Het was een zeer geslaagde Divali-workshop afgelopen zondag in Eekta Bhawan! Ruim 50 deelnemers kwamen naar de workshop om meer te leren over Divali en te ervaren hoe je zelf havana kunt doen. Vooral jongeren, maar ook ouderen, waren erg nieuwsgierig naar de achtergronden, tradities en rituelen van Divali.

Tijdens de inloop was er een ontspannen sfeer waarin deelnemers kennismaakten met elkaar en de vrijwilligers van de stichting. Meteen was er al interesse in de vele informatieboekjes die de stichting uitgeeft. Maar ook de stichting zelf trok de interesse van onze gasten. “Ga je straks ook vertellen wat jullie nog meer doen als stichting?” vroeg een enthousiaste bezoeker me meteen. Het was erg leuk om te zien dat de bezoekers de vrijheid namen om hun vragen te stellen en aan te geven aan wat voor informatie zij behoefte hebben. Dat kon ik ook meteen meenemen in de presentatie. Ook vóór de Divali-workshop konden de deelnemers hun vragen al per e-mail aangeven zodat ik deze kon meenemen in de lezing. Dat gaf mij meer inzicht in de kennisbehoefte die leeft in de gemeenschap. Hoewel Divali jaarlijks op grote schaal wordt gevierd, blijken veel hindoes maar weinig te weten over de achtergronden en rituelen. Wij als stichting vinden het belangrijk om de religieuze en spirituele aspecten te benadrukken en te delen, zodat wij deze ook kunnen meegeven aan de volgende generaties. Zo kunnen we onze prachtige normen, waarden en religieuze tradities in stand houden.

Het programma begon met een korte introductie van de stichting en de workshop, waarna we al snel bezig waren met de interactieve Divali-lezing. Tijdens de lezing nam ik de vijf dagen van Divali door met hun legendes en uitleg over de rituelen en tradities waar wij mee te maken krijgen. Vooral bij de uitleg van de Yama deep daan (het branden van een diya voor Yama, de Heer van de dood) waren velen verrast erachter te komen dat deze niet één dag maar twee dagen voor de Maha Lakshmi Puja hoort te worden gebrand. “Dan heb ik het al die jaren verkeerd gedaan,” hoorde ik een vrouw uit het publiek zachtjes zeggen. Dat is heel begrijpelijk en herken ik ook uit de gebruiken in mijn eigen familie. Veel hindoes hebben van huis uit namelijk meegekregen dat de Yama deep daan op de avond voor de Maha Lakshmi Puja hoort te worden gebrand. Ook kwamen er veel vragen over de plaats van deze deep daan. In Suriname branden sommigen de diya bij de vuilniszak – met het idee dat vuil het kwade aantrekt en licht dit verdrijft – en er zijn bijvoorbeeld ook mensen die de diya bij hun jhandi of voor hun voordeur branden. Oorspronkelijk horen we de Yama deep aan de zuidelijke kant van ons huis te branden en bij voorkeur met plantaardige olie (bijv. mosterdolie of sesamolie) in plaats van ghee. Daarbij reciteren we een speciale mantra. Het was goed om te zien dat de bezoekers niet alleen aandachtig luisterden en aantekeningen maakten maar ook de vrijheid namen om te reageren en hun vragen te stellen.

De havana-workshop was toch wel het hoogtepunt van de Divali-workshop. Tijdens de pauze werden alle stoelen weggehaald en werd er een havana-setting gecreëerd waarin iedereen op hun zitje kon plaatsnemen bij een symbolische havana kund met alle benodigdheden die bij een echte havana ook aanwezig zijn. Havana saamagri, ghee, water, hout, bloemen, mauli en zelfs een janew voor aanhangers van de Arya Samaj… Alles was aanwezig om de handelingen van de havana zelf te ervaren. Iedere deelnemer kreeg daarnaast ook een handleiding waarin alle handelingen van de havana stap voor stap worden uitgelegd met de mantra’s in het Devanaagari en Romaans met Nederlandse vertaling en zelfs een concrete bronvermelding bij een aantal mantra’s. Hierdoor konden de deelnemers de uitleg makkelijk volgen en meedoen met de handelingen. Ik zelf begeleidde de workshop door de stappen te doorlopen, waarbij ik steeds het hoe en waarom van de handeling uitlegde en vervolgens de bijbehorende mantra reciteerde. Doordat ik zelf stond, kon ik goed zien waar deelnemers tegenaan liepen tijdens het verrichten van de handelingen en daarbij eventuele correcties en nadere uitleg geven. Natuurlijk konden er ook vragen worden gesteld en die vrijheid namen de deelnemers ook. De grote hoeveelheid energie zorgde voor veel betrokkenheid en ook aanwezige kinderen deden enthousiast mee met de handelingen. De Divali-gedachte was daarbij duidelijk zichtbaar: Vasudhaiva Kutumbakam. De wereld is één familie. Hindoestanen, niet-hindoestanen, Sanatana Dharmi’s, Arya Samaji’s, Gayatri Parivari’s, jong, oud, man, vrouw, vreemd, bekend… Alle deelnemers zaten bij elkaar om samen de havana te leren. Bij de beschermingsrituelen kwam dit nog duidelijker tot uitdrukking, toen alle deelnemers voor elkaar een raksha sutra aan het binden waren. Voor mij een heel waardevol moment dat me ontroerde.

Uit de reacties van het publiek bleek dat veel mensen al jaren met vragen zaten en zij blij waren deze nu te kunnen stellen en antwoorden te krijgen. Tijdens het informeel samenzijn was er veel ruimte voor een-op-een-gesprekken en werd ik overweldigd door de warme, hartelijke en dankbare reacties. Het raakte me vooral toen een oudere meneer tegen me zei dat hij levenslang met vragen en onduidelijkheid heeft gezeten en hij nu eindelijk heldere antwoorden heeft gekregen. Ik vind het een eer om dit gedaan te mogen hebben en ben dan ook dankbaar dat ik dit mocht doen.

Natuurlijk was dit niet mogelijk geweest zonder de hulp van mijn geweldige team: mijn ouders Shamindra en Rosita Mangnoesing, broer Avinash Mangnoesing, Anuska Mohangoo, Wishal Balkaran, Sandra Khemon en de lieve kleine Mira. Hun onvoorwaardelijke steun, hulp en bijdragen hebben de organisatie van de Divali-workshop mogelijk gemaakt. Zij hebben de workshop ook deels gesponsord met benodigde zaken voor de catering en havana-workshop. Daarnaast ben ik Ashvan Jajairam dankbaar voor de motivatie om de workshop te geven en zijn advies bij het voorbereiden hiervan. Toen ik me aan het begin van mijn zoektocht bevond, waren het vooral Ashvan en Avish Jajairam die mij jarenlang handvatten hebben gegeven en hebben gestimuleerd om het hindoeïsme kritisch te benaderen, de geschriften te bestuderen, me te verdiepen in het hindoeïsme en de rituelen te leren. Dat heeft er uiteindelijk toe geleid dat ik in staat ben kennis verder te delen. Daar ben ik erg dankbaar voor.

Veel mensen hebben aangegeven wel interesse te hebben in de workshop maar verhinderd te zijn wegens andere activiteiten en verplichtingen. Voor hen en andere geïnteresseerden stellen wij de havana-handleiding beschikbaar via onze webshop, zodat ook zij de havana zelf kunnen verrichten. Ook de audio van de mantra’s uit het boek zijn ingesproken en te koop in onze webshop. Alle opbrengsten gaan naar de activiteiten van de stichting, zodat er vaker activiteiten georganiseerd kunnen worden om kennis te delen.

Ik moest dit onderwerp ooit aansnijden. Toen ik las dat het deze week de Week Tegen Pesten is, besloot ik dat het nu eens tijd werd om mijn verhaal te delen. Een verhaal dat me aan het hart ligt en waarmee ik me wellicht kwetsbaar opstel in het openbaar. Maar ik deel het omdat ik weet dat veel mensen gepest worden. Ik hoop dan ook dat iemand hier wat aan heeft, zich niet alleen voelt en zich gesteund voelt.

Op de basisschool ben ik jarenlang gepest, van groep 3 t/m 8. Bijna elke dag bevond ik me in een klas van treiterende kinderen die vervelende opmerkingen maakten, me buitensloten, me letterlijk omduwden, over mijn rug liepen en me zelfs weleens sloegen. Ik was één van de jongsten en een enorme studiebol. Ik zat zelfs in de hoogbegaafdenclub, omdat ik goed kon leren en groep 4 had overgeslagen. Leren was mijn hobby en ik was dus erg serieus op school. Ik vroeg de juf zelfs om huiswerk, zodat ik ook thuis bezig kon zijn met leren. Een slimme meid, vonden de juffen, maar ze maakten zich ook zorgen. Op sociaal gebied was ik namelijk gesloten, onzeker en ook wel een beetje bang. Veel vriendinnen had ik niet en ik liet anderen makkelijk over me heen lopen (zelfs letterlijk). Ik zei er niets van en kwam nooit voor mezelf op. Dat idee kwam simpelweg niet in me op, terwijl ik mezelf van binnen alleen maar ongelukkiger voelde.

Ik heb het geluk gehad dat ik daarna naar Brabant ben verhuisd, naar een plaats ver van al die pestkoppen. Hoewel ik nog steeds gesloten en onzeker was, kon ik op de middelbare school met iedereen omgaan. Iedereen accepteerde me zoals ik was en ik leerde zelfs van mijn klasgenoten hoe ik kon genieten van het leven en voor mezelf kon opkomen. Ik kwam in een VWO+ klas terecht waar ik veel te maken kreeg met schrijven. Ik schreef toen, samen met een klasgenoot, mijn eerste boek en daarna ben ik nooit meer gestopt met schrijven. Ik ben steeds meer gaan bloggen en startte mijn eigen website (inmiddels gegroeid tot de site waarop je nu bent). Hoewel de littekens van het pesten voor mij nog altijd zichtbaar zijn, merk ik dat het me anders in het leven heeft doen staan. Veel mensen die gepest zijn, krijgen het gevoel dat ze niets kunnen of niks waard zijn. Maar ik ben juist in het “niks te verliezen, alles te winnen” beland. Een soort overlevingsmechanisme…

Natuurlijk zijn er tussendoor ook mensen geweest die mij mijn geluk niet gunden en hebben geprobeerd mijn successen te belemmeren. Zo ben ik ook tijdens en na mijn hbo-opleiding jarenlang gepest, zelfs door mensen die ik erg vertrouwde. Ik ben op verschillende manieren lastiggevallen en bedreigd. Telefonisch, via e-mail, persoonlijk… Om mij nog extra te pesten, is er een e-mailadres aangemaakt dat slechts één letter verschilt met mijn e-mailadres en vanuit dit e-mailadres zijn toen belachelijke mails verstuurd die zogenaamd van mij zouden zijn. Deze pestkop heeft die mails vervolgens doorgestuurd naar een hele mailinglist, waardoor ik tot op heden door veel Hindoestanen scheef word aangekeken als ik op straat loop. Mensen smoezen, verzinnen sappige verhaaltjes en roddelen over me. Lange tijd heb ik me hier erg rot en machteloos door gevoeld, maar later dacht ik: “Wauw, blijkbaar ben ik heel belangrijk; iedereen praat over me.” Ik voelde me soms wel even een celebrity. Achteraf kan ik er best om lachen.

Hoewel ik me vaak alleen en machteloos heb gevoeld, hebben de littekens van het pesten me vooral gemotiveerd om wat van mijn leven te maken. Op mijn zestiende had ik al mijn eerste bijbaantje in mijn vakgebied, als interviewster. Ook schreef ik vrijwillig artikelen voor verschillende opdrachtgevers en natuurlijk mijn eigen blog. Inmiddels heb ik meer dan 1000 artikelen geschreven, twee boeken, diverse radioprogramma’s gemaakt en zelfs een professionele video. Mijn studie heb ik allang afgerond en ik heb al drie jaar mijn eigen bedrijfje. Daarnaast heb ik, ondanks alle tegenslagen, smaad en laster, een stichting opgericht waarbij ik tevens een gedrukt magazine ontwikkel en uitbreng. Veel mensen zijn trots op wat ik allemaal heb bereikt (“en dat op zo’n jonge leeftijd al!”). Ik zelf natuurlijk ook wel. Maar op de achtergrond zullen de gevolgen van het pesten nog altijd een rol blijven spelen. Alleen ik zie mijn littekens en weet hoe zwaar het is geweest om tussendoor te blijven doorzetten en op te staan na elke val.

Duizenden keren hebben mensen me laten struikelen en allerlei obstakels op mijn pad geplaatst, zodat ik steeds weer viel. De vele littekens zijn heel langzaam aan het vervagen, maar voor mij zijn ze nog steeds zichtbaar. Ik weet bijvoorbeeld niet of ik ooit nog iemand écht zal kunnen vertrouwen. Maar mijn geluk heb ik gevonden, leven zal ik zeker en ik zal doorzetten tot ik erbij neerval…

Dit verhaal las ik laatst op Facebook en ik vind het zo mooi, dat ik het graag met jullie wil delen. Het gaat over het volgen van je hart en tegenslagen die we in het leven meemaken.

Een wijze man zei: “Volg jouw hart en volg jouw passie…”

Ik vroeg de wijze man: “Hoe kan ik mijn hart volgen als het mij constant leidt naar liefdesverdriet en teleurstellingen?”

De wijze man lachte en zei: “Lief mens, jouw hart is niet degene die jou leidt naar liefdesverdriet en teleurstelling. Het zijn de verwachtingen die je creëert van het leven, door de verhalen die rond gaan dat geluk buiten je is te vinden en dat de ware liefde ergens buiten op jou aan het wachten is. Het is een heel mooie gedachte voor hoop.”

Ik vroeg de wijze man: “Hoe zit het dan met ware liefde en succes?”

De wijze man lachte weer en zei: “De wereld buiten probeert je wanhopig te overtuigen hoe succes eruit ziet, wat liefde is en waar je dit kunt vinden.
Het enige wat ze in het geheel eruit laten, is dat geluk en liefde niet buiten te vinden is. Dit is de reden waarom je constant op zoek gaat en constant teleurgesteld raakt.

Het begint allemaal bij zelfliefde. Zelfliefde is onvoorwaardelijk van jezelf houden. Door zelfliefde word je allereerst gelukkig met jezelf en dit vormt een basis voor zelfrespect, acceptatie en balans. Een grote kracht van bewustwording is zelfrealisatie. Zelfrealisatie dat je “al” gelukkig bent. Door zelfrealisatie zal je ook dingen gaan aantrekken die jou daadwerkelijk in deze staat kunnen gaan brengen. En hoe je naar de wereld kijkt is heel belangrijk; is het glas half vol of half leeg?

Vergeet niet dat aan het einde van de streep, jij degene bent die overal een betekenis aan geeft. Op deze manier word je bewuster van de invloed die je hebt op jouw realiteit. En dit is hoe je langzaam terug gaat naar je natuurlijke staat, waarin je bent geboren. Je bent gecreëerd uit liefde en daarom ben jij liefde. Als je onvoorwaardelijk van jezelf houdt, kan je ook onvoorwaardelijk van iemand anders houden.

De truc die ze met mensen hebben uitgehaald, is om mensen te laten denken dat de verantwoording van hun geluk bij iemand anders ligt dan bij zichzelf. Dit is een valse belofte en het is niks meer dan een illusie.

De mooiste dingen in het leven zijn heel simpel. Kijk maar naar de natuur: alles werkt in harmonie samen om datgene te vormen dat wij “de natuur” noemen. Niets wordt misleid, alles “is” en bloeit.”

Ik vroeg de wijze man: “Hoe kan ik nou teruggaan naar mijn natuurlijke staat, als mijn hart is gebroken?”

De wijze man glimlachte en zei: “Jouw hart is niet hetgene dat gebroken is maar jouw wil en jouw verwachtingen van het leven. Jouw hart is juist degene die de waarheid weet en dat is dat jij niets hoeft te zoeken of te verdienen.

Hetgene je zoekt heb je al en dat is verbondenheid in liefde. Niemand kan dat van je afpakken. Jij bent degene die acuut kan beslissen om uit de cyclus van angst te stappen en het leuke ervan is dat je van niemand toestemming nodig hebt.

Jouw hart weet allang de waarheid; de waarheid dat jij uit liefde gecreëerd bent, want het was er elke keer bij.
Jouw hart is niet hetgene wat beschadigd is; het is jouw zelfvertrouwen en geloof.
Jouw hart juist is hetgene waar je “altijd” op terug kan vallen, omdat het jou nooit zal misleiden.”

Ik vroeg de wijze man: “Hoe kan ik leren om naar mijn hart te luisteren?”

Wijze man: “Jouw hart spreekt met je op diverse manieren en de meest voorkomende manieren zijn jouw intuïtie en gevoel. Je kunt het het beste horen in momenten van stilte.”

Ik zei tegen de wijze man: “Dank je wel voor deze mooie woorden.”

De wijze man zei: “Geen dank. Ik ben blij dat je me weer heb gevonden en ik heb nooit aan je getwijfeld. Kom dansen met mij in het heden en laat al jouw oude herinneringen over hoe dingen zouden moeten zijn, los. Volg mij en ik laat je de echte wereld zien…”

De wijze man is mijn hart…

Bron: Aldrich Arunde
(verhaal dat op Facebook veel wordt gedeeld)

Op deze Krishna Janmashtami sta ik stil bij het steeds hipper wordende detox. Dat klinkt misschien raar, want: “Wat heeft detox nou met Krishna Janmashtami te maken?” Ik denk dat het er alles mee te maken heeft. Krishna verscheen namelijk op aarde om de aarde te detoxeren: alles wat schadelijk is voor de aarde te vernietigen, zodat de rust, vrede, liefde, harmonie en dharma konden terugkeren.

Tot vandaag stond ik er niet op deze manier bij stil. Ik dacht: “Tja, Krishna is geboren om het kwade te vernietigen en dharma te beschermen. Mooie boodschap. Laten we Hem bedanken en vereren.” Maar nu besef ik me dat het dieper gaat dan dat, want Krishna vernietigde het kwade niet zomaar even in een vingerknip, ook al had Hij dat natuurlijk makkelijk gekund. Met al zijn ondeugendheid, het vernietigen van diverse demonen en het tonen van zijn mystieke krachten is Krishna’s leven rijk aan wijze levenslessen, waarmee wij ons voordeel kunnen doen. Vandaag is zijn voornaamste boodschap voor mij: “Detox your life”. Ik weet niet waar die stem vandaan kwam toen ik wakker werd en me besefte dat het vandaag Krishna Janmashtami is. Of het van Krishna kwam, mijn onderbewuste of een of ander waanidee; ik heb geen flauw idee. Maar dit is mijn prasad van vandaag: detox your life. Over het waarom hoefde ik niet lang na te denken…

Tien weken geleden ontmoette ik een bijzondere, inspirerende vrouw die mij rechtstreeks in mijn hart raakte. Na één goed gesprek met haar – dat eigenlijk begon als acquisitiegesprek voor een website die ik voor haar zou maken – heeft deze powervrouw mij zo diep geraakt, dat ik dingen ben gaan doen die ik normaal nooit doe. Ik ben uit mijn comfortzone gestapt. Niet 1, niet 2, niet 3, maar zelfs meerdere keren. En dat in tien weken tijd… Deze workaholic (ik) is anders naar het leven gaan kijken. Na jaren workaholic te zijn geweest ben ik minder uren gaan werken, heb ik een coach in de arm genomen, ben ik dagelijks in de spiegel gaan kijken, heb ik het mediteren weer opgepakt maar nu een heel andere vorm daarvan, ben ik lid geworden van een speakerclub waar ik op een podium mezelf moet presenteren (wat ik doodeng vind), heb ik HindoeDharma.nl een boost gegeven, ben ik spontaan gesprekken gaan voeren met tientallen vreemde mensen om het concept van de Vaibhava te vernieuwen tot het inspirerende blad waar mensen eigenlijk naar op zoek zijn…

Ik ben meer gaan fietsen en lopen, heb meer afgesproken met vrienden en zelfs mensen die ik amper ken, heb voor het eerst in het buitenland gereden, ben in achtbanen en attracties geweest waar ik normaal nooit in zou gaan, ben mezelf meer gaan verwennen door bijvoorbeeld meer buiten de deur te eten, lekkere recepten uit te proberen, mijn eetpatroon om te gooien, het hele Alpro-assortiment in te slaan… Het heeft me goed gedaan om op deze manier voor mezelf te kiezen. Ik ben me steeds meer gaan beseffen dat het de kleine dingetjes zijn die het leven zo mooi en bijzonder maken. Daarom ben ik van 70 uur per week werken naar een 36-urige werkweek gegaan, om mijn leven als het ware te “detoxeren”. Voorheen ging ik letterlijk en figuurlijk op in mijn werk, en alles moest zo goed mogelijk gebeuren. Maar nu heb ik die verwachtingen losgelaten. Ik probeer anderen niet meer de regie van mijn leven te laten bepalen. Als een werkgever van mij verwacht dat hij me vandaag belt voor een flyer die hij morgen wil, dan zeg ik nu gewoon nee. Als een familielid van mij verwacht dat ik iets doe waar ik me niet goed bij voel, zeg ik nee. Als een vriendin van mij eist dat ik meteen reageer op haar WhatsApp-bericht, op wat voor tijdstip dan ook, dan ga ik daar gewoon niet in mee…

Detox your life: dat is nu mijn pad; de boodschap voor mij op Krishna Janmashtami. Volgens mij is het precies wat Krishna ons leert. Hij is puur zichzelf, staat dichtbij zijn hart en ziel, leeft natuurlijk, geeft “toxic people” geen plaats in zijn leven, leeft in harmonie, rust wanneer Hij daar behoefte aan heeft, pakt zijn slaap zo lang als Hij dat nodig vindt… Ja, dit is het pad dat ik nu moet bewandelen. Ik heb de eerste stappen gezet om mijn leven te detoxeren, puur door mezelf centraal te stellen en de regie over mezelf en mijn leven weer in mijn eigen handen te nemen. Ik stel mijn grenzen en laat niemand anders die meer verplaatsen. Ik wens jullie een zeer gezegende Krishna Janmashtami!

Of het nu Holi, Divali of de eerste dag van de Chaitra Navratri is; allen worden door velen benoemd als hindoenieuwjaar. Zo werd ook op de dag van Holi o.a. door een Hindoestaans gemeenteraadslid en een populaire pandit op TV West en in de krant verkondigd dat Holi het nieuwe hindoejaar is. Dat is natuurlijk verwarrend! Hoe zit dit nu?

Allereerst is het belangrijk om te weten dat er binnen de praktisering van de Hindoe Dharma verschillende jaartellingen zijn. De Vikram Samvat en Shaka Samvat zijn de bekendste. Samvat kan worden vertaald als gebied of jaar. De Vikram Samvat is de kalender die als voornaamste hindoekalender wordt beschouwd. Dit systeem is vernoemd naar degene die deze jaartelling heeft ingesteld, koning Vikramaditya. In de Bhavishya Purana wordt Vikramaditya beschreven als de eerste grote koning in de hindoegeschiedenis. Hij stond bekend als een zeer toegewijd en oprecht persoon. Bij zijn geboorte werd hij al gezegend door alle goddelijke gedaantes en al op zeer jonge leeftijd begon hij jarenlange ascese te beoefenen. Uiteindelijk verwierp hij de Shaka Samvat en stelde hij de Vikram Samvat in.

De Shaka Samvat wordt namelijk als niet-hindoeïstisch van aard gezien. Shaka’s waren Iraanse ruiterstammen die tussen de zevende eeuw voor Christus en vierde eeuw na Christus onder andere in India leefden. In dat opzicht kan de Shaka Samvat worden gezien als een (oude) Perzische kalender. Echter, later zou koning Shalivahana Vikramaditya hebben verslagen en de Shaka Samvat wederom hebben ingesteld. De Shaka Samvat wordt vandaag de dag als nationale kalender van India gehanteerd. De Vikram Samvat en Shaka Samvat beginnen op dezelfde datum, namelijk de eerste dag na nieuwe maan in de hindoemaand Chaitra (tevens de eerste dag van de Chaitra Navratri), maar verschillen 134 jaar met elkaar. Om het jaartal volgens de Vikram Samvat na te gaan, tellen we 56 of 57 jaar op bij het jaartal volgens de gregoriaanse kalender. Als we het jaartal volgens de Shaka Samvat willen weten, trekken we 76 of 77 jaar af van het gregoriaanse jaartal (afhankelijk van of het hindoenieuwjaar volgens de gregoriaanse kalender al heeft plaatsgevonden).

In India staat de eerste dag van het nieuwe hindoejaar onder andere bekend als Gudi Padwa, Samvatsar Padwo, Ugadi, Yugadi en Cheti Chand. Op deze dag wordt het nieuwe hindoejaar ingeluid. Volgens de Vikram Samvat begint morgen (21 maart 2015) het jaar 2072 en volgens de Shaka Samvat het jaar 1938. Volgens berekeningen zou morgen ook het 5117e jaar van de kaliyuga van start gaan. Deze uitleg doet het hele idee dat Holi en Divali het hindoenieuwjaar zouden zijn, teniet. Echter zijn er door de eeuwen heen twee systemen ontstaan binnen de hindoejaartelling: amaavasyaanta en purnimaanta. Volgens het amaavasyaanta-systeem beginnen hindoemaanden met nieuwe maan en eindigen deze ook met nieuwe maan, terwijl in het purnimaanta-systeem maanden met volle maan beginnen en eindigen. Het amaavasyaanta-systeem wordt vooral gehanteerd in Zuid-India*, terwijl het purnimaanta-systeem vooral in Noord-India** wordt gehanteerd.

Over het purnimaanta-systeem ben ik overigens niets tegengekomen in de hindoegeschriften. Ik weet eerlijk gezegd ook niet hoe dit systeem is ontstaan. Het is wel het enige systeem dat Holi als nieuwjaar acht, terwijl het qua jaartal wel uitgaat van de Vikram Samvat maar niet qua datum. Het amaavasyaanta-systeem en het purnimaanta-systeem verschillen daardoor vijftien dagen met elkaar, de periode tussen Holi en Chaitra Navratri, die bekend staat als de Kharvaas, een ongunstige periode voor sanskars en nieuwe ondernemingen. Divali wordt hoofdzakelijk in Gujarat en Nepal als nieuwjaar gevierd. Het systeem dat zij hanteren, noemen zij het Kaartikaadi Vikram Samvat, terwijl zij het systeem waarbij in Chaitra het nieuwe jaar begint, Chaitraadi Vikram Samvat noemen. Ook de Kaartikaadi Vikram Samvat ben ik in de hindoegeschriften niet tegengekomen. Op basis van mijn research concludeer ik dus dat de nieuwe maan in de maand Chaitra (maart-april) de eerste dag van het nieuwe hindoejaar is, wat gelijk staat aan de eerste dag van de Chaitra Navratri.

*Gujarat, Maharashtra, Andhra Pradesh, Karnataka, Tamil Nadu, Kerala, West Bangal, Assam, Tripura
**Jammu, Kashmir, Punjab, Haryana, Rajasthan, Himachal Pradesh, Uttarakhand, Uttar Pradesh, Madhya Pradesh, Bihar, Chhattisgarh, Jharkhand, Orissa

Een paar weken geleden besloot ik de Bollywoodfilm PK te kijken, een film waarover ik op Facebook veel omstreden berichten las. Zogeheten Indiase ‘jaagriti’-organisaties reageerden fel op de film. Na het bekijken van de film begrijp ik waarom veel hindoevoorgangers tegen deze film zijn.

PK is een film waarin Aamir Khan een alien speelt die de aarde bezoekt en daar kennismaakt met God en de praktijken rondom religies. Op onschuldige wijze stelt hij hier ook vragen over, zoals wie God is, waar Hij is en waarom wij geloven zoals we dat doen. Vragen die religieuze voorgangers hem niet bepaald in dank afnemen. Zo zet hij vraagtekens bij het verschijnsel dat honderden liters melk over Shiva’s murti worden vergoten, terwijl er zoveel mensen waren die dagenlang niets hebben gegeten of gedronken. Ook zien we PK stappen in de wereld van “puja-marketing”, waarbij hij vele mala’s, tabeeja’s en edelstenen draagt omdat deze geluk zouden brengen en toch tegenslagen ondervond. Wanneer zijn vriend voor zijn neus omkomt in een terroristische aanslag door moslims die beweren hun God en religie te beschermen, stelt hij terecht: “God is zelf de Allerhoogste in het heelal. Hij heeft iedereen geschapen en onderhoudt deze hele wereld en ons allemaal in zijn eentje. Hij kan heus wel zichzelf beschermen. Daar hoeven geen doden voor te vallen onder zijn kinderen.”

In zijn zoektocht naar God doet PK steeds meer van zulke scherpe ontdekkingen waar hij zijn onschuldige vraagtekens of mening bij plaatst. Hij noemt dit soort praktijken “wrong numbers”, omdat zogenaamde tussenpersonen (swami’s, sadhu’s, pandits, baba’s etc.) wegen aanreiken die niet tot God leiden, terwijl men dat wel beweert. Zo zei een beroemde swami tijdens zijn satsang dat een man naar een heilige plaats moest om daar Shiva te vereren en zijn vrouw dan zou genezen. PK stelt hier dat er sprake is van een ‘wrong number’. Immers, God is onze Vader en Moeder, Vriend, Metgezel etc. Als wij iets aan onze ouders vragen, zeggen onze ouders toch ook niet dat we eerst naar een verre plek moeten gaan, daar iets moeten doen en ze dan pas onze wens in vervulling brengen? Wat voor garantie is er bovendien dat de doodzieke vrouw geneest na het bezoek aan de heilige plaats? Zo is dat ook met offeringen: wat voor garantie is er dat, wanneer wij vele rijkdom hebben gedoneerd aan een mandir, tijdens een puja of aan een of andere swami, we dan bereiken wat we wensen?

Zo doet PK als alien steeds weer nieuwe ontdekkingen over diverse praktijken onder het mom van religie. Na kerk, moskee en mandir te hebben bezocht, vele gelukssieraden te hebben gedragen en naar diverse religieuze voorgangers te zijn geweest, komt PK tot de conclusie dat het allemaal marketing is. Overal waar hij aankomt voor hulp, wordt hij immers weer op kosten gejaagd. PK noemt de religies dan ook “bedrijven” en de religieuze voorgangers “managers”. Hoewel dit in India op veel grotere schaal speelt, zag ik veel gelijkenissen met de praktijk in Nederland. Zodra mensen problemen hebben, denken ze meteen aan God en rennen ze naar mandirs, pandits en zogenaamde heiligen en helderzienden. Die maken vervolgens misbruik van de goedgelovigheid van toegewijden. PK blijft echter scherp en zodra hij iets ziet wat volgens hem niet klopt, spreekt hij van een “wrong number”. De actie tegen wrong numbers die in de film wordt opgezet, sprak mij ontzettend aan. Hierbij werd het volk opgeroepen om filmpjes te maken zodra ze een ‘wrong number’ zien.

Wat als wij nu zo’n wrong number campagne zouden starten? Als wij nou eens praktijken van zulke lui vastleggen op video en daar onze kritische noten bij plaatsen? De Nederlandse wet kent dan wel strenge eisen in geval van privacy, maar we kunnen er wel wat mee. Ik heb dit concept al besproken in mijn omgeving en er kwamen al heel wat “wrong numbers” ideeën op. Ik zal ze in de toekomst regelmatig op de site plaatsen. Het is tijd dat we misbruik en oplichting onder het mom van dharma aanpakken. Doe jij mee?

De kwestie van vorige week laat me niet los. Één foto van theedoosjes leidde ertoe dat veel hindoes hun ware karakter lieten zien. Op Facebook lieten ze hun stem horen: “Onacceptabel”, “misbruik van onze goddelijke gedaantes”, “onze goddelijke gedaantes worden gebruikt voor commerciële doeleinden”… Maar hoe werkelijk is de pijn voor onze dharma?

We uiten onze mening tegen een theeproducent die afbeeldingen van het Goddelijke gebruikt op de verpakkingen, maar hebben we weleens onze stem laten horen tegen mandirs en winkels die afbeeldingen van Bhagavaan gebruiken op kalenders waarmee ze zichzelf willen promoten? Hebben we weleens onze stem laten horen tegen de uitgevers van uitnodigingen waar onze Devi’s en Deva’s staan afgebeeld? Hebben we weleens onze stem laten horen tegen de wierookdoosjes en andere puja samaan in de pujawinkel waarop Bhagavaan staat afgebeeld? Hebben we weleens onze stem laten horen tegen mensen die afbeeldingen van onze Devi’s en Deva’s op hun huid tattoeëren? Bovendien: hebben we weleens buiten het internet onze stem laten horen tegen dit soort praktijken? Hebben we weleens gebeld met een bedrijf, mandir, organisatie of familielid om de awareness te verspreiden? Zijn we er weleens persoonlijk naartoe gestapt?

Het is zo makkelijk om een reactie op Facebook te plaatsen waarin je zegt dat iets onacceptabel is, maar in hoeverre dragen wij zelf bij aan dit soort commercie? De meeste hindoes gebruiken zelf allerlei wegwerpvoorwerpen die uiteindelijk in de prullenbak belanden. Ook zijn er hindoes die shirts dragen waarop Bhagavaan staat afgebeeld of knuffels van Bhagavaan hebben die overal belanden en waar kinderen op sabbelen en kwijlen. Hoe serieus kunnen we onszelf nemen als we zeggen dat onze goddelijke gedaantes niet mogen worden gebruikt voor commerciële doeleinden? Dragen we niet zelf bij aan commercialisatie van onze dharma? Hiermee praat ik de actie van de theeproducent natuurlijk niet goed. Ik probeer slechts de hypocrisie aan te geven waarmee hindoes zich opstellen, die ik overigens ten zeerste afkeur en niet als reden acht om ons terug te deinzen tegen misbruik van onze dharma.

Dat het makkelijk is om van achter je pc, laptop, tablet of smartphone een reactie te plaatsen, is natuurlijk niet nieuw en blijkt ook uit de reacties van de mensen die op het Facebookbericht hebben gereageerd. Een aantal mensen reageerden: “Bezwaar maken!”, “start de petitie” en “jammer dat er geen actie wordt ondernomen”. Mijn handen kriebelden om hierop te reageren en deze mensen op hun kop te geven. Waarom wordt altijd van anderen verwacht dat zij actie ondernemen? Waarom kunnen we niet bij onszelf beginnen en zelf actie ondernemen? Waarom weten we altijd zo goed te vertellen wat anderen moeten doen maar zijn we zelf altijd zo beroerd om zelf onze handen uit de mouwen te steken? Vele handen maken licht werk, maar in onze gemeenschap zie je vaak dat er meer vingers uit de mouwen komen die naar enkele handen wijzen dan dat er handen zijn die de kwestie zelf aanpakken.

De verantwoordelijkheid wordt meestal bij anderen neergelegd. Waarom? Voelt men zich te hoog om zelf wat te doen? Is men bang? Durft men niet naar de producent of distributeur toe te stappen? Als je toch al op het internet zit om je stem te laten horen op een openbare Facebookpagina, is het dan zo moeilijk om diezelfde mening ook even in een mailtje naar de producent en distributeur te sturen? Tientallen mensen hebben op het bericht gereageerd dat ze tegen de kwestie zijn, maar op de vraag of ze actie zouden ondernemen, heeft slechts een enkeling gereageerd en dat nog twijfelachtig ook. We willen altijd dat anderen actie ondernemen en weten het allemaal zo goed. Maar zelf verantwoordelijkheid nemen? Ho maar! Is dit de zogenaamde liefde die hindoes hebben voor hun dharma? Waren die boze reacties dat het “onacceptabel” is dan schijn? Immers, als iets onacceptabel is, dan doe je er toch iets tegen? Niets doen zou accepteren zijn. Zijn we nou zo hypocriet?

En dan heb ik het nog niet eens gehad over de hindoes die het “niet erg vinden”, het als manier zien om het hindoeïsme te promoten of er “trots” op zijn. OH MY GOD! Hoe kunnen we er trots op zijn dat de goddelijke gedaantes – die wij vereren met bloemen, wierook, lichtjes en miljoenen mantra’s – als pindakaaspotjes in de schappen van de supermarkt komen te liggen om vervolgens in keukenkastjes te belanden en uiteindelijk in de prullenbak?? Hetzelfde geldt voor Buddha, een gedaante van Vishnu, die belachelijk veel wordt gebruikt voor commerciële doeleinden en zelfs op handdoeken, theedoeken en dekbedovertrek! Is dat het respect dat we nog hebben voor Degene die wij in onze puja’s verheerlijken in zuivere omgevingen, Degene die wij onze moeder, vader, vriend, metgezel en ons alles noemen?? Tussen de enkele positieve Facebookreacties las ik: “Spread the love!” Ik vraag me af waar die liefde is. Where’s the love?

Gisteren liep ik door de Albert Heijn toen ik ineens een paar afbeeldingen van Hanuman, Vishnu en Ganesha zag op de theeafdeling. Ik was verbaasd en ook wel geschokt. De goddelijke gedaantes die ik in mijn hart en mandir vereer, zag ik in de schappen van de supermarkt staan. Pijn, dat was mijn eerste reactie.

Toen ik het van dichterbij bekeek, zag ik dat het doosjes thee waren van het merk Shoti Maa, wat een Ayurvedisch theemerk blijkt te zijn. Ik was wel benieuwd naar wat andere hindoes hiervan vonden, dus maakte ik een foto van de producten en deelde ik deze via de HindoeDharma.nl-Facebookpagina.

De reacties stormden al snel binnen. Vele hindoes reageerden stellig dat het fout en onacceptabel is. Zelf was ik nog aan het rationaliseren wat ik er zelf eigenlijk van vond, maar de reacties van anderen triggerden me om te reageren en vragen te stellen. Mensen reageerden zo stellig, dat ik me afvroeg wat hun beweegredenen waren. Ik besloot het ze gewoon te vragen. Enkelen reageerden dat het te maken had met het feit dat de afbeeldingen van onze goddelijke gedaantes worden gebruikt voor marketingdoeleinden en anderen gaven geen antwoord. Natuurlijk was dat eerste ook mijn eerste idee bij de het zien van de theedoosjes. Maar later dacht ik: waarom reageert men eigenlijk zo? In de pujawinkels liggen er ook wierookdoosjes en andere producten met afbeeldingen van goddelijke gedaantes erop. In winkels en mandirs worden ook kalenders verspreid met afbeeldingen van goddelijke gedaantes erop. Mensen tattoeëren die plaatjes zelfs op hun lichaam, waarmee ze afval uitscheiden en onreine handelingen verrichten. Misschien ligt het aan mij, maar dat soort dingen vind ik ook erg. Toch heb ik daartegen nooit wat gehoord.

Dan kun je argumenten aanvoeren als: “Ja, maar een pujawinkel is wel heel wat anders dan een supermarkt.” Maar dat gaat voor mij niet op. Er zijn zat pujawinkels die viagra, alcohol en ojha-spullen verkopen en zich bezighouden met verkeerde praktijken. Dat is nu ook niet bepaald dharmisch. Hoe ernstig is het dat een Ayurvedisch theemerk de afbeeldingen gebruikt? Ik heb er een vervelend gevoel bij, maar kan het rationeel niet “hard maken”. Natuurlijk praat ik het niet goed, maar als je het vergelijkt met wat onze eigen hindoes doen, dan kun je dit soort kwesties door de vingers zien, zoals enkelen op Facebook aangaven. Het is “niets” vergeleken met vele andere dingen. Maar waar trek je de grens? Enkele jaren geleden verscheen Kali Mata nog op wc-brillen bij de Karwei, Lakshmi Mata verscheen op lingerie net als onze AUM. Daartegen is veel te zeggen, maar bij theedoosjes… Het enige argument dat is genoemd, is dat onze goddelijke gedaantes worden gebruikt voor marketingdoeleinden. “Maar dat doen onze hindoes zelf ook ontzettend veel,” reageerden sommigen terecht.

Maar betekent dat dat we geen actie moeten ondernemen? Fout wordt niet ineens goed als meerdere mensen het doen; wat voor mij onacceptabel is, is onacceptabel en ik zal altijd mijn stem laten horen tegen dat wat onjuist en onacceptabel is. Mijn gevoel blijft het pijnlijk vinden dat afbeeldingen van het Goddelijke, die wij een reine plek geven en tijdens onze puja gebruiken, als potjes pindakaas in de schappen van de supermarkt staan met marketinglabels om uiteindelijk bij mensen thuis in keukenkastjes en de vuilnisbak te belanden. Een van de reageerders heeft het mooi verwoord: “Het is jammer van de producenten! Daar waar we een rijke traditie hebben met tempels/altaars van sandelhout, wandbekleding van zilver, koepels van goud, beelden met edelstenen; welke stimuleren om rijkdom met goede gedachten te verwerven, worden hier op wegwerpproducten afgebeeld.”

181 jaar geleden (1834) werd de slavernij formeel afgeschaft in het toenmalige Britse rijk. Het zou nog tot 1863 duren voordat de slavernij formeel afgeschaft werd in het Nederlandse rijk. De slaven waren echter nog niet “vrij”. Nog tien jaar moesten ze min of meer gedwongen hetzelfde werk als voorheen doen, met een magere vergoeding als loon. Pas na deze periode waren ze werkelijk “vrij”.

Deze transitieperiode was meteen bedoeld om een groot probleem op te lossen. De slaven die het zware werk op de (zeer winstgevende) suikerrietplantages verrichtten, zouden dit vrijwel zeker niet meer willen verrichten na deze tien jaar. Daarom werden er in deze tien jaar gezocht naar goedkope huurlingen (alternatieve slaven) die dit werk konden overnemen. Voor Suriname zijn er onder meer Chinezen en Javanen geronseld om dit werk te doen, maar blijkbaar waren de plantagehouders niet tevreden, want in 1872 werd de blik geworpen op Brits-Indie.

De Engelsen hadden al langer ervaringen met het misbruiken van Hindoestanen als “indentured labourers” (contractarbeiders). Slavernij was, zoals gezegd, al in 1834 afgeschaft in Engeland, waarop toentertijd het contractarbeiderstelsel is ingevoerd om de plekken van de slaven op de plantages in te vullen. Grove schattingen wijzen erop dat ten tijde van dit systeem (dat liep van 1834 tot 1917, het einde van de eerste wereldoorlog) bijna twee miljoen Indiërs naar meer dan 19 koloniën in alle delen van de wereld zijn vervoerd. Ter vergelijking: in de Verenigde staten van Amerika waren er op het hoogtepunt van de slavernij (telling van 1860) zo’n 3,9 miljoen slaven, voordat de slavernij in 1965 werd afgeschaft.

Waarom leren wij in onze geschiedenisboeken op school wel van alles over de slavernij in Amerika, maar worden twee miljoen Indiërs vergeten?

Het contractarbeiderstelsel was dus al een goed geoliede machine bij de Britten. In 1872 besloten de Nederlanders om een verdrag met hun af te sluiten om zo “koelies” te rekruteren voor de plantages van Suriname. Zo geschiedde en op 5 juni 1873 arriveerde de Lalla Rookh uit Kolkata in Suriname.

Het moet voor de overlevenden van deze boottocht een helse reis zijn geweest. “Shri Ram ke Desh” (het land van Rama), zoals de arkatiya’s Suriname noemden, was toch maar een paar dagen reizen? Het bleken er 99. Van de 410 mensen die in Kolkata op de boot stapten, kwamen er 399 levend aan. Er zouden nog 63 schepen volgen, goed voor in totaal 34.304 (levende) “kantraki’s” op Surinaamse bodem. Het laatste schip, “Dewa”, kwam in 1916 aan. De omstandigheden op de schepen moeten erbarmelijk zijn geweest. Van de “Surinaamse” schepen heb ik geen data gevonden, maar van de schepen die naar de Caribieën gingen in 1856-1857, was de gemiddelde mortaliteit 17%, voornamelijk door besmettelijke ziektes als cholera, dysenterie en mazelen. Deze konden makkelijk overspringen, aangezien de kantraki’s net als slaven vervoerd werden.

Bij het woord “contractarbeider” denk je misschien aan een man/vrouw die een contract tekent zoals nu op kantoor, en zich daaraan houdt, met instemming van werkgever en -nemer. Weinig mis met zo’n systeem toch? Echter, de mensen die deze contracten tekenden, onze voorouders, zijn voornamelijk afkomstig uit de huidige Indiase provincies Uttar Pradesh en Bihar. Dit waren over het algemeen mensen die leefden van de landbouw. Velen waren analfabeet en/of spraken alleen hun lokale spreektaal (Bhojpuri en Avadhi, waaruit later het Sarnami is ontstaan) en niet het officiële Hindi/Urdu. Velen hadden nooit een pen aangeraakt; hun handtekening was een vingerafdruk. De contracten waren in het Engels opgesteld. Zelfs nu, in 2014, spreekt in India slechts 5% van de mannen en 3% van de vrouwen vloeiend Engels. Ik denk dat daarmee voldoende is gezegd over deze misleiding.

De meest schandelijke rol in deze misleiding spelen – voor mij persoonlijk – echter de arkatiya’s die per contract (dus per verwoest leven/gezin) werden betaald om iemand naar een plantage te lokken. Deze mensen waren niets anders dan profiteurs die hun eigen volk hebben verraden. Helaas is dat iets wat de Hindoestanen nog wel vaker is overkomen…

Tot slot nog iets over de afkomst van onze voorouders. Zoals al eerder gezegd waren de meeste kantraki’s afkomstig uit Uttar Pradesh en West-Bihar. Waarom daar vandaan? Dit waren (en zijn) dichtbevolkte gebieden met een populatie die voornamelijk afhankelijk is van de landbouw. Echter, de Britten hadden de vruchtbare gronden in beslag genomen om hier opium (dit werd aan China verkocht) of indigo (een dure kleurstof voor de textielindustrie) op te verbouwen. Met als logisch gevolg dat er hongersnoden volgden en een populatie van kansarme mensen die wanhopig op zoek waren naar een beter leven. Oftewel: een win-winsituatie voor misbruikers.

De geronselde zielen werden via de trein naar Calcutta gebracht en daar in depots geplaatst, waar ze werden gehuisvest totdat er een boot beschikbaar was om ze naar de bijbehorende kolonie te brengen. Elke kolonie had een eigen depot; het was puur toeval dat bepaalde in welk depot iemand terechtkwam. Hele families werden zo verscheurd. Dit is ook terug te zien in de achternamen van Hindoestanen wereldwijd; zo heb je Ramautar in Suriname, Ramoutar in Trinidad, Sewrattan en Seurattan hetzelfde etc.

De omstandigheden op de plantages waren erbarmelijk. De kantraki’s deden in feite het werk van de slaven, met hiervoor een kleine vergoeding. Misbruik van vrouwen door de opzichters, schendingen van mensenrechten, lijfstraffen voor het minste en geringste waren dagelijkse kost. De mortaliteit was dan ook erg hoog. Van de eerste 3833 kantraki’s stierven er 797 tijdens hun 5-jarige contract (een mortaliteit van 20.7%, 1 op de 5!). Dit verbeterde later wel, maar het feit blijft dat er veel mensen gestorven zijn tijdens het werk aan uitputting, verwaarlozing, tropische ziekten en wie weet wat nog meer. Ik krijg rillingen als ik alleen al aan de kindersterfte denk. Ook ondervoeding was een dagelijks feit. Ik hoorde het verhaal dat Hindoestanen kwie-kwie leerden eten, alleen omdat de bakra’s dat toelieten; ze vonden deze vis teveel op een insect lijken en moesten er niks van hebben, dus het was prima dat de “koelies” dit visten en aten. Zo groot was de overlevingsdrang van onze voorouders.

Baba aur Mai, ik kus uw beiden voeten, jullie waren onvoorstelbaar sterk.

De kantraki’s hebben enkele malen gewelddadig geprotesteerd tegen hun uitbuiters. Het bekendst is de opstand van 1902 op de plantage Mariënburg, waar na een aangekondigde loonsverlaging (tegen het contract in!) de directeur werd belaagd en in stukjes gekapt. Hierna werden meer dan 20 Hindoestanen doodgeschoten en in een massagraf gedumpt. De locatie van dit graf is nog steeds niet gevonden. Na de contractperiode van vijf jaar konden de kantraki’s kiezen voor een terugreis naar India of zich zelfstandig vestigen met een stukje land in Suriname. Van de 34.000 kozen er ongeveer 23.000 voor de laatste optie, waarvan wij de nakomelingen zijn.

Voor de geïnteresseerden: Er zijn twee mooie interviews op YouTube te vinden waar Kantraki’s wat vertellen over hun ervaringen. Zie de bronnen voor de YouTube-links. Daarnaast is er op de website van Suryamedia een e-book over de Hindoestaanse diaspora te vinden, waarin ook verhalen van Kantraki’s zijn beschreven in het Nederlands.

Noot: Dit zijn gegevens en verhalen die ik zelf gehoord en/of gelezen heb. Wat hier staat, is voor zover ik kan nagaan gecontroleerd door bronnen, die ik onderaan mijn artikel heb vermeld. Echter, de geschiedenis van ons volk is er een die voornamelijk oraal is overgebracht. Met een orale geschiedenis is bronvermelding iets wat niet mogelijk is, want het vertelde is per definitie subjectief. Er zullen altijd meerdere perspectieven zijn, die ongetwijfeld niet allemaal ter sprake zijn gekomen. Aanvullingen, correcties, andere perspectieven en andere feedback is daarom iets wat ik verwelkom! Ik lees dit commentaar graag onder het artikel.

Bronnen:

2014 was een eng jaar vol onverklaarbare gebeurtenissen en verlies van dierbaren. Vermiste vliegtuigen, onverklaarbare en plotselinge overlijdensgevallen, miljoenen doden door oorlogen, neergestorte vliegtuigen, ziekte, armoede en andere verschrikkelijke omstandigheden. Dag in, dag uit lijden mensen over de hele wereld door allerlei omstandigheden. Ik voel me dan ook niet in de stemming om iets te vieren.

Bij elke knal van vuurwerk denk ik aan een geweer waarmee een onschuldig kind wordt doodgeschoten. Bij elke gillende keukenmeid denk ik aan een vrouw die wordt verkracht of een moeder die haar kind verliest. Bij elke ratelband denk ik aan oorlogen die worden gevoerd waarbij mensen en dieren zich angstig verstoppen, vrezend voor hun leven… Het is oudjaarsdag, maar in plaats van vreugde voel ik pijn, verdriet en allerlei gemengde emoties.

Ik ben niet in staat iets te doen voor deze miljoenen mensen. Ik kan alleen maar hopen en bidden dat dit nieuwe jaar voor ons allen de zon van kracht, moed, liefde en vreugde met zich meebrengt, om de donkere schaduw van het verleden te verdrijven met het licht van alle goeds die we maar kunnen wensen.

Fijne jaarwisseling allemaal!