Toen ik een vriend vroeg wie hij zou willen zijn als hij een weekje in een andere huid zou mogen kruipen, gaf hij me een verrassend antwoord. “Een mooie vrouw,” zei hij. “Een vrouw die alleen op haar uiterlijk wordt beoordeeld.” Zelf moet hij het niet zo hebben van zijn looks. Hij is geen man waar vrouwen direct voor vallen.

Pas wanneer ze de moeite nemen om beter te kijken, zien ze zijn schoonheid. Ook al zit die misschien niet aan de buitenkant.

Ons gesprek heeft me slapeloze nachten bezorgd. Het zette me heel erg aan het denken. Hoe zou het voelen om superslank, bloedmooi en gewild te zijn? Zelf heb ik het nooit ondervonden. Ik weet wel hoe een slank lichaam voelt, maar hoe zou het zijn als ik kleding uit het rek pakte dat ook nog eens geweldig staat? Als ik kleding koop, let ik echt niet op of het me leuk staat of niet. Het gaat me erom dat ik mijn lichaam ermee kan bedekken.

Ik weet niet hoe het voelt als jongens naar je kijken en denken: “Wat een lekker ding”. Ja, één keer heeft iemand openlijk tegen me gezegd dat hij mijn figuur geweldig vond. Dat voelde niet prettig. Nou net die ene man waar ik een hekel aan heb, mijn docent, gaf me dat twijfelachtige compliment.

Maar hoe zou het zijn om in de stad te lopen en te beseffen dat alle jongens naar je kijken? Dat ze gefascineerd raken door jouw bloedmooie uiterlijk? Als er zo erg op je gelet wordt, zou je zelf dan ook niet kritischer moeten worden over je uiterlijk? Is je dag niet verpest als je er niet uitziet? Kun je zonder make-up het huis nog uit? Hoe perfect is de perfecte schoonheid nu eigenlijk? En hoe zou het zijn als alles in je leven om het uiterlijk zou draaien?

Ik begon me af te vragen hoe het nou eigenlijk is om mooi te zijn. Daarom ben ik een maand geleden naar de HEMA geweest. Daar heb ik een uur lang bij de make-upafdeling gestaan om make-up uit te kiezen. Gelukkig kreeg ik gratis advies van een vrouw die er verstand van heeft. Toen ik eindelijk mijn make-up gevonden had, ging ik naar huis. In de tram zat ik ernaar te staren. “Doe ik hier wel goed aan?” vroeg ik mezelf af. Uiteindelijk heeft de make-up 2 weken in mijn kast gelegen. Uiteindelijk, 2 weken geleden, besloot ik toch maar de poging te wagen.

Allereerst ben ik naar een specialiste geweest voor een korte gezichtsbehandeling. Mij was verteld dat je zo een frissere uitstraling krijgt en je make-up dan mooier staat. Dus zo gezegd zo gedaan. Het was wel even gevoelig. Maar ja, je weet wat ze zeggen: “Wie mooi wil zijn, moet pijn lijden.” Maar goed, eenmaal thuisgekomen te zijn, besloot ik de tweede stap te nemen: kleding. Ik deed mijn kledingkast open en zocht naar het setje kleding dat me het beste stond. Jee, wat een gedoe. Nooit gedacht dat ik een uur zou doen over het uitkiezen van mijn kleding!

Na het kiezen van mijn kleding kwam de final touch: make-up. Ik had al goed opgelet bij de make-upcursus in de serie Aathvaan Vachan. Dus het viel wel mee. Maar toen ik klaar was, voelde ik me net een Barbiepop!

Maar toen kwam het ergste: de straat op! Dat was best eng. Hoe zouden de mensen reageren? Normaal tutte ik mezelf nooit zo op. Maar de reacties vielen best wel mee. In de tram kwam een Hindoestaanse jongen naast me zitten en hij zei: “Hey, je ziet er leuk uit.” Ineens hadden we een heel gesprek, tot hij uitstapte. Op school kreeg ik ook positieve reacties. Ik was stomverbaasd. Tegelijkertijd kreeg ik een apart gevoel van binnen. Maar wat was het?

Nu ik 2 weken lang dit “experimentje” heb gedaan, is het me duidelijk. Nu weet ik waarom veel meiden en vrouwen zoveel aandacht besteden aan hun uiterlijk. Het is de zekerheid die je erdoor krijgt. Je wilt erbij horen, opvallen of juist niet… Daarom ga je experimenteren, net zolang tot je “jezelf” hebt gevonden. Dan pas weet je mooi vindt, en wat je voortaan wilt. Het is net een weegschaal; je zoekt er je evenwicht mee.

Make-up zorgt dus eigenlijk voor een masker. Je verstopt je erachter. Je voelt je zekerder. Je staat sterker en kan de wereld aan. Hou je jezelf zo niet voor de gek? Nou… dat zul je zelf moeten ervaren!

De 24-jarige Ranjeev Gowri werkt al sinds het begin bij Global Human Rights Defence (GHRD). Al van jongs aan wordt hij geïnspireerd door zijn culturele en dharmische achtergrond. Dit heeft hem gemotiveerd om zich in te zetten voor de mensenrechten van minderheden.

Ranjeev, je werkt voor Global Human Rights Defence (GHRD). Kun je daar wat over vertellen?
GHRD is een mensenrechtenorganisatie. Haar missie is om mensenrechten, en vooral rechten van minderheden, actief te promoten en autoriteiten, organisaties en samenlevingen te informeren, te beïnvloeden en te bewegen om zich in te spannen om schending van mensenrechten te bevechten. We richten ons dus veel op bewustwording en draagvlakvergroting omtrent mensenrechten in Nederland. En als kernactiviteit zorgen we dat de slachtoffers van mensenrechtenschendingen op de hoogte zijn van hun rechten. Daar geven we ze educatie in.

Op dit moment richt GHRD zich voornamelijk op Zuid-Azië. Daarbij moet je vooral denken aan landen als India, Pakistan, Bangladesh en Nepal. Maar dit is slechts een begin. Ons doel is om wereldwijd te groeien. Dit zodat we ons op grotere schaal kunnen inzetten voor de mensenrechten.

Wat is jouw functie bij GHRD?
Ik ben penningmeester van GHRD, dus ik regel voornamelijk financiën. Maar daarnaast ben ik ook een soort allrounder hier. Ik heb overal mijn hand in, maar ben niet echt op 1 gebied gefocust. Dus ik houd me bezig op allerlei gebieden. Dat wil zeggen: het uitvoeren van bewustwordingsprojecten in Nederland, het bijstellen van projecten in het buitenland en het beheren van de gelden. Ik werk ook mee bij het opzetten van projecten. Projecten moeten soms helemaal worden herschreven, omdat het aan allerlei richtlijnen moet voldoen. Ik schrijf de projecten niet zelf, maar help wel veel mee aan het opzetten van projecten. Ook regel ik de voorzieningen die nodig zijn bij het realiseren van de projecten.

Bewustwordingsprojecten wil zeggen dat we – vooral door empowerment, coaching en inspiratie – jongeren een push geven om sociaal betrokken te zijn. We richten ons vooral op jongeren, omdat we ervan overtuigd zijn dat zij de toekomst zijn. Zij gaan een verschil maken.

Ik begrijp dat GHRD internationaal is. Werk je vanuit hier of reis je echt naar die Aziatische landen toe om de mensen te helpen?
Wij werken vanuit hier in Nederland en hoeven niet steeds naar die landen toe te gaan. We hebben partners die in de gebieden daar wonen en zij voeren de projecten in die omgeving uit. Ze zetten een project op en sturen het naar ons. Vervolgens controleren we of het project binnen ons traject past en stellen we het bij waar dat nodig is. En verder zorgen wij voor de voorzieningen. Dus onze partners zorgen voor de informatie en wij voor de kwaliteit en het geld. En uiteindelijk zorgen we dan samen voor de organisatie van de projecten.

Dat wil natuurlijk niet zeggen dat we die landen nooit zelf bezoeken. Natuurlijk gaan we weleens naar die landen toe. We moeten natuurlijk weten of het geld wel goed wordt besteed en hoe de projecten er verlopen. De volgende week is dat mijn beurt. Ik ga naar Pune, Mumbai, Calcutta en New Delhi. Waarschijnlijk ga ik ook een uitstapje maken naar Bangladesh en Nepal, maar dat wordt ter plekke besloten.

Zoals ik je al eerder zei, willen we ook groeien. Daarvoor zijn mensen en middelen natuurlijk heel belangrijk. En die vinden we niet als we hier in Nederland blijven zitten. We moeten echt naar die landen toe gaan om in de eerste instantie onze huidige partners te empoweren, en ten tweede om nieuwe partners te zoeken. Zo kunnen we ons werk uitbreiden. En dat is belangrijk, want we heten niet voor niets Global Human Rights Defence.

Hoe ben je bij GHRD terechtgekomen?
Ik kende dhr. Sital al lange tijd en toen hij bezig was met de conferentie vroeg hij: “Kan jij ons niet helpen?” Toen vroeg ik: “Ja, maar met wat?” Ik was pas 16 ofzo. Hij zei: “Met gasten begeleiden, zorgen voor faciliteiten (zoals koffie en thee) en zorgen dat de zaal in orde is.” Zo ben ik bij GHRD begonnen. Daarna ben ik steeds meer gaan helpen. Daardoor deed ik veel kennis op. Ook vooral omdat ik meeging naar conferenties en dergelijke. Zo begon ik dus steeds meer te leren over de issues in Zuid-Aziatische landen en over de landen zelf. Vooral door mijn grote interesse in die landen nam ik automatisch veel informatie op. Ik ben dus eigenlijk geleidelijk bij de organisatie betrokken geraakt.

Wat heeft je geïnspireerd om je in te zetten voor de mensenrechten in Azië?
Ik ben erg geïnteresseerd in de landen daar. Mijn roots bevinden zich immers in India en de cultuur van de landen in Zuid-Azië verschilt niet veel van de mijne. Daarnaast ben ik ook praktiserend Hindoe. Dat wil zeggen dat ik de Dharma niet zie en benader als een religie, maar echt als een levenswijze. Als Hindoe leren wij: “Dienst aan anderen is dienst aan jezelf.” Je welzijn vind je in het bevorderen van het welzijn van iedereen, en dus niet alleen die van jezelf. Seva, dienstbaarheid, is dus heel belangrijk. Meestal vertalen ze seva als onbaatzuchtige dienstbaarheid, maar of het wel zo onbaatzuchtig is, weet ik niet. Want je doet niet zomaar seva; het heeft altijd wel een reden of een doel.

Wat vind je aantrekkelijk aan het werk dat je doet?
Allereerst: het geeft mij voldoening. Dat is de reden achter mijn dienstbaarheid; ik doe dit werk omdat het mij voldoening geeft. Ik had ook een baan kunnen zoeken waarmee ik heel rijk kon worden, maar dat heb ik niet gedaan. Ik hoef niet rijk te worden, als ik me maar thuis voel in mijn werk. Daarnaast is het leuke van dit werk dat het internationaal is en zo kom ik direct in contact met heel veel mensen. Ik kom ook heel veel te weten over situaties waar niet normaal over gesproken wordt. Bijvoorbeeld als ik met vrienden ben, dan praat ik niet over mensenrechten. Het zijn zaken die niet dagelijks in jouw omgeving spelen.

Zijn er ook dingen die minder aantrekkelijk zijn?
Wat erg frustrerend is, is het verschil in werkcultuur. Als ik hier in Nederland zeg dat iets binnen een uur gedaan moet zijn, dan wordt het ook binnen een uur gedaan. Maar in die Zuid-Aziatische landen is de mentaliteit anders. Bij hun is alles gewoon “ja”, maar ze doen het niet. Als je hier “ja” zegt, gebeurt het ook. Maar daar is dat niet zo. Zij hebben zo iets van: “Het komt wel goed.” En dat kan erg frustrerend zijn. Je zegt a en zij doen b en c.

Hoe reageert de lokale bevolking in Zuid-Azië op het werk dat je doet?
De bevolking is heel blij dat er mensen zijn die aan haar denken, dat er hoop is. We hebben regelmatig contact met onze partners en als we de landen bezoeken, ontmoeten we ook de lokale bevolking. In 2007 ben ik er ook geweest en heb ik mensen van daar ontmoet, en ik heb gemerkt hoeveel hoop de projecten ze geven. Er zijn heel veel emoties van hen aan ons werk verbonden. Dat is voor ons een grote stimulans. Veel ouderen zeggen: “Ik weet dat je voor mij niks kan betekenen, maar alsjeblieft, doe wat voor onze kinderen.” Nu moet je niet denken dat het ongeleerde mensen zijn die dat zeggen. Nee, het zijn geen domme mensen. Er zitten zelfs artsen en advocaten tussen. Maar zij werden hun land uit gezet en in vluchtelingenkampen geplaatst. Voor zichzelf hebben ze de hoop wel opgegeven, maar we merken wel dat onze projecten ze hoop geven op een goede toekomst van hun kinderen. En die hoop geeft mij voldoening, want het geeft mij het gevoel dat ik iets voor die mensen kan betekenen. Al help ik maar twee of drie personen, ik ben al blij als ik één persoon help.

Wat voor invloed heeft de situatie in Zuid-Azië op je leven?
Ik ben veel bewuster gaan leven. Ik kijk om me heen en hoor mensen vaak klagen over het leven in Nederland: dat het duur is, dat de verzekeringen pruts zijn, dat er te lage lonen zijn. Maar dan heb ik zoiets van: “Waarom klaag je nou? Kijk eens naar die mensen daar. Zij hebben niet eens genoeg geld om te eten.” We mogen blij wezen dat we hier allerlei voorzieningen hebben. Het aantal voedsel dat wij hier weggooien is genoeg om duizenden magen te vullen. Daar kan ik soms echt boos om worden.

Hoe reageert je omgeving op jouw werk?
Ze reageren erg positief. Ze vinden het heel goed dat ik op jonge leeftijd al zoiets doe. Maar af en toe zijn er ook geluiden van: “Waarom doe je het? Het levert je toch niks op.” Veel ouders willen dat hun kind sociaaleconomisch goed in de maatschappij staat. Sociaalcultureel gebied is voor hen veel minder belangrijk. Maar gelukkig zijn er mensen die volledig achter me staan.

Hoe zie jij je toekomst?
Ik wil graag verdergaan met GHRD én met mensenrechten. Dus ik wil me volledig inzetten voor GHRD, zodat ze groeit. Maar ik wil ook meer betrokken zijn bij de mensenrechtenissues.

Heb je een boodschap voor mensen die zich in willen zetten voor goede doelen?
Als je verschil wilt brengen, wees dan zelf het verschil. Dus als je iets wilt veranderen, begin dan bij jezelf. En zoals Obama zegt: “Yes, we can!” We kunnen iets voor de mensen doen, als we maar in onszelf geloven.

Emoties, de laatste tijd hebben ze me vaak lastiggevallen. Warmte, kou, vreugde, verdriet… alles kwam door elkaar. Het ene moment was ik vrolijk en het andere moment had ik weer een dip. En het gekke, of liever gezegd het stomme, is dat ik niet wist waarom ik een dip had. Ik had gewoon nergens zin in.

Na een katha van Shri Gaurav Krishan Goswami Ji Maharaj te hebben gehoord en een pravachan van pandit Attry Ramdhani, begon ik erover na te denken. Waarom heb ik die rare, wisselende emoties eigenlijk?

Goswami Ji Maharaj en pandit Attryji zeiden allebei hetzelfde: “Emoties zijn er om ons bewust te maken, om inzicht te krijgen.” Vannacht zweefde deze citaat door mijn hoofd. Ik kon er amper van slapen. Ik voelde mezelf zo stom, omdat ik tijden heb gehad waarin ik me door mijn emoties liet leiden. Maar aan de andere kant dacht ik: “Zijn emoties wel zo slecht?” Ik begon diep na te denken over het verband tussen spiritualiteit en emoties. En ineens kwam ik toch tot een inzicht!

Wanneer we ons spiritueel ontwikkelen, leren we onze emoties in balans te brengen. Emoties wil zeggen dat we onszelf overgeven zonder het te beseffen. Onze emoties werken als het ware onze geestelijke ontwikkeling tegen, omdat ze ons met alles kunnen belemmeren. Ze kunnen erg verlammend werken. Soms word je echt overgevoelig. Dat heb ik dus soms, en dan weet ik niet eens waarom.

“Zoek uit waarom je zo overgevoelig bent!” zegt Goswami Ji Maharaj. Houd jezelf een spiegel voor. Vraag jezelf af waar je mee bezig bent en waarom. “Gevoelens moeten we hebben, maar we moeten ze niet aantrekken. En dat is wat Shiva Bhagavaana ons leert: vasthouden en loslaten.” zegt pandit Attryji.

Nog nooit heb ik er zo diep over nagedacht. Ik wist wel dat we ons moeten onthechten van emoties, dat we zo ware vreugde zullen bereiken… Maar zo diep heb ik er nooit over nagedacht.

Het heeft me een nachtrust gekost, maar ik heb er wel veel van geleerd. Ik had nooit gedacht dat een katha of pravachan zoveel effect kon hebben op het individuele bewustzijn. Het heeft me een nieuwe kijk op mijn leven gegeven.

cyclusIk heb geleerd dat lijden als een vuur is. In dit vuur branden we als het ware. Maar uiteindelijk zal dit lijden ons leiden naar kennis. Kennis zorgt voor inzicht, bewustzijn. En dat inzicht is zo belangrijk. Het bepaalt ons hele bestaan. Al onze waarnemingen zijn op inzicht gebaseerd. Ons inzicht bepaalt de richting van onze handelingen.

Emoties laten ons lijden, lijden leidt tot inzicht, inzicht leidt tot vreugde. Heel je de effecten van je emoties, dan voert dat uiteindelijk ook tot inzicht. Daarom moeten we elke keer dat we door tragedie worden overvallen, dit omvormen. Maak je emoties dus nuttig. Doe er iets mee. Emoties zijn er niet om ons kapot te maken of om ons te laten huilen of lijden. Nee, ze zijn er om ons inzicht te vergroten.

Ze leren ons vasthouden en loslaten. Daar bestaat ons hele leven uit: iets aangaan en weer iets los moeten laten. Als iets echt niet meer werkt en/of je groei tegenhoudt, dan is het beter om het los te laten. Want als je iets vervelends loslaat, krijg je weer meer ruimte voor jezelf om iets gelukkigers te ontmoeten.

Kortom: als emoties voor een bedroefd gezicht zorgen, kunnen ze ons ook gelukkig maken.

“Geweldloosheid is een wapen voor de dapperen.” Een bekende citaat van Mahatma Gandhi, ‘de man die met een geweldloze strijd de onafhankelijkheid van India bereikte’. Gandhi kwam op voor de mensenrechten. Daarbij had hij een aantal principes.

Één van zijn belangrijkste principes was samakhava. Dit beginsel kennen we uit de Bhagavad Gita. Samakhava wil zeggen dat je rechtvaardig moet handelen, ongeacht het resultaat.

Een tweede belangrijk principe is ahimsa. Ahimsa wil zeggen dat je niemand leed mag toebrengen. Gandhi zag dit als een wet. Uit deze wet vloeit satyagraha voort. Satyagraha was Gandhi’s wapen. Hij beschouwde satya (waarheid) als een uitdrukking van liefde, en graha (standvastigheid) als een uitdrukking van kracht. Satyagraha betekent dus eigenlijk: “kracht van liefde en waarheid”. Hiermee wilde Gandhi de waarheid herstellen. Dit deed hij niet door de tegenstander pijn te doen, maar door zelf pijn te verdragen. Gandhi had hier strenge regels voor. Zijn voornaamste boodschap was dat iedereen zich moest bewapenen met satyagraha.

Maar is satyagraha wel zo’n geweldig middel? Wat heeft Gandhi er eigenlijk mee bereikt? Wat hij wilde, een verenigd India, heeft hij niet bereikt. Maar er zijn wel duizenden mensen gewond geraakt en zeker honderden vermoord in de satyagraha-demonstraties.

Heel veel mensen zien Gandhi als stijlicoon. Maar heeft zijn boodschap nu werkelijk zo’n grote impact op de mensen gehad? Hoeveel is er nou veranderd sinds die nare jaren ’30/’40 van de vorige eeuw? Als ik zie dat zelfs India nu bezig is met het maken van atoombommen en andere dodende middelen, en als ik zie hoeveel het huishoudelijk geweld in India speelt en hoe erg o.a. vrouwen en lagere kasten worden onderdrukt en mishandeld… Dan vraag ik me af hoe relevant Gandhi’s boodschap van ahimsa, satyagraha en universele liefde nou eigenlijk is geweest.

Maar is ahimsa wel hét antwoord? Hoe belangrijk zijn Gandhi’s principes nu nog? En hoe efficiënt zijn ze nog?

Destijds beweerde Gandhi al dat ahimsa niet altijd het juiste antwoord was. Soms moet er wel geweld worden gebruikt. Ahimsa werkt niet tegen harteloze en onsympathieke mensen. Het werkt niet wanneer iemand je moeder of zus probeert te verkrachten of je vader probeert te vermoorden. In zulke gevallen moet je wel geweld gebruiken. Je kan dan niet stil blijven zitten en niks doen. Ja het kan wel, maar dan laad je alleen maar zondes op je. Gandhi zei ook ooit: “Ik zou blijer zijn met een land vol gewelddadige mensen dan met een land vol lafaards.”

Bovendien: als ahimsa de norm was, zouden de wapens van onze Godmanifestaties dan voor de sier zijn? Zouden we dan een Mahabharat, Ramayan en Gita hebben? Zouden we dan een Veda hebben die ons onderricht in de strijdkunst?

“Agratashchaturo vedaah, prishthatah sasharam dhanuh; Idam brahmanidam kshaatram, shaapaadapi sharaadapi.”

(De 4 Veda’s staan voor, achter hebben we pijlen en bogen. Gewapend met intellectuele kracht en soldatenkracht beide, zijn we klaar om alle soorten vijanden ofwel te vervloeken ofwel te bewapenen met vele pijlen

Al van jongs af aan wordt Sarita Doebar gedreven door spiritualisme en vegetarisme, en op 3 juli heeft ze dan, samen met haar broer Armando, de vegetarische delicatessenwinkel ‘Heaven of Delight’ gestart.

Hoe zijn jullie op het idee gekomen om deze vegetarische delicatessenwinkel te starten?
Mijn moeder, zus en ik zijn al vele jaren vegetariër. Dit hebben we van onze opa meegekregen. Hij was namelijk pandit, en dus vegetariër. Mijn broer was toen nog geen vegetariër en als hij met ons uit eten ging, werd hij teleurgesteld van het eten dat het restaurant voor ons te bieden had. Het eten was vaak niet lekker. Daarnaast kon ik er niet altijd zeker van zijn of er ei, trassi of andere dierlijke ingrediënten in waren verwerkt. Dat is nu eenmaal het probleem als je uit eten gaat. Daarom had ik vroeger altijd iets van: ‘Wanneer opent iemand nu eens een restaurant met zuiver en lekker vegetarisch eten?’ Mijn broer zei toen: ‘Waarom doe je het zelf dan niet?’ Ik wilde het wel, maar niet in mijn eentje. Destijds werkte mijn broer in de horeca en daar zag hij ook hoe onzorgvuldig er werd omgegaan met vegetariërs. Hij schrok ervan en tegelijkertijd vond hij het vervelend. Dus hij wilde iets doen voor de vegetariërs. Dit ook omdat hij zelf parttime-vegetariër was geworden en steeds vegetarischer ging eten. Lekker, vegetarisch en betrouwbaar; zo moest het eten voor vegetariërs worden. Mijn broer zei toen: ‘Jij hebt ervaring op het gebied van sales & marketing en ik in de horeca. Zullen wij samen iets beginnen?’ Het idee was om een vegetarisch restaurant te beginnen, maar dat was voor ons financieel niet haalbaar. We hebben toen besloten om een vegetarische delicatessenwinkel te starten.

Verkopen jullie alleen delicatessen of ook gerechten?
Bij delicatessen moet je niet alleen denken aan kant-en-klare producten, maar ook aan versbereide producten. Onder delicatessen verstaan wij allerlei vegetarische lekkernijen, bijvoorbeeld de versbereide vegetarische kip in ketjapsaus. Daarnaast verkopen we ook nasi, bami en spaghetti. We willen niet alleen hapjes aanbieden, maar een compleet assortiment aan versbereide gerechten. Als vegetarische delicatessenwinkel onderscheiden we ons van de toko’s en afhaalrestaurants, waar nauwelijks met zorg en aandacht wordt gewerkt.

Vanwaar de naam Heaven of Delight?
We hebben heel lang zitten brainstormen over de naam voor onze winkel. We dachten van: ‘Het moet iets spiritueels hebben, een bepaalde sfeer oproepen en het moet duidelijk worden dat je er lekker kan eten.’ Ook moest de naam niet alleen Hindoestanen aanspreken. Dus kwamen we eerst op ‘Delight’. Maar er moest nog iets bij, iets spiritueels. Toen kwamen we op: ‘Heaven’ en zo werd het Heaven of Delight’ Eigenlijk was de naam bedoeld voor ons restaurant. Maar nu gebruiken we het voor onze delicatessenwinkel met hetzelfde concept.

Sarita, je zei dat je zelf ook vegetariër bent. Wat heeft je hiertoe gebracht?
Dat komt door mijn achtergrond. Mijn nana was pandit en als pandit ben je natuurlijk vegetariër. En mijn nani is ook vegetariër. Hun kinderen hebben dus een vegetarische opvoeding gehad. Mijn vader at wel vlees, maar mijn moeder wilde dat haar kinderen vegetarisch werden opgevoed. Desondanks maakte mijn vader af en toe toch vlees voor ons klaar. Mijn moeder wilde wel dat we het eten van vlees zouden beperken. Zo kookte mijn moeder dus vaak vegetarisch en mijn vader af en toe vlees en vis. Toen ik een jaar of 13 was dacht ik bij mezelf: ‘Waarom moet ik eigenlijk vlees eten?’ Ik stelde hier vragen over aan mijn moeder. En langzamerhand begon ik me te beseffen dat ik eigenlijk vegetariër wilde worden. Als ik dan vis of vlees at, proefde ik de dierleedsmaak duidelijk. Daarom ben ik toen gestopt met het eten van vis en vlees. Ei at ik nog wel, want ik was gek op gebak en andere lekkere hapjes. Maar na een tijdje begon ik daar ook veel dierleed in te proeven. Daarom ben ik toen op mijn zestiende gestopt met het eten van ei. Daarna ben ik me steeds bewuster geworden van mijn voeding.

Zit er ook een spirituele reden achter?
Jazeker! Sinds kleins af aan ben ik altijd al spiritueel bezig geweest. Ik kom uit een Arya Samaji gezin en ben zo opgevoed. We deden vaak havan, gingen naar de mandir, naar Hindiles etc. Ik was dus erg bezig met het Hindoeïsme. Maar toch kon ik mijn antwoorden niet vinden binnen de Arya Samaj. Mijn moeder en zus raadden me toen een boek aan over Sant Mat. Sant Mat is een spirituele levenswijze waarin het draait om meditatie op het innerlijke licht en geluid. Door deze meditatie vorder je steeds naar een hoger bewustzijnsniveau. Sant Mat gaf me al mijn antwoorden. Dus ben ik me erin gaan interesseren. Hierdoor ben ik steeds bewuster geworden van het ware vegetarisme en het doel van mijn leven op aarde. Geestelijk voel ik me er veel beter door. En lichamelijk ook! Het lijkt alsof ik minder vatbaar ben voor bepaalde ziektes. De laatste jaren word ik ook veel minder snel grieperig of verkouden. Dat komt niet alleen door het vegetarisme, maar ook door de combinatie met mediteren.

Planten zijn ook levende wezens, maar toch mogen die wel worden gegeten. Kun je dit toelichten?
Ieder leven heeft voeding nodig om in leven te blijven. We kunnen natuurlijk niet van de lucht leven. Maar dat betekent niet dat we alles mogen eten. We kiezen voor het leven met het laagste bewustzijnsniveau. Er zijn 5 bewustzijnselementen: aarde, water, vuur, lucht en ether. Wij mensen hebben ze alle 5. Maar bij andere levende wezens zit dat anders. Zo hebben vierpotige dieren er 4, en tweepotigen 3. Terwijl lagere diersoorten, zoals vissen, er 2 hebben. En dan hebben we nog planten, die hebben slechts 1 bewustzijnselement. Daarom kiezen we voor planten. Want die hebben het laagste bewustzijnsniveau en voelen ook het minste pijn. Door planten te eten, verrichten we dus het minste negatieve karma. Wat ook zo is, is dat planten zuiverder zijn. Zij krijgen hun energie namelijk direct van Moeder Aarde, en dat is heel zuiver. Terwijl dieren en andere levende wezens hun energie via planten krijgen. Dat is dus indirecte energie, en minder zuiver. Vlees en vis bevatten ook negatieve energie, omdat dieren veel pijn en angst ervaren als ze gedood worden. Deze negatieve energie blijft hangen in het vlees. Daarom kiezen we dan ook voor het zuiverste voedsel. Hoe zuiverder je voedsel, des te zuiverder je handelingen en bewustzijn.

Vegetarisch eten is steeds meer een hype aan het worden. Maar binnen het Hindoeïsme kennen we ayurvedisch eten. Is dat hetzelfde als vegetarisch eten?
Nee, ayurvedisch eten gaat véél dieper. De ayurveda zegt namelijk dat in ieder mens een bepaald type overheerst. Er zijn 3 hoofdtypen: pitta, kapha en vata. Pitta wil zeggen dat je teveel vuur in je lichaam hebt, kapha teveel slijm, en vata teveel lucht. Deze typen zijn alle drie in de mens aanwezig, maar er domineert er altijd 1. Als de balans tussen de drie verstoord is, kan dat ziektes opleveren. En om die balans te bewaren, is het belangrijk dat je dí­e voedingsmiddelen neemt die bij jouw type horen. Dat gaat dus veel verder dan alleen geen vis, vlees of ei eten.

Verkopen jullie ook ayurvedische producten?
Nee, maar we kunnen wel ayurvedisch eten klaarmaken. Dat doen we alleen op bestelling en de mensen moeten dan wel aangeven wat voor constitutie ze hebben. We kunnen het gerecht dan hierop aanpassen.

Veel mensen vinden vegetarisch eten erg duur. Hoe denk jij hierover?
Ik vind het jammer, maar vegetarische producten zijn nu eenmaal duurder. Als je écht vegetarisch wilt leven, dan bekommer je je niet om de kosten. Ik neem aan dat je niet alleen kiest om vegetariër te worden als het goedkoper is dan vlees en vis. Vegetarisme beoefen je vanuit je hart en ziel, niet vanuit je portemonnee.

Wat zou jij anderen willen meegeven die vegetarisch willen leven?
Ik zou zeggen: laat je niet belemmeren door de kosten of de mensen die zeggen dat het niet goed is. Luister naar je hart en als je hart zegt dat je vegetarisch wilt leven, doe dat dan. Hoe meer mensen vegetarisch gaan eten, hoe meer mogelijkheden er komen voor vegetariërs. En als de meerderheid van de mensen vegetarisch gaat eten, dan zullen vegetarische producten zeker goedkoper worden!

Het is alweer een tijd geleden dat ik ‘s avondslaat nog aan mijn bureau zat met pen en papier voor me, en dat ik niet rustig kon slapen. Geboor in de muren, geschreeuw van de buren, gedachten die door mijn hoofd malen… De laatste weken kan ik wel gedag zeggen tegen mijn slaap. 1 uur ‘s nachts lig ik nog wakker. Val ik dan eindelijk in slaap, moet ik al snel weer opstaan. Vóór middernacht gaan de uren zo sloom, terwijl die erna razendsnel voorbij gaan.

Inmiddels is mijn slaapgebrek enorm gegroeid. Tijdens de lange treinreis die ik dagelijks afleg voel ik me net een zombie. Zonder ook maar ergens aan te denken, zit ik voor me uit te staren. Mijn oude ritme lijkt niet meer terug te komen. Ik ga wel altijd op tijd naar bed, en dat is heerlijk, die warmte van dat dikke deken. Vooral in deze koude tijden. Maar vandaag voelt dat anders…

Want de laatste tijd heb ik even geen zin in die warme feeling. Mijn leven lijkt wel omgedraaid. Overdag heb ik zin om te niksen en ‘s nachts wil ik alleen maar wakker blijven. Mijn zin speelt de baas over mij en ik doe alleen maar nutteloze dingen. Mijn hoofd zit vol spokende gedachten. Allerlei gillen klinken door mijn hoofd. Misschien komt dat wel door dat verlangen naar vakantie, een hele lange vakantie. Ik wil relaxen, maar daar zal waarschijnlijk niets van terecht komen. Niksen en prutsen, dat is het enige wat ik doe tijdens het ‘ontspannen’. Lekker mijn zinnen hun werk laten doen en me nergens meer zorgen over maken. Op de bank zitten met een zak chips of reep witte chocola en naar dat tv-scherm zitten staren. En tenslotte verdwalen in de Zee Tv-series die ik dagelijks volg en op het eind van de aflevering niet meer weten wat erin gebeurde. Wat een heerlijk lui leven!

Drie weken lang lekker veel chocola en chips eten en dan een paar dagen lang een rotgevoel hebben. Mijn USB-stick opruimen, werken aan mijn nieuwe website, typen tot ik erbij neerval, mailboxen spammen…… Dat is het enige wat ik doe.

En zo blijf ik bezig. Nu zit ik te zoeken naar het einde van deze aparte column. Ik schrijf en kras, schrijf en kras… En na anderhalf uur lang hetzelfde te herhalen, besluit ik maar weer aan de chips te gaan. Even ontspannen met een fles water, die inmiddels nogal warm is geworden door de warmte die in mijn kamer dwaalt. Of zal ik toch maar gaan slapen? Nee, dat zal toch weer niet lukken. Laat ik er maar gewoon een leuke nacht van maken. Koptelefoon op en de muziek lekker door mijn hoofd laten zweven. Heerlijk, die liedjes van Anup Jalota. Ik verdwaal in de liedjes die gezongen zijn door zijn rillingverwekkende stem. Zo wordt het toch nog een leuke nacht! Ach zeg nou zelf, jij hebt toch ook weleens een slapeloze nacht?

Dagelijks heb ik contact met vele medejongeren van 12 t/m 22 jaar die spiritueel willen gaan leven. We hebben een soort praatgroep die eens in de twee à drie weken op MSN bijeenkomt om elkaars ervaringen en problemen te delen. Maar er is één onderwerp waar we het elke keer wel weer over hebben: ouders versus de spirituele ontwikkeling van hun kind.

Dit onderwerp behandelen we al zeker twee jaar. Toch komt er geen einde aan; het blijft nog altijd actueel. Vele jongeren, zoals wij, hebben de wens om spiritueel te gaan leven. Helaas zijn de meeste ouders hiertegen. Bij de eerste stap, vegetarisme, worden vele jongeren al gestopt.

De meesten van ons wonen nog thuis, en komen uit een familie die niet veel waarde hecht aan de Dharma. Hoe wij zo gelovig zijn geworden, blijft een strikvraag. Maar goed. In het begin hebben we de meningen van onze ouders en omgeving gepeild. De conclusie was dat ze er totaal niet open voor stonden. Sommigen van ons (onder wie ook ik) waren koppig en dreven hun zin door. Helaas mondde dit uit op ruzie met de omgeving. We moesten dus wel een compromis sluiten, en dat hield in dat we slechts drie dagen in de week vegetarisch konden zijn. Jullie weten wel hoe het bij Hindoestanen gaat: ‘Vaders wil is wet’. Dus accepteren moest wel.

We hebben voor 42,9% onze zin gekregen, maar toch zijn we niet tevreden. Dagelijks hebben we een groot schuldgevoel van binnen. Vier dagen in de week eten we dierlijke producten en offeren we dus onrein voedsel aan Bhagavaan, en slechts twee of drie dagen in de week offeren we een kommetje bhog aan Hem. Erg hypocriet dus, en dat geeft ons een heel rot gevoel.

Vegetarisme en Dharma zijn immers twee dingen die je maken tot de persoon die je bent. Ze bepalen je ware ik! Belemmering in deze twee wegen, betekent dus dat je je als iemand anders moet voordoen dan je werkelijk bent. En dat is natuurlijk heel vervelend. Je wordt immers niet geaccepteerd voor wie je bent. Dat geeft veel pijn. Pijn, en tegelijkertijd schuldgevoel om het feit dat je dierenlijken en potentiële embryo’s aan Bhagavaan offert. Dit terwijl je weet dat je eigenlijk zondes pleegt. Het toenemende schuldgevoel brengt allerlei rare gedachten met zich mee. Jezelf pijnigen, weglopen van huis, zelfmoord plegen… Je hoofd wordt gewoon gevuld met dit soort nare gedachten! Iedere keer als je dat vlees op je bord ziet liggen, spoken ze weer door je hoofd. Je flipt van zulke gedachten en gevoelens. Maar toch blijven die nare emoties je volgen. Het lijkt wel alsof ze je martelen! Bewust of onbewust ga je minder eten en minder slapen. Hierdoor functioneer je minder goed in je sociale leven en begin je je langzaam aan als een levend lijk te voelen.

Dit klinkt misschien overdreven, maar dat is het zeker niet. Nee, ik maak deze verschijnselen zelf mee en weet dus waarover ik praat. Dagelijks verstop ik mijn ware gevoelens en gedachten, om mijn omgeving tevreden te stellen. Niet alleen ik, maar ook vele andere jongeren ondergaan dit. Die lach is er alleen om het stille verdriet te verbergen. Het leven is nu eenmaal niet altijd rozengeur en maneschijn. Maar weinig mensen zullen begrijpen wat er werkelijk achter zo’n masker zit. Daarom blijf ik liever een gesloten boek. Al val ik soms spontaan open. Soms moet je dingen opofferen om de harmonie te bewaren. En soms moet je door pijn gaan voor vreugde voor je dierbaren.

De 30-jarige swami Raghavanand werd als jongen gegrepen door de leer van Brahmrishi Vishvatma Bawraji Maharaaj, die zijn guru werd. Na de dood van zijn guru trok hij de wereld in om mensen te onderwijzen in de Dharmische wetenschappen.

Swamiji, zou u iets over uw levensverhaal willen vertellen? Hoe bent u swami geworden en hoe bent u op dit punt in uw leven gekomen?
Sinds kleins af heb ik al pooja paath geleerd, van mijn adja en adjie. Zij waren mijn eerste guru’s. Hen zal ik nooit vergeten. Naast hen heb ik vele guru’s gehad. De ene heeft me de Gayatri mantra jaap leren doen, een ander heeft mij pooja geleerd, weer een ander heeft me geleerd hoe je op de vyaas moet zitten en parvachans moet geven… Dit alles kon ik al in Suriname. Maar ik was nooit van plan swami te worden. Pas toen ik mijn guruji ontmoette ben ik me echt in de Sanatan Dharma gaan verdiepen.

Ik was 16 jaar toen ik guruji leerde kennen. Dat was in Suriname, als student van de middelbare school. Guruji was daar voor zijn lezingen. En wat me verbaasde was zijn benaderingswijze van de Dharma. Want voor hem was de Dharma geen kennis om zomaar te accepteren, wat onze voorouders en ouders dachten. Niet alleen zij, maar ook de mensen in deze tijd zetten deze traditie van klakkeloos aannemen voort. We zetten de traditie van onze voorouders dus eigenlijk voort. Maar als iets al jarenlang zo gaat, betekent het nog niet dat het goed is.

Toevallig leerde ik guruji kennen, en ik zag dat hij de Dharma naar voren bracht met logica. Dat was eigenlijk de grootste reden dat ik aangetrokken was tot mijn guruji: zijn logische wetenschappelijke en filosofische benadering van de Sanatan Dharma in het kader van huidige moderne wetenschappen.

Ik maakte mijn lyceum af en na een jaar ging ik naar India. Dat was in 1998. 5 jaar lang verbleef ik continu in de ashram. Ik heb hoge saadhana’s gedaan en studies in onder andere de Ramayana, Bhagavad Gita en in het bijzonder Yog Darshan. Ook allerlei filosofische werken en een aantal van de Veda’s heb ik bestudeerd. De Sanatan Dharma helemaal bestuderen is onmogelijk. Het is te breed. We zeggen: ‘Je hebt honger, je hebt dorst, maar je kan niet al het water uit een meer opdrinken.’ Je neemt alleen dat wat je honger of dorst kan lessen. Maar toen ik zag dat de Sanatan Dharma zoveel in zich heeft, heb ik besloten sanyaasi te worden, oftewel mijn leven op te geven voor het doorgeven van deze geweldige filosofie. Zodat deze filosofie en levenswijze ieder mens ter wereld bereikt. Dit niet alleen in het Hindi en Sanskriet, maar ook in het Engels en Nederlands.

Op 6 februari 2004 ben ik dan sanyaasi geworden. Daarna ben ik naar Amerika gegaan. Daar heb ik 2 jaar lang gewerkt, heel veel kennis gedeeld. En nu ben ik sinds 2 jaar hier in Nederland. Het geeft mij een heel goed gevoel en ik heb heel veel mensen leren kennen.

Wat is volgens u de belangrijkste leer van de Sanatan Dharm?
In mijn visie heeft de Sanatan Dharma 2 kanten: ritualiteit en spiritualiteit. Ritualiteit heeft te maken met de tradities die groeperingen hebben overgedragen. Het is de wijze waarop iemand God benadert. En spiritualiteit gaat meer over het innerlijke, het meest waardevolle dat in je zit. Als iemand rituelen verricht en niet spiritueel wordt, hebben de rituelen geen levensvorm. En dan is het gewoon een hypocriete camouflage. Als je goed ritueel bezig wilt zijn, moet je dus spiritueel worden.

Rituelen maken jou niet dharmisch. Als je middels rituelen spiritueel zou worden, is Ravana de grootste poojaari geweest. Want wij offeren water, melk, honing en dergelijke, maar Ravana offerde zijn 10 hoofden. Maar is hij een spiritueel of goed persoon geworden? Nee! Waarom? Hij heeft heel veel rituelen gedaan, maar spiritueel was hij 0,0! Met andere woorden: rituelen zijn mooi, het geeft je een boodschap. Maar wat is een boodschap als je er niks mee doet?

Bovendien is het belangrijk om de essentie van de Sanatan Dharma te weten en te realiseren. De Sanatan Dharma is een zeer brede en diepe levenswijze, overgedragen aan de mensheid door de vaidik rishi’s, ongeacht ras, taal, kleur, communiteit, klasse en geslacht, en is gebaseerd op drievoudige wetenschappen, namelijk de materiële wetenschap, de spirituele wetenschap en de metafysische wetenschap. Met andere woorden: de Sanatan Dharma is een logica voor iedereen en om die logica te beheersen moet men zich hierin verdiepen. Want de wetenschap is al eerder onderzocht, maar jí­j moet het nog voor jezelf onderzoeken.

Swamiji, in Suriname bent u een omstreden swami, omdat u daar een opschudding heeft veroorzaakt. Kunt u hier wat meer over vertellen?
Hahaha.. mijn werk is opschudding. Ik ben geen swami die voor mensen slaapliedjes gaat zingen ‘Slaap lekker’ zegt. Want Hindoes slapen al. ‘Slapen’ is nog mooi uitgedrukt, ik zou eigenlijk zeggen ‘doodgaan’. De Hindoes zijn in een hele diepe slaap, bijna dood. En ik wil ze niet laten doodgaan. Noch wil ik ze laten slapen of rusten, want daar is geen tijd voor. We moeten nu juist wakker worden! Daarom moet je deze gemeenschap wakker schudden, met gewaagde stellingen.

Dat was wat ik deed in Suriname. Ze noemen het de ‘kastestrijd’. 500 pandits staan aan één kant in Suriname met de stelling dat je als brahman geboren wordt, en ik, swami Raghavanand, sta alleen tegenover deze pandits. Allerlei Hindoestromingen in alle hoeken van India accepteren dat je niet in een kaste wordt geboren. Maar een kleine groep in Suriname zegt: ‘Nee, het kastenstelsel is gebaseerd op geboorte.’

Ik doe dit niet om iemand boos te maken. Nee, ik doe het omdat het zo gedaan moet worden. Die opschudding in Suriname was nodig. Ik heb niet alle Shaastra’s bestudeerd, maar wel vele, en ik ben in geen enkel geschrift tegengekomen dat je als brahman geboren wordt. Het was nodig om tegen deze onwetendheid te vechten. Daarom besloot ik dat initiatief te nemen.

Vaak gebruik ik woorden, en soms ook stellingen, die mensen niet verwachten van een swami. Dit weet ik en dit realiseer ik me ook; ik ben niet zo dom. Maar ik zie geen andere wijze om deze gemeenschap wakker te maken. Ze slaapt, terwijl er zelfzuchtige zakkenvullers zijn die in naam van de Dharma handelen, maar niks te maken willen hebben met de downfall van deze Dharma. Deze kleine groepering heeft er baat bij. Want om 1000 schapen in bedwang te houden, heb je maar 2 getemde wolven nodig. Maar dan zeg ik gelijk: ‘Ik wil niet dat mijn mensen schapen genoemd worden.’ Ze zijn geen schapen, maar denken dat ze schapen zijn. Er zit een leeuw in ze, die wakker gemaakt moet worden.

Kijk, ik ben geen slijmswami. Ik heb pijn voor mijn Dharma. Het doet me pijn wanneer ik zie hoe vele mensen de Dharma op een niet juiste manier naar voren brengen en niet juist handelen in naam van de Dharma. Als iemand de ware Sanatan Dharma benadert, ben ik een vriend van die persoon. Maar als iemand Haar wil aanvallen, dan ben ik de grootste vijand. Als swami ben ik de eerste soldaat van de Sanatan Dharma.

Swamiji, ik heb begrepen dat u bezig bent met het oprichten van een ashram in Suriname. Wat wilt u hiermee bereiken? En waarom juist in Suriname?
Suriname is mijn geboorteland. En ik denk dat, net als ik als een jeugdige in Suriname veel pijn had voor mijn Dharma, er veel meer jongeren zijn met diezelfde soort pijn. En ik denk dat zij hun gedachten en ideologie nergens kunnen uiten. Want overal krijgen ze op hun donder, net als ik dat ooit kreeg. Ik zie de spiritualiteit en ritualiteit veranderen. Zo zie ik mensen minder ritueel en meer spiritueel worden. En dat is een boodschap van de Sanatan Dharma: blijf niet hangen in de rituelen! Ik ben spiritueel, maar doe elke dag mijn rituelen. Niet om mezelf te camoufleren, maar uit liefde en diepe gevoelens. Waarom zou ik zo hypocriet liefhebben? Daarom wil ik de mensen helpen. Het is goed dat mensen rituelen doen, maar ga wat meer doen. Hou jezelf niet voor de gek door zo hypocriet te doen. Dat hypocriete gedrag moet weg. En daarom is het bevorderen van de logica heel belangrijk.

Veel jongeren zijn gedreven door de leer die u verkondigt. Maar ze hebben ook moeite met sommige rituelen en tradities, en vinden dat het aangepast moet worden aan deze tijd. Zoals hertrouwen, kaalscheren bij overlijden, de positie van de vrouw… Vindt u dat dit soort tradities moeten worden aangepast?
Kijk, een boek is in een land geschreven, in een bepaalde tijd, in bepaalde toestanden. De Dharma Shastra zegt: ‘Manusmriti is de hoogste autoriteit van de geschriften.’ En in de Manusmriti staat duidelijk geschreven: ‘Degene die zijn intellect gebruikt, zijn logica gebruikt, diegene zal de Dharma kennen; geen ander.’ Waarom zien de religieuze leiders deze shloka over het hoofd? Het is één van de belangrijkste shloka’s van de Manusmriti! Als je Dharmatma wilt worden, gebruik je hersenen. Ik heb je net verteld: rituelen zijn tijd-, plaats- en toestandgebonden. Een ritueel uit Noord-India hoeft niet in Zuid-India te bestaan. Zo was er vroeger in Suriname de gaai-daan bij de overlijdensrituelen. Maar als je dat nu zou doen, waar zou die pandit die koe dan plaatsen? In zijn voorkamer?

Wat zou u als boodschap willen meegeven aan de Hindoejongeren?
Om jou de weg te wijzen zijn er velen, maar jí­j moet er klaar voor zijn. En als je er klaar voor bent, ga dan op zoek! Er zijn swami’s, guru’s… Ja, ik kan niet voor anderen praten, maar wel voor mezelf. En ik zeg niet dat ik iedereens guru kan zijn, maar ik kan wel de prasad van mijn guru meedelen aan anderen. Ik sta altijd open voor een ieder. Voor ieder gesprek op ieder gebied.

Ga dus op zoek! Ga niet met emoties thuis zitten. Niet denken: ‘Mijn ouders hebben altijd alles overgenomen en een slot aan hun intellect geplaatst, dus dat ga ik ook doen.’ Nee, dan ben je heel verkeerd bezig. De leer van de Sanatan Dharma is niet iets om klakkeloos aan te nemen. Ze zegt juist: ‘Kom, discussieer met me! En dat wat uit de bus komt, dat zal Dharma voor je zijn.’ En er komt altijd iets positiefs uit de bus, dat is een garantie!

Woordenlijstje:
Dharma: Letterlijk “Wet”, hiermee wordt bedoeld “de wetenschappen van de Sanatan Dharma”
Pooja paath: rituele verering en lezen van geschriften
Adja en adjie: opa en oma van vaders kant
Guru: leraar
Guruji: leraar, uitgesproken met nadruk op respect voor de leraar
Gayatri Mantra Jaap: het reciteren van de Gayatri Mantra
Vyaas: heilige preekstoel
Parvachan: preek
Sanatan Dharma: Letterlijk “Eeuwige Wet”, oorspronkelijke naam van het Hindoeïsme.
Ashram: geestelijk huis van een leermeester, waar hij zijn leerlingen onderricht en vele spirituele oefeningen worden gedaan.
Saadhana’s: spirituele beoefeningen
Dharmisch: spiritueel
Poojaari: iemand die veel spirituele en rituele beoefening doet
Vaidik rishi’s: vedische wijsgeren
Metafysische wetenschap: wetenschap van het bovenzinnelijke
Brahman: hoogste “kaste” van het “kastenstelsel”
Gaai-daan: een koe geven aan de pandit die de overlijdensrituelen verricht.
Dharma Shastra: letterlijk “wetboeken”, geschreven door zogenaamde “hervormers”. Deze “hervormers” schreven een variatie op de Shruti (de geschriften die door de oude vedische rishi’s zijn geschreven)
Shloka: vers

Mannencosmetica… Als je dat woord hoort, krijg je al de kriebels. Bij ‘cosmetica’ denken we immers al snel aan vrouwen die zich voor de spiegel staan te schminken. Maar is cosmetica wel alleen iets voor vrouwen?

Vandaag de dag stellen wij vrouwen andere eisen aan de man: geen formeel type, maar iemand met humor en een mooi, verzorgd uiterlijk. Daarom vinden we mannen met een goed verzorgde en zachte huid aantrekkelijk. Getinte look, sprekende ogen, zachte lippen en witte tanden. Nette nagels vallen natuurlijk ook onder de categorie ‘kenmerken van de perfecte man’. Overdreven mannelijke kenmerken maken geen indruk op de hedendaagse vrouw. Dus geen behaard, onverzorgd type met een ruwe huid, luie ogen, schrale lippen, gele tanden of vieze nagels. Nee, dat is te onaantrekkelijk. Je krijgt zo’n koud gevoel als je naar zo’n vent kijkt. Steeds meer mannen maken hun uiterlijk daarom dan ook zo mooi mogelijk. Dit doen ze niet met damesachtige producten, maar met speciale verzorgingsproducten.

Dit verschijnsel is niet van deze tijd. Zelfs al in de tijd van de oude Egyptenaren en Romeinen zien we dat mannen zoveel mogelijk hun best deden om zich van andere mannen te onderscheiden. Hun doel was om gezonde vrouwen te veroveren. Hiervoor gebruikten zij veel natuurproducten. Ook op het Franse hof zien we dat mannen hun best deden om mooie gelaatstrekken te krijgen. Zo voelden ze zich beter in hun vel en waren ze aantrekkelijker voor eventuele toekomstige liefdespartners. De mannen van deze tijd zijn niet veel anders. Ook de mentaliteit van oudere mannen begint geleidelijk te veranderen.

Hot en sexy is in. Anders hoor je er gewoon echt niet bij. Niet alleen vrouwen raken geobsedeerd door de mooie modellen in tijdschriften. Ook mannen hebben er een handje van. De media laten de mensen allerlei ideaalbeelden zien, en de mensen doen alles om dat ideaalbeeld te bereiken. Van vrouwen is het bekend dat ze denken dat je meer kunt bereiken als je een ‘goed’ uiterlijk hebt. Van mannen horen we dit niet vaak, terwijl uit diverse enquêtes is gebleken dat zij wel degelijk hetzelfde denken. Dit streven naar een ideaalbeeld speelt op een steeds jongere leeftijd, zowel bij vrouwen als bij mannen.

Om een mooi uiterlijk en perfecte uitstraling te krijgen, gebruiken mannen vooral stylingproducten. Face en body staan op de eerste plaats. Zo is er gel, speciaal voor de mannenhuid. De stylingproducten passen echt bij wat de man wenst. Het is immers gemakkelijk en het resultaat is zichtbaar. Bovendien heb je al snel een fris en verzorgd uiterlijk.

Als we het over het gezicht hebben, kunnen we de ogen natuurlijk niet vergeten. Daarom gebruiken veel mannen de mascara-achtige gel. Deze legt de nadruk op de ogen, zonder dat de buitenwereld het merkt. Stylingproducten voor mannen worden veel verkocht.

Mannen willen er immers ook goed en verzorgd uitzien. Dus waarom zouden zij geen make-up mogen gebruiken? Het is misschien raar als jouw vriend of broer jouw crèmetjes gebruikt. Maar zeg nou eerlijk, wat is er mis met een goedverzorgde man? Een paar jaar geleden was hier een hele discussie over, kan ik me nog herinneren. Het gevolg was dat cosmeticabedrijven hier op in gingen spelen. En het resultaat zien we allemaal: mannencosmetica is een feit geworden.

Het was een onvergetelijke zondagmiddag voor bhajan- en ghazalfans toen de Bhajan King Anup Jalota op 28 september jl. een concert gaf in theater Diligentia te Den Haag. Van 14.00 tot 17.30 uur zat de zaal vol mensen die helemaal werden opgenomen in de muziek en zang van de levende bhajanlegende.

Deze middag zal geëtst blijven in de herinneringen van de Nederlandse Hindoestanen voor een lange, lange tijd. De zonnige middag was gevuld met de warmte van bhajans, gezien de bhajanliefhebbers volledig veroverd werden door de muziek in theater Diligentia te Den Haag. Het was Bhajan King Anup Jalota die een geweldige opvoering gaf, een concert dat zowel het hart van het publiek als dat van Anup zelf met een onvergetelijke warmte vulde.

Gekleed in een crèmekleurige kurta verlichtten Anupji’s heldere stem en godsvruchtige liederen de middag en iedereen werd een met de muziek en met Bhagavaana. In zijn kenmerkende stijl begon de Bhajanmaster met zijn populairste bhajan ‘Aisi laagi lagan’, te midden van veel geklap en een daverend applaus. Dit prachtige nummer werd gevolgd door ‘Ram naam ati meetha hai’ waarbij het publiek ook weer werd betrokken. Ook kietelde zijn gevoel voor humor op het podium de lachspieren van het publiek. Dit maakte zijn optreden levendig en interactief.

Natuurlijk bewees de zanger niet alleen zijn meesterschap niet alleen in bhajans en ghazals, maar ook in de kunst van het communiceren met de mensen. Jalota bewoog zijn bewonderaars met bhajans als ‘Jag mein sundar hai do naam’ en ‘Tere tan mein Ram, tan mein Ram’. Een bundel van de meesters noten met dezelfde op de santoor gespeeld door Piyush Pawar resulteerde in een zaal vol luid geklap.

Zijn vertolking van ‘Payoji maine Ram ratan dhan paayo’, ‘Kabhi kabhi Bhagavaana ko bhi bhakto se kaam pade’, ‘Naam Hari ka jap le bande’ en vele andere populaire nummers die volgden bezorgden het publiek alweer een onmetelijk plezier.

Zijn onberispelijke stem droeg passie, devotie en gevoel. De Bhajan Dopahar was georganiseerd door stichting Dosti.

Jalota’s stem werd begeleid door Amit Chaube op de tablaspeler, Himanshu Tiwari op de gitaar en Piyush Pawar op de santoor. Tijdens het concert lieten zij ieder ook een stukje solo horen. Jalota zelf bespeelde de harmonium.

Aan het eind van het concert stond de hal vol dringende fans. Jalota had een lading dvd’s meegenomen van zijn concert in Nieuw-Zeeland. En iedere Jalota-bewonderaar wil natuurlijk wel zo’n dvd! Helaas waren de dvd’s al snel op, tot de teleurstelling van vele mensen. Gelukkig werd deze al snel weggewerkt toen Anup Jalota in de hal verscheen en iedereen de kans kreeg om zijn handtekening te vragen of met hem op de foto te gaan. Al met al, een geslaagde middag!