt.

Navratri wordt gevierd op dezelfde tijd van het jaar dat Durga de kwade demon Mahishasur versloeg en daarmee de wereld redde. Geen enkele goddelijke gedaante kon Mahishasur verslaan. Daarom maakten Zij samen Durga, Shakti Mata, en gaven Zij Haar hun krachtige wapens. Daarna ging Zij de strijd aan met Mahishasur. Deze strijd duurde negen dagen. Op de 10e dag, Vijay Dashmi, werd Mahishasur vernietigd. Deze overwinning wordt tijdens Navratri herdacht en gevierd.

Dat betekent echter niet dat we alleen maar moeten feesten. De overwinning van het goede op het kwade heeft een diepere betekenis, namelijk dat we onze innerlijke vijanden moeten vernietigen. Dit kan door middel van pooja (rituele verering). Die vijanden zijn net als demonen, en om die te vernietigen, bidden we tot Shakti Mata.

Navratri heeft dus een bredere en diepere betekenis dan we denken. Het is niet alleen een overwinningsfestival, maar ook vooral een festival van het creëren van bewustzijn. Het is heel belangrijk om ons spirituele pad te kennen en ervan bewust te worden. Zo kunnen we uiteindelijk door middel van het beoefenen van yoga ons einddoel bereiken.

Afgelopen zondag gaf Anup Jalota een concert in theater Diligentia te Den Haag. Met veel moeite is het me gelukt om hem mijn interviewvragen te stellen.

Regelmatig krijg ik mailtjes van Hindoestaanse jongeren die klagen over de sociale controle binnen onze gemeenschap. Vorige week kreeg ik nog een bericht van een meisje dat met haar gewone vriend naar de Mac ging. Toen ze thuiskwam zaten haar ouders en broer al op haar te wachten.

“Ben je vandaag naar Mc Donalds geweest?….. Was je alleen?….. Je oom was er ook en zei me dat hij je had gezien.” Die meid was nog niet eens thuis en haar ouders wisten al waar ze had uitgehangen, samen met een jongen.

We zijn het gewend dat dingen ons niet gegund worden in onze gemeenschap. Steeds dat gevoel dat we continu door bekenden in de gaten worden gehouden… Mensen die altijd paraat staan om de eerste te zijn die te weten komt over je misstap en er dan een groot verhaal omheen verzint. Hindoestanen kunnen het nu eenmaal niet uitstaan als een andere Hindoestaan beter is. Daarom willen ze per se op de hoogte blijven van elkaars nieuwste weetjes. Vaak ervaren we deze sociale controle heel negatief. Maar is het wel echt zo verkeerd? Heeft het geen positieve effecten op ons leven? Volgens mij zorgt sociale controle er juist voor dat we ons netjes gedragen.

Onze omgeving verwacht dat we in allerlei opzichten goed presteren in de maatschappij, en altijd het beste uit ons halen. Onze ouders stellen hoge eisen. Denk maar eens aan de plicht om goed te presteren op school en een zo hoog mogelijk niveau te bereiken. Wie aan deze eisen voldoet, wordt daar wel voor beloond. Die persoon heeft immers een status en krijgt respect binnen de Hindoestaanse gemeenschap. Als je niet aan die hoge eisen voldoet, kijken mensen op je neer, en ook op je ouders. Als je in de ogen van de overheid bijvoorbeeld een crimineel bent, is dat echt een schande voor je ouders. Ook jij zal dan moeilijk kunnen vorderen in de maatschappij. Criminelen worden nu eenmaal niet geaccepteerd in deze harde samenleving. De sociale controle is dus ook een reden waarom er niet zoveel Hindoestanen in de criminele sector zijn beland. Het zou ook heel goed de reden kunnen zijn waarom we geen hindoe-extremisme zien in Nederland.

Die sociale controle waarover we altijd klagen zorgt er dus eigenlijk voor dat wij – Hindoestaanse jongeren – goed zitten in onze gemeenschap. Onze ouders hoeven dus niet in schaamte te leven. Daarnaast komen we natuurlijk ook goed terecht in de Nederlandse samenleving.

Die bemoeienis, die jaloezie en al dat geroddel is dus toch nog ergens goed voor. Wij irriteren ons er enorm aan, maar eigenlijk houdt het ons wel op het goede pad.

Tegenwoordig, en vooral op de middelbare school, zijn er meiden die echt al hun kleren uit de kast halen om een zo sexy mogelijk outfit samen te stellen, of juist niet zo sexy. Ik heb klasgenoten gehad die twee uur te laat op school kwamen, omdat ze niet wisten wat voor kleding ze moesten aantrekken of zich moesten optutten.

Bij mij zaten twee meisjes in de klas die tijdens de les de hele tijd zaten te praten over wat voor kleding ze de volgende dag zouden aantrekken. Één keer was er een miscommunicatie en kwamen beiden met dezelfde broek op school. Ze vonden het zo erg, dat een van ze twee minuten voor de bel naar huis ging om haar broek te wisselen.

Oke, er is niks mis met een leuk uiterlijk, maar overdrijven hoeft ook weer niet. Er zijn ook mensen die er geen behoefte aan hebben om indruk te maken, en die hebben het niet altijd even makkelijk met al die kritiek die ze krijgen. Ik ben ook zo iemand. Op school werd ik altijd aangesproken op mijn uiterlijk: ‘Zeg, wanneer ga je naar de kapper? Lang haar is niet meer in hoor! …. Ranjita, je hebt zo’n leuk figuur en nog draag je zulke lange truitjes…’

Om de een of andere reden loopt de wereld met het motto: ‘Sexy is in, dus gedraag je ook zo!’ Maakt het je niet uit hoe je eruit ziet, dan voldoe je niet aan ‘de norm’ of kom je van een andere planeet.

Moet je dan maar toegeven aan de druk van je omgeving? Jezelf zo aantrekkelijk mogelijk aankleden, zodat jongens elke dag naar je toekomen en zeggen dat je een lekker ding bent? Jongens aan je lichaam laten zitten omdat je een sexy image wil hebben zodat iedereen je accepteert? Besteden jongens en meisjes daarom zoveel tijd aan elkaar? Oke, sommige jongens zijn echt leuk en relaties kunnen ook geweldig leuk zijn. Maar je vermindert de kans op het ontmoeten van de juiste man. Je weet maar nooit wanneer je die kei tegenkomt. Iemand die niet om je lichaam/uiterlijk geeft, maar om je hart!

Beautymagazines, filmsterren, zangers… Waarom hebben ze zo’n succes? Je hoeft niet eens talent te hebben. Als je in de ogen van mannen slaagt, slaag je voor heel de wereld. Dat vertellen de media ons. Maar waarom moet je knap en sexy zijn voor de hele wereld? Dat hoef je toch alleen maar te zijn voor een leuke man en jezelf? Wat hebben anderen daar nou mee te maken?

Jongeren zijn duidelijk heel beïnvloedbaar en daarom het grootste en belangrijkste doelwit voor de commercie. Maar als het gaat om verantwoordelijkheid van minderjarigen, is het ineens onduidelijk. Dan weet ineens niemand meer waardoor het komt dat steeds meer minderjarigen het verkeerde pad opgaan en worden gebruikt door loverboys.

Er is meer aan een vrouw dan haar lichaam, maar dat is blijkbaar niet zo winstgevend. Onze moderne samenleving wordt immers geleid door de economie. Ons imago is belangrijker. Daarvoor kan men tegenwoordig zelfs hun zelfrespect opofferen.

Als ik om me heen kijk, merk ik dat de Hindoestaanse taal heel weinig worden gesproken door de Hindoestaanse jongeren in Nederland. Dat vind ik erg jammer. Daarom ben ik er met een aantal andere jongeren over gaan praten. Uit deze gesprekken bleek dat de meesten van hen bijna geen interesse hebben in het begrijpen van de Hindoestaanse taal.

Veel jongeren vinden het niet nodig om Hindoestaans te leren. Films zijn altijd ondertiteld, pandits van tegenwoordig praten Nederlands… Zelfs veel ouders zijn gestopt met Hindoestaans praten tegen hun kinderen. In sommige Hindoestaanse families zie je dat de hele familie geen Hindoestaans praat, ter wille van de kinderen.

Wat voor argument ik heel vaak hoor is: ‘Ja, maar als ik Hindoestaans praat, gaat mijn Nederlands achteruit.’ Als mensen dat zeggen, kan ik me zo ergeren. Het is echt zo’n dom, onzinnig argument! Want als dat echt zo was, zouden we ook geen Engels, Frans en Duits op school krijgen.

Maar als ik dat zeg, nemen ze het me kwalijk en komen ze met het argument dat Engels, Frans en Duits belangrijkere talen zijn en meer worden gesproken. Zoveel worden het Frans en Duits ook weer niet gesproken, maar ja. Vinden we de Hindoestaanse taal dan helemaal niet meer belangrijk??

Al onze Hindoegeschriften zijn in het Hindi of Sanskrit geschreven. Is het dan niet belangrijk voor ons jongeren om die te lezen en begrijpen?

Onze taal hoort bij onze cultuur, en onze cultuur staat in verband met het Hindoeïsme. In het Hindoeïsme komt Hindi heel veel voor. Daarom kunnen we onze gebeden en boeken pas echt goed begrijpen wanneer we onze taal onder de knie hebben. Onze taal is een poort van het Hindoeïsme. Als we de taal goed beheersen, zullen we ook meer waarde hechten aan Hindoeïstische principes.

Denk maar eens aan het concept van respect. Tegenwoordig hoor ik jongeren en kinderen tegen hun nani zeggen: ‘Heey nani!’ Ik vind dat zo onrespectvol klinken. Ik heb altijd geleerd om pawlagi tegen mijn ouderen te zeggen, omdat wij jongeren zijn en de zegen van onze ouderen nodig hebben om te vorderen. Tevens is het een teken van respect naar onze ouderen toe.

Onze taal kan woorden zo respectvol overbrengen. Dat is juist zo bijzonder aan onze taal. Het Nederlandse alfabet heeft 26 letters, maar het Hindi heeft er 52! Dat is 2 keer zoveel. Wij kunnen dingen op zoveel manieren zeggen. Denk maar eens aan het woord liefde. Daar bestaan in het Hindi 16 woorden voor, met exact dezelfde betekenis. In het Nederlands is er maar 1 synoniem voor.

Daarnaast zijn we in staat om een taal te spreken die niet iedereen spreekt. Juist omdat onze taal niet door iedereen wordt gesproken, is het bijzonder.

De taal is een belangrijk onderdeel van onze cultuur. Als wij onze taal verloochenen, wat gaan wij dan later overbrengen aan onze kinderen? Zij zullen bijna niks weten over onze cultuur, laat staan de generatie daarna!

Veel mensen vragen me waarom ik een vegetariër ben. Ik antwoord haast altijd: ‘Omdat ik het ben!’ Meestal houdt het gesprek hierbij op. Dat is ook de bedoeling van mijn reactie. Ik kan heus wel uitleggen waarom, maar degenen die mij die vraag stelden, waren altijd wel vleeseters. Vleeseters willen over het algemeen niks aannemen van vegetariërs. Daarom vind ik het nutteloos om de discussie aan te gaan. Toch doe ik het soms.

Sommigen van hen voelden zich na mijn uitleg meteen schuldig: “Ik wou echt dat ik kon wat jij doet! Het zal vast erg moeilijk zijn om het te overleven. Het zal zo moeilijk zijn voor je.” Anderen maakten opmerkingen als: “Maar je eet groente… Wat is het verschil?”

Soms gaan mensen conversaties aan, maar willen ze niet horen wat je werkelijk te zeggen hebt. Ik voel dat aan en vertel ze dan dat we onze respectieve geloven niet aan elkaar hoeven te rechtvaardigen.

Ik ben geen predikant ofzo. Ik hoef niemand te overtuigen. Ik heb een keus, en anderen ook. Als je gevoelig bent en niet open staat voor andermans geloven, beoefen dan je eigen keuze en stop nu meteen met lezen!

Ik heb ervoor gekozen om geen medewezens te eten. Dat betekent dat ik niks eet dat 5 zintuigen heeft.

Door dieren te eten, zou ik iemands moeder, vader, zoon, dochter, broer, zus of partner eten. Ik zou een kannibaal zijn!

Ik zou mezelf misleiden door te denken dat een dier ook menselijk gedood kan worden zonder dat het lijdt. Maar je kan niet menselijk doden. Menselijk doden is een argument door idioten voor idioten! – Niet voor verlichte spirituele zielen. Je kan jezelf wel misleiden over menselijk doden om je schuldgevoel te verlichten, maar de waarheid verandert er niet mee. Doden is en blijft een zonde.

Wat als iemand anders de dieren voor mij heeft vermoord? Zou ik dan vlees eten? Nee. Als je iemand anders je smerige werk laat doen, is je karma nog steeds zondig. Eigenlijk dubbel.

Neem bijvoorbeeld de rijke persoon die zichzelf met ivoor versiert. Eigenlijk is die persoon dan de oorzaak van de moord op de olifant. De slachter doodt, de ontwerper knutselt ermee en de verkoper verkoopt het. Ze zijn allemaal betrokken bij die moord. Maar de veroorzaker trekt slechte karma op cumulatieve basis aan.

Als ik de slager haal om een dier voor me te slachten, zou ik nog steeds de moordenaar zijn.

Kijk eens in de ogen van een dier. Heb je geen medelijden? Heb je geen genade? Geloof je in karma? Geloof je dat we spirituele wezens zijn of gewoon egoïstische omnivoren? Geloof je dat je verlicht kan worden terwijl je geweld pleegt? Geef je er dan niks om?!

Als je er wat om geeft, laten we dan vrienden zijn en onze eigenschappen delen. Zo niet, bid dan tot God dat je niet wordt herboren als kip en de kip als jou!

Als je 30 jaar geleden met de huidige tijd vergelijkt, zijn er heel veel dingen veranderd. Van alles lijkt vooruit gegaan te zijn, behalve ons geloof. Dat is al die tijd stil blijven staan, tussen allerlei wetenschappelijke theorieën. Geloven dan echt zoveel mensen dat er geen God bestaat?

Ze reageren namelijk meestal een beetje raar als je op een vrije dag naar het gebedshuis gaat.

Ik zelf ben erg gelovig. Dit is niet doordat het me van jongs af aan is meegegeven, maar omdat de filosofie van onze Dharma me aanspreekt. De waarden als respect en geweldloosheid spreken me aan, en het idee dat het leven na de dood niet ophoudt en je dan ergens anders beland. Als volger van de Dharma heb je een persoonlijke band met God. Het klinkt allemaal wat vaag. Maar wil niet iedereen teruggaan naar waar je thuis hoort en eenworden met de Superziel?

In al die jaren dat ik in Brabant woonde, heb ik nooit echt de kans gehad om naar de mandir te gaan. Als ik zo terug kijk, ben ik eigenlijk in mijn hele leven niet eens 10 keer naar de mandir geweest. Maar het leuke is dat het me toch trekt. Ik mis de religieuze activiteiten. Het spirituele gevoel dat je in de mandir krijgt, is toch anders dan in je Deva Ghar thuis. In mijn leven is het een factor die ik niet wil en kan missen.

Dat is de reden waarom ik niet begrijp hoe dat spirituele gevoel vanuit de algemene visie zo vreemd aan het worden is. Er zijn redelijk veel mandirs. Maar toch worden ze niet zo vaak bezocht. In Nederland wonen ongeveer 100.000 Hindoes. Daarvan gaat maar een klein deel naar de mandir. Is het niet onze plicht om onze cultuur en levensfilosofie te beschermen?

Wanneer ik deze vraag stel, komen vaak mensen met het antwoord: ‘Zonder geloof was er geen oorlog.’ Maar dan kan je ook zeggen dat we zonder zee geen last hadden van overstromingen. Het is dus een zinloos argument dat in deze tijd veel wordt gebruikt. Als er een paar moslims ergens op aarde aanslagen lopen te plegen, betekent dat niet dat alle moslims of gelovige personen in de wereld terroristen zijn.

In mijn visie zou de wereld een stuk slechtere plek zijn als er geen geloof zou zijn. Stel je voor dat iedereen zou geloven dat de mens van apen afstamt, of dat de wereld door het broeikaseffect en al die atoomwapens zou kunnen worden vernietigd… Freaky, don’t you think so?

Mijn naam is Ranjita en ik ben geboren in Nederland. Mijn ouders komen uit Suriname en onze voorouders uit de deelstaten Bihar en Uttar Pradesh te India. Ik geloof in de Sanatana Dharma, in het westen beter bekend als het hindoeïsme. Vaak word ik met vooroordelen geconfronteerd, met betrekking tot mijn (religieuze) achtergrond.

Zo zou ik een roddelaarster zijn en veel last hebben van zelfmoordneigingen. Mijn ouders zouden heel streng zijn en me onderdrukken zodat ik geen vrijheid heb. Ze zouden me zelfs slaan wanneer ik iets doe wat mijn ouders niet goed vinden. We zouden altijd op de grond eten en alles doen voor een beetje geld.

Hindoestanen worden nu eenmaal als een roddelgemeenschap gezien, vol laffe en zwakke mensen die met gebogen hoofd door het leven gaan. Als mensen die niet hogerop komen in het leven, een volk met mensen met een minderwaardigheidscomplex, als koelies. Ja, koelies, zo worden we vaak genoemd. Een koelie is iemand die op het station de spullen van de passagiers draagt voor wat geld. Maar als je verder terug in de tijd gaat, zie je Indiase gastarbeiders die hard moesten werken, onder slechte leefomstandigheden. Zij verrichtten hetzelfde werk dat eerst, vóór de afschaffing van de slavernij, door Creoolse slaven werd verricht. Hoewel de slavernij was afgeschaft, werden zij toch als slaven behandeld.

Wat religieuze achtergrond betreft, zou ik in duizenden Goden geloven en beelden vereren. Wij zouden alles als goddelijk beschouwen, ons vromer voordoen dan we werkelijk zijn, vele tegenstrijdige geloven hebben. Hindoemannen zouden vrouwen en meisjes onderdrukken en ze mishandelen, zowel fysiek als mentaal. Respect voor de vrouw zou er volgens velen niet zijn binnen onze Sanatana Dharma. Alle pandits (hindoepriesters) zouden het slechte voorbeeld geven en vele buitenechtelijke relaties hebben. Zij zouden hindoes manipuleren en aanzetten tot verkeerde handelingen.

Van deze vooroordelen trek ik me niet zo aan. Natuurlijk zijn ze vervelend, maar ik weet wat de waarheid is. Vooroordelen vervuilen de ziel alleen maar. En in mijn streven naar goedheid is de reinheid van mijn ziel zeer belangrijk. Daarom negeer ik de vooroordelen. Je eraan ergeren heeft geen zin, want vooroordelen zijn nu eenmaal dingen die niet makkelijk vergaan.

Onze Dharma kent vele tradities. Zo kent elke deelstaat in India vele diverse gewoonten die al honderden jaren worden voortgebracht. Onze tradities vallen vooral op bij onze feestdagen. Iedere deelstaat heeft een andere traditie wat viering betreft. Zo is het in grote delen van India een traditie om op de dag van Ramnavmi toneelstukken op te voeren over het verhaal van Rama. Ook bij het huwelijk zien we vele tradities naar voren komen, voornamelijk bij de diverse ceremonies.

In het dagelijkse leven zien we echter ook tradities van onze Dharma. Zo is het een soort traditie om één dag per week een vrat (soort vasten) te houden. Vroeger hield zo’n vrat in dat de mensen bijvoorbeeld geen uien, knoflook en kruiden aten. Maar tegenwoordig zijn er heel veel hindoes die niet vegetariër zijn. Vroeger was dat juist andersom. Hindoes van tegenwoordig hebben veel minder voor hun Dharma over dan Hindoes van de vorige tijdperken. Tegenwoordig blijft een vrat vaak slechts bij het niet nuttigen van vis, vlees en ei. Zo’n vrat wordt alleen gehouden op feestdagen, en 1 keer per week, op de dag van de Ishta of Kul Deva of Devi.

Een andere traditie is dat van respect. In Nederland is deze traditie best verwaterd, maar in grote delen van India zien we deze prachtige traditie nog steeds, vooral in de dorpen. Moeders, vaders, vrouwen, broers, buren, gasten, geestelijken, leraren… Iedereen wordt gezien als een aspect van God. Daarom worden zij dan ook met veel respect behandeld.

Ook muziek en dans behoren tot onze traditie. Muziek en dans hebben door de eeuwen heen een grote rol gespeeld in het dagelijkse leven van hindoes en Hindoestanen. Deze waren in diverse opzichten belangrijk. Zo dienden ze als vermaak, culturele activiteit, maar ook als uitlaatklep.

Tenslotte is eten ook erg belangrijk in onze cultuur. Vooral in India zien we dat het eten erg smakelijk moet zijn. Bij sommige Hindoestanen gaat liefde letterlijk en figuurlijk door de maag. Hoe lekkerder het eten, des te beter het humeur van de mensen. Ook is het een gewoonte om bij vreugdevolle gelegenheden zoete lekkernijen klaar te maken en uit te delen. Dit is een traditie die wordt gebruikt om mensen te feliciteren, en tevens is het een uiting van viering.

Door de jaren heen hebben vele Hindoes(tanen) zich aangepast aan de Nederlandse cultuur. Hierdoor is een aantal tradities helaas verwaterd, maar er zijn ook Hindoe(staanse) tradities die nog steeds worden voortgebracht. De Nederlandse cultuur heeft dus een grote invloed op onze tradities. Maar we kunnen ook zeggen: ”Wij Hindoestanen passen ons nu eenmaal makkelijk aan aan onze omgeving.”

Onze tradities zijn nu eenmaal verwaterd, en worden nog steeds verwaterd. De verwestering van vele Hindoes(tanen) speelt hier een grote rol in. Het mooie van onze cultuur lijkt steeds meer te vergaan. Zullen we haar nog kunnen redden?

Soms vraag ik vraag me af waar ik nou eigenlijk thuis hoor. Mijn geboorteland is Nederland. Mijn ouders zijn in Suriname geboren. Mijn stamouders komen uit India. Ik spreek Nederlands, Engels, Frans, Duits, Sarnami en Hindi, woon in Nederland, ga op vakantie naar Frankrijk en Duitsland, en mijn interesses liggen vooral in de Hindoestaanse cultuur.

Waar hoor ik nu eigenlijk thuis? Wat is mijn ware identiteit?

Echt klem zit ik niet, maar toch begin ik erbij stil te staan wanneer men mij die vraag stelt: ‘Ranjita, wat ben jij in de eerste plaats: Nederlander, Surinamer of Hindoestaan?’ Ja, dan zit ik wel even klem, tussen maar liefst drie culturen! Natuurlijk ben ik niet de enige die met z’n culturele identiteit worstelt. Er zijn honderden, misschien wel duizenden, andere jongeren die met ditzelfde vraagstuk zitten. Ware innerlijke rust op dit gebied vinden we pas als we vrede vinden met onze situatie. De een zit in een groter dilemma dan de ander. Daarnaast zijn er natuurlijk ook mensen die nooit met dit vraagstuk hebben gezeten. Zij hebben nooit echt problemen gehad met het welbevinden in deze multiculturele samenleving.

Wanneer deze levensvragen mij bezighielden, heb ik levensbeschouwelijke boeken geraadpleegd. Deze hebben mij geholpen met het antwoord vinden op vragen als: ‘Wie ben ik?’ ‘Ben ik een Nederlandse, allochtoon, Surinaamse, Hindoestaanse of hindoe?’ ‘Wat betekent het geloof voor mij?’ ‘Wat mag ik als jonge Hindoe(staanse) voor mezelf bepalen?’ ‘Hoe sta ik in de maatschappij?’ ‘Ben ik volgzaam aan de eisen van mijn familie en omgeving of ben ik een zelfbewust meisje dat in staat is om zelf keuzes te maken?’ Ook las ik boeken met migratieverhalen en over jongeren die klem zitten tussen twee culturen. De boeken hebben mij enorm geholpen. Dit kwam vooral doordat ik mezelf terugzag in deze verhalen.

Ik las een verhaal, Het Dagboek van Munshi Rahman Khan, over een man die in Uttar Pradesh was geboren en op 24-jarige leeftijd als gastarbeider naar Paramaribo vertrok. Ondanks het gesmeek van zijn verwanten, besloot hij in Suriname te blijven wonen. Hij hertrouwde en kreeg vijf zoons en twee dochters. Na verloop van zijn contract kocht hij land en vestigde hij zich als landbouwer. Daarnaast verrichte hij ook andere werkzaamheden. Zijn kinderen groeiden natuurlijk op als kinderen van een Indiase contractarbeider, in Suriname, net als mijn ouders en grootouders eigenlijk. Zij groeiden op in Suriname als het nageslacht van Indiase contractarbeiders. Het gezin van mijn grootouders migreerde naar Nederland, waar mijn ouders ook deels zijn opgegroeid. Ik groei op in Nederland, wat op welke wijze dan ook daarmee in verband te brengen is.

Bij mijn vraagstuk hebben deze boeken en verhalen mij geholpen. Dat kan ik uitleggen. In deze boeken en verhalen zag ik namelijk mezelf terug. Ik zag dezelfde soort cultuur, dezelfde soort mensen en dezelfde soort gewoonten… Het zag er allemaal zo bekend uit, alsof ik de persoon uit het boek was.

Ook films hebben mij geholpen, onder andere ‘The Namesake’, een film over twee Indiërs die van Calcutta naar New York verhuizen. Daar krijgen ze twee kinderen die zich sterk afzetten tegen hun Indiase achtergrond, die echte Amerikanen willen worden. Dit komt vooral naar voren bij de zoon van het gezin. Hij zet zich steeds meer af tegen zijn Indiase achtergrond. Na het overlijden van zijn vader begint zijn ‘Amerikaanse’ identiteit af te brokkelen. Ik herken hier het leven van vele bekenden in. Het leven in Nederland, klem zitten tussen twee culturen, aanpassen aan Nederlandse gewoonten terwijl je je eigenlijk ook een klein beetje aan de Hindoestaanse cultuur wilt vasthouden… Dit herken ik heel goed. Ik zie het bij vele Hindoestanen. Maar mezelf herkende ik eigenlijk niet in de film. Ik heb lang nagedacht over de film, of ik mezelf misschien ergens herkende. Maar nee, ik zag mezelf er nergens in.

Toen kwam ik erachter dat ik eigenlijk toch meer Hindoestaans ben. Ik ben opgevoed met de Nederlandse taal, maar heb nooit echt Nederlandse gebruiken en gewoonten overgenomen. Sinds kleinsaf luister ik nauwelijks naar Westerse muziek, ik ben nooit echt meegegaan met de mode, optutten heb ik nooit gedaan, het uitgaansleven trekt mij absoluut niet, ik drink geen alcohol… Als ik zo naar de Nederlandse meiden van mijn leeftijd kijk, heb ik eigenlijk maar heel weinig met ze gemeen. Wat gewoonten en gebruiken betreft ben ik echt typisch een Hindoestaanse hindoe.

Dankzij het lezen van boeken en verhalen, en het kijken naar films waarin de personen tussen twee culturen leven, ben ik mezelf beter gaan begrijpen. Uiteindelijk heb ik ook mijn antwoord gevonden: Ik ben een Hindoestaanse hindoe met Surinaamse ouders, grootouders en overgrootouders, en Indiase voorouders. Daarnaast ben ik in Nederland geboren en opgegroeid. Phir bhi dil hai 100% Hindustani!

Zoals u weet, nadert het Phagwafeest weer. Vanaf zaterdag 22 maart kan dit gevierd worden tot en met dinsdag 25 maart 2008 (boerhwa mangar). Deze viering gaat gepaard met het zingen van chautaals, oelara’s en kabiers; de muziekstijlen die bij dit feest van oudsher horen.

De holikaverbranding vindt plaats op vrijdag 21 maart 2008. Helaas zal deze ceremonie in Wijchen niet plaatsvinden. De verbranding symboliseert de overwinning van het goede op het kwaad dat in de mens huist.

Phagwa en Basant Panchami

Het is gebruikelijk om na Basant Panchami of Vasant Panchami (40 dagen voor Phagwa) regelmatig chautaals te zingen.

Enkele betekenissen/waarden van Basant Panchami

Basant Panchami is de eerste dag van de lente in India. De natuur begint te ontwaken en wordt met de dag mooier en voller van kleur. Het gebruik van gekleurde poeders en gekleurde vloeistoffen bij het Phagwafeest is hiervan afgeleid. Voor Indiase boeren markeert het Phagwafeest vooral de veranderingen in de natuur.

Voor personen die verder kijken is deze uitleg niet volledig, want dit feest heeft ook een spirituele kant. Basant Panchami is de dag van Saraswati (Saradha) Maata, schenker van kennis en wijsheid. Met Basant Panchami wordt, als voorbereiding op het Phagwafeest en de Holika Dahan (Holika verbranding), een plantje geplant. Rondom dat plantje wordt later een brandstapel opgericht, die op de dag van Holika Dahan, verbrand wordt. De plant wordt echter vooraf verwijderd. De plant die doorgegroeid is, maakt ons bewust van de groei die wij als mens dienen door te maken. De brandstapel die verbrand is, symboliseert het kwaad.

De spirituele kant van dit feest wordt wederom benadrukt bij het zingen van chautaals. In de allereerste chautaal al wordt Saraswatie Maata aangeroepen om ons te zegenen. Dit is de chautaal: Debi Saradha soemiero menawoe, hrieday se jaanie.

Phagwa en het Hindoestaans nieuwjaar

De holikaverbranding vindt plaats in de nacht van volle maan. Precies 14 dagen erna, met nieuwe maan start volgens de Hindoeïstische telling het jaar 2065.

Hoe we het Phagwafeest willen zien, seizoens-, nieuwjaars- en/of spiritueelfeest, is aan ons. De mens heeft keuzevrijheid.